H13: perfecte concurrentie Flashcards
markt met perfecte concurrentie
eigenschappen
- veel kopers en verkopers
- homogene goederen (identiek of erg vergelijkbaar)
- bedrijven kunnen vrij toetreden
- alle informatie beschikbaar
uitkomsten
- verkopers hebben geen effect op de prijs
- iedereen is een prijsnemer
- EV = - oneindig (perfect inelastisch)
totale opbrengst bedrijf bij competitief bedrijf
TO = P x Q
de totale opbrengst/omzet is proportioneel aan de productie hoeveelheid
gemiddlede opbrengst competitief bedrijf
GO = TO / Q = P = de opbrengst per verkochte eenheid goederen of diensten
marginale opbrengst competitief bedrijf
De marginale opbrengsten = MO = de toename van de totale opbrengsten per extra verkochte eenheid
MO = ∆TO / ∆Q = P
winstmaximalisatie
Producenten streven er naar het verschil tussen hun totale opbrengsten en hun totale kosten, inclusief alle opportuniteitskosten, zo groot mogelijk te maken. Zo maximaliseren ze hun economische winst.
Zolang MO > MK: zinvol om meer te produceren (grijze driehoek A is de bijkomende winst die daardoor kan gemaakt worden)
Als MO < MK: verlieslatend (donkergrijze driehoek B)
dus optimale punt: MO = MK
Winstmaximaliserende hoeveelheid bij verschillende prijsniveaus: snijpunt marktprijs en stijgende gedeelte MK-curve, daarom aanbodcurve = MK-curve
Optimale hoeveelheid betekent niet per se winst! Daarom bijkomende vraag: is de marktprijs hoog genoeg om productie rendabel te maken? => structurele productiebeslissing; produceren de moeite of niet? De moeite indien TO ≥ TK
winstmaximalisatie winstgevend bedrijf bij verandering van prijs
- groen vlak: winst door GVK
- Rood vlak verlies door GTK
tijdelijke sluiting
korte termijn beslissing om niet te produceren gedurende een bepaalde periode, omwille van de heersende marktomstandigheden, er wordt geen rekening gehouden met de vaste kosten
indien: TO < TVK en P < GVK
maw: tijdelijke sluiting wanneer de P niet langer voldoende is om de GVK per eenheid te dekken
uittrede/exit
verwijst naar een lange termijn beslissing om de markt te verlaten, er wordt wel rekening gehouden met de vaste kosten
indien: TO < TK en P < GTK
winst, tijdelijke sluiting en exit grafisch (korte termijn)
verlies vs boekhoudig verlies
winst of exit (lange termijn)
tijdelijke sluiting niet mogelijk op lang termijn
korte termijn en lange termijn aanbodcurve
- KT: het gedeelte van de marginale kostencurver dat boven het minimum van de GVK-curveligt
- LT: het gedeelte van de marginale kostencurver dat boven het minimum van de GTK-curve ligt
break even heoveelheid
de minimale hoeveelheid om geen verlies te maken
TO = TK
Zinvol voor de producent om te weten welke Q hij moet verkopen om uit de kosten te geraken
berekening:
TO – TK = 0
=>…
=> Q = CK / (GO – GVK)
(GO – GVK) = contributiemarge -> bijdrage die elke eenheid geeft om de CK te dekken
eefecten toe en uitredeing op het marktaanbod op lange termijn
- bedrijven zullen toetreden tot de lange termijn winst tot 0 wordt gedreven
- op lange termijn is de prijs gelijk aan het minimum van de GTK
- de lange termijn curve van het marktaanbod is horozontaal bij exact deze prijs
overwinst
oorzaak: vraagt neemt plots toe door nieuwe trend, dit leidt tot extra aanbieders en prijsdaling