H15: monopolistische concurrentie Flashcards

1
Q

monopulistische concurrentie

A

eigenschappen:

  • veel producenten
  • vrije toetreding
  • productdifferentiatie → heterogene producten
  • er is dus sprake van marktmacht
  • dalende vraagcurve
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom productdifferentiatie

A
  • reclame en communicatie
  • merken men merkgetrouw
  • verschillen in verpakkingen enz
  • creëren van een verhaal/belevenis/geschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorbeelden

A
  • bijna alles wat je in een supermarkt koopt
  • restaurants
  • kledij
  • bier en wijn
  • schoenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

winst op korte termijn bij monopolistische concurrentie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lange termijn evenwicht bij monopulistische concurrentie

A

Gevolg toetreding: wenteling vraagcurve want wordt iets prijsgevoeliger door beschikbaarheid substituten

Nieuwe gedifferentieerde producten zullen er bijkomen tot economische winst verdwenen is => nulwinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

te veel toetreders

A

In realiteit zal de keuze om al dan niet toe te treden afhangen van verwachtingen over toekomstige winstmogelijkheden → overmatig toetreden

vb: Eind jaren ’90: internetgerelateerde sector → sommige producenten werkten toen met verlies in afwachting van de verwachte toename van de vraag, gebeurde niet dus verdwenen ze weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vergelijking lange termijn evenwicht tussen monopulistische concurrentie en perfecte concurrentie

A

bij monopulistische concurrentie is er een mark up en een kleienre shcaal van productie, vergeleken met de efficiëntieschaal van perfect concurrentie, maar dat is de kost van differentiatie die we graag betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pro, contra en conclusie monopopulistische concurrentie

A

pro: consumenten waarderen een grotere productvariatie en dus meer keuze
contra: prijs ligt hoger dan marginale kost → welvaartsverlies
conclusie: soms vergroot monopulistische concurrentie de welvaart, soms niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe is economische nulwinst te combineren met een prijs die hoger ligt dan de MK

A

winst = TO – TK = … = (P – GTK) x Q

dus s P moet = GTK maar moet niet per se = MK

Producenten in MC produceren in het dalend gedeelte van de GTK-curve, want daar is MK < GK

Economische nulwinst bij GO = GK

Conclusie P > MK

MC produceert niet op efficiënte schaal en heeft onbenutte capaciteit omdat zijn schaal te klein is om GTK te minimaliseren

EW betekend voor PC & MC toetreding:

  • PC: vraagcurve daalt tot ze GTK-curve raakt en EW verdwenen is
  • MC: vraagcurve verschuift en wentelt tot ze GTK-curve raakt en EW verdwenen is

Wanneer je het mechanisme van MC doortrekt kom je eigenlijk bij PC uit, wat de producent wil vermijden, daarom veel differentiatie en veel reclame -> product zo uniek mogelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly