H2 - Airway and Ventilatory Management Flashcards

1
Q

Definitive airway/gezekerde luchtweg
- Definitie (3)

A
  • Een tube geplaatst in trachea met cuff inflated onder de stembanden
  • Verbonden aan vorm van O2-ventilatie
  • Op plaats bevestigd met stabilisatiemethode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In geval van braken
- Risico
- B/ (2)

A
  • Aspiratie
  • B/ zijligging en suction
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Larynx #
S/ (3)

A
  • Palpabele fractuur
  • Heesheid
  • Subcutaan emfyseem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Probleem bij
- Geagiteerde pt
- Verdoofde pt

A

Geagiteerd: hypoxie
Verdoofd: hypercapnie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe aan pt zien of deze cyanose heeft (3)

A

Blauwe huid rondom mond
Nagelbedden
Hulpademhalingsspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geluiden
- Stridor
- Heesheid/dysfonie

A

Stridor: partiële occlusie farynx/larynx
Heesheid: partiële occlusie larynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Probleem bij ribfracturen met ademhaling
x -> x -> x

A

Pijn bij ademhalen -> snelle & opp ademhaling -> hypoxemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ruggenmerg schade onder C3
- Gevolg
- Wat zie je
- Gevolg (3)

A

Behoud van diafragma functie & verlies van intercostale/abdominale spieren
Wipwap ademhaling: abdomen naar buiten met inspiratie & onderste ribcage naar binnen
-> Atelectase, ventilatie-prefusie mismatch, respiratoir falen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar kun je aan zien dat er inadequate ventilatie is (4)

A
  • Asymmetrische thorax
  • Verminderd ademgeruis bij auscultatie
  • Lage O2 saturatie
  • Hypercapnie op capnogram
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Factoren die luchtweg manoeuvers lastig maken (7)

A

C-spine injury
Artritis C-spine
Maxillofacial/mandibular trauma
Verminderde mondopening
Anatomische variaties
Obesitas
Pediatric patients

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

LEMON
- Waarvoor
- Afkorting

A
  • Assessment voor lastige intubatie

Look externally
Evaluate 3-3-2 regel
Mallampati
Obstructie
Nekmobiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3-3-2 regel
- Waarvoor
- Hoe meten

A

Voor mogelijkheid uitlijning oraal, farynx & larynx

  • 3 vingers tussen tanden
  • 3 vingers tussen kin & hyoid
  • 2 vingers tussen hyoid & thyroidcartilage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mallampati
- Waarvoor
- Hoe
- Gradaties

A
  • Of hypofarynx goed te zien is
  • Mond volledig openen en tong uitsteken
  • 1 - gehele soft palate te zien
    2 - alleen gehele uvula te zien
    3 - basis uvula
    4 - alleen hard palate
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Volgorde soorten tubes bij intubatie (3)

A

Endotracheal tube
Laryngeal mask
Cricothyroidotomy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Chin-lift manoeuvre

A

Vingers onder mandibula, omhoog trekkend
Duim zelfde hand onderste lip openen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Jaw-thrust manoeuvre

A

Beide handen op de hoeken van de mandibula, omhoog trekkend

17
Q

Wanneer mag je geen nasopharyngeal aiway inbrengen (2)

A

Bij obstructie neusgat
Bij potentieel cribriform #

18
Q

Oropharyngeal airway
- Andere naam
- Hoe inbrengen

A
  • Mayo tube, guedel
  • Op z’n kop, tot soft palate, dan 180 graden draaien en over de tong naar beneden
19
Q

Oropharyngeal airway bij kinderen

A

Niet normale methode gebruiken! De draai kan de mond en farynx beschadigen
Gebruik tongblade om tong weg te duwen

20
Q

Criteria definitive airway geven bij
- A (1)
- B (1)
- D (5)

A

A: onvermogen luchtweg open te houden met andere middelen
B: onvermogen O2 voorziening te houden via masker of apneu
D: GCS ≤8, seizures, aspiratiebescherming, verminderd bewustzijn, agressie

21
Q

Relatieve CI’s voor nasotracheale intubatie (4)

A

Cribriform plate #
Facial #
Frontal sinus #
Basilar skull #

22
Q

Wat vermindert het risico op aspiratie tijdens endotracheale intubatie? Naam?
Wat is daar het risico van?

A

Sellick-manoever: druk op cricoid
Risico: larynxzichtvermindering

23
Q

Hoe visualisatie stembanden verbeteren?

A

BURP op tyroid kraakbeen
Backward, upward and rightward pressure

24
Q

Hoe weet je of een tube goed zit? (4)

A
  • Bilateraal ademgeruis
  • Terugkomen van CO2
  • X-thorax
  • Geen borborygmi in epigastrium
25
Q

Borborygmi in epigastrium met inspiratie?

A

Intubatie in oesophagus

26
Q

Tube zat goed, pt is daarna verplaatst. Wat doen? (2)

A
  • Beide laterale longvelden ausculteren voor gelijk ademgeruis
  • CO2
27
Q

Hulpmiddel als orotracheale intubatie niet lukt?

A

GEB/Frova gebruiken
Gum Elastic Bougie

28
Q

Wanneer medicatie gebruiken bij intubatie?

A

Bij intacte gag reflex

29
Q

Wat doen na intubatie?

A

Test CO2-aanwezigheid

30
Q

Op welke manieren chirurgische airway (2)

A

Cricothyroidotomy
Tracheostomy

31
Q

Wanneer chirurgische airway (4)

A
  • Onvermogen om endotracheale tube te plaatsen
  • Farynx#
  • Glottisoedeem
  • Oropharyngeale bloeding
32
Q

Waarom liever cricothyroidotomy over tracheostomy (3)

A
  • Makkelijker uit te voeren
  • Minder bloeding
  • Duurt minder lang
33
Q

Welke gauge naald bij percutane transtracheale oxygenatie (PTO)
- Volwassenen
- Kinderen

A
  • Volwassenen: 12-14
  • Kinderen: 16-18
34
Q

Hoe lang kun je een pt oxygeneren met PTO
Waarom

A

30-45 min
Omdat CO2 langzaam opbouwt

35
Q

Vanaf welke leeftijd cricothyroidotomy

A

> 12 jaar

36
Q

Waarom liever geen PTO in trauma situaties

A

De nek moet gehyperextent worden

37
Q

Hoeveel liter O2 bij een non-rebreathing mask

A

10 L /min

38
Q

Wanneer is pulsoximetrie onbetrouwbaar (2)

A

Anemie
Hypothermie <30

39
Q

Saturatie vs PaO2
100
90
60
50

A

O2 - PaO2
100 - 90
90 - 60
60 - 30
50 - 27