H2: individu in de economie Flashcards

1
Q

Klassieke school

A

Adam Smith (An inquiry into the nature and causes of the wealth of nations)

  • productie en productiviteit staan centraal
  • ‘onzichtbare hand’ (= iedereen streeft naar zijn eigen belang)
  • ‘laisser-faire’

Jean-Baptiste Say

  • kringloopgedachte
  • elk aanbod creeërt de eigen vraag ( = wet van Say)
  • recessie volt uit externe schok, niet uit marktwerking

Ricardo
- comparatieve voordelen = handelsvoordeel dat een land beheert in een situatie van vrijhandel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neoklassieke school

A

Jevons, Walras en Marshall

  • waarde hangt af van het nut voor indivudiele consument
  • individu handelt: naar eigen voorkeuren, rationeel en uit eigenbelang
    maw: hij/zij maximaliseert nut bij consument en winst bij producent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nut

A

de voldoening die consumenten halen uit de consumptie van een goed of dienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

marktfalingen

A

kan door

  1. externe effecten (Pigou):
    - opwarming aarde
    - marktevenwicht niet optimaal
    - volgens neoklassiekes overheidingreep wel nodig (niet bij klassiekers)
  2. informatie problemen (Akerlof):
    - assymetrische informatie
    - adverse selection
    - moral hazard

dia 11 ipad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

assymetrische informatie

A

een ongelijkmatige beschikbaarheid aan relevante informatie waardoor 1 partij een informatievoordeel kan uitbuiten ten opzichte van de andere marktpartij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

adverse selection

A

situatie waarbij een partij op de markt vooral tegenpartijen aantrekt die de partij in kwestie schade kunnen veroorzaken. Zo kan een bedrijf klanten aantrekken die hij eigenlijk liever niet wilt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

moral hazard

A

veranderingen in het gedrag van een marktpartij ten nadele van andere marktpartij nadat het risico van haar eigen daden is verschoven naar die andere partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

marxistische school

A

Karl Marx

  • Das Kapital
  • Communisme
  • kapitalisme zal in elkaar storten door concentratie en monopolisering
  • collectieve eigendom van productiemiddelen en centrale planning van alle productie en prijzen
  • planeconomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

problemen planeconomie

A
  • coördinatie lukt moeilijk zonder coördinatiemechanisme van prijzen
  • efficiëntie lukt moeilijk zonder het winstmotief en faillissement
  • technologische vooruitgang lukt moeilijk met centrale planning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oostenrijkse school

A
  • tegen centrale planning
  • economisch evenwicht kan niet zonder vrije prijzen

Hayek

  • planeconomie leidt tot overheid die welvaart vernietigt en vrijheid beperkt
  • communisme leidt tot dictatuur
  • gelooft niet in ‘homo economus’
  • sociale normen

Joseph Schumpeter

  • evolutie tenchnologie centraal
  • creative distruction (oude tech wordt vernietigd omwille van nieuwe tech)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

keyniaanse school

A

John Maynard Keynes
- general theory of emplyment, interest and money
- aanbod creëert niet altijd eigen vraag
- vraag kan in elkaar storten door ‘animal spirits’ (= irrationaliteit)
- laisser-faire werkt niet bij recessie
- begrotingsbeleid belangrijker dan monetair beleid maw: consumptie en investeringen verhogen
-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

institutionele school

A
Douglas North
- belang van instituties 
- intstituties zijn de formele en informele spelregels in een maatschappij
Elinor Ostrom
- gemeenschappelijke middelen
- new commons
- P2P
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

spelregels

A

formeel:
- grondwet
- eigendomsrechten
- landrechten
- …

informeel:

  • culturele omgeving
  • normen en waarden
  • gewoontes
  • geloofsystemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gedragseconomische staat

A

Herbert Simon

  • bounded rationality
  • rationaliteit is door imperfect informatie en eigen beperkingen te complex -> vuistregels
  • we gaan niet voor optimale beslissingen maar voor ‘goed genoeg’

Tversky en Kahneman

  • moderne gedragseconomie
  • onderzoeken vuistregels/heuristics:
  • loss aversion
  • availability heuristic
  • treshhold heuristic
  • disaster myopia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

loss aversion/verliesaversie

A

een een psychologisch fenomeen waarbij iemand liever een verlies vermijdt dan het ontvangen van dezelfde hoeveelheid in winst. Deze theorie suggereert dat de pijn van iets verliezen psychologisch twee keer zo sterk is als het plezier van iets krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

availability heuristic/beschikbaarheidsvuistregel

A

De beschikbaarheidsheuristiek houdt in dat mensen bij het beoordelen en oplossen van problemen gebruikmaken van herinneringen die daarbij uit het geheugen opborrelen.

vb: crsis 1 jaar geleden –> overschatten
crisis 20 jaar geleden –> onderschatten

17
Q

drempel vuistregel

A

geen rekening houden met het verleden

18
Q

disaster myopia/rampenblindheid

A
19
Q

school van het geluk

A

Richard Thaler:

  • hoog inkomen en materiële consumptie leidt niet tot geluk
  • doel is niet max groei, maar max geluk
  • pradox vazn de irrelavantei van materiële rijkdom
20
Q

praktijk school van economische ontwikkeling

A

ontwikkelingsstaat:
- sterke overheidinterventie met coördinerende rol
- hechte band tussen staat en private sector
- veel protectionisme

infant industry

  • cometitie niet fair als er grote bedrijven met sterke technologische vooruitgan al langer op de markt zijn
  • barrieres en subsidies die langzaam worden afgebouws

sussesvol: Zuid-Korea, Hong Kon,g, Singapore
niet succesvol: Zuid Amerika en Afrika

21
Q

Neo liberale ideologie

A

Milton Friedman (Capitalism and freedom)
- totale vrijheid brengt hoogst mogelijke welvaart
- minimale overheid met minimale belastingen
- maximale concurentie en vrije markten
Ronald Raegan en Margareth Thatcher

impact: privatisering van scholen, pensioenen, andere sectoren