H16: oligopolie Flashcards
oligopolie
eigenschappen:
- klein aantal grote producenten
- strategische interactie (bij elke actie rekening houden met verwachte reactie van concurrent)
- kan richting volkomen concurrentie gaan of kartelvorming
concentratie index
Cumulatief aandeel van de X grootste bedrijven in de totale omzet in een markt
Bv. ABInBev & Heineken samen bijna 70% van de omzet van de biermarkt
korte termijn oligopolie
hoe dichter bij punt van Cournot (evenwicht monopolie) hoe meer kartelvormig, hoe dichter bij evernwicht perfect concurrentie, hoe competitiever
Evenwicht oligopolie
= stabiele situatie waarbij consumenten en producenten tevreden zijn en hun beslissingen niet langer willen aanpassen
Nash evenwicht
= een situatie waarin economische agenten die met elkaar interageren allemaal individueel hun beste strategie kiezen gegeven de keuzes van alle andere agenten dus heeft niemand er voordeel bij om nog van strategie te veranderen
zie afbeelding voor payoff matrix
uitelg: beide geen campagne = beide meer winst, waarom toch doen
als slecht 1 adverteert, slecht voor de andere
Definitie evenwicht = beste strategie als de ander zijn/haar strategie gekend is
Niet-niet adverteren voldoet hier niet aan
Nash is dus: wel-wel adverteren
kartel
Gedrag van producenten in een oligopolistische markt waarbij ze zich gezamenlijk gedragen als een monopolist door middel van coördinatie van productie en prijszetting
onderscheid:
- prijskartel: concrete prijsafspraken in een bepaalde markt
- Productiekartel: productieafspraken om samen een hogere prijs (de monopolieprijs) te verkrijgen (bijvoorbeeld OPEC)
- Distributiekartel (samen de markt verdelen)
=/= nash evenwicht, hebben de neiging uit elkaar te vallen
bertrandcompetitie
- veronderstelt identieke producten
- 2 concurrenten kiezen hun prijs
- degene met de laagste prijs zal de hele marjt bedienen
- degene met de hoogste prijs zal niets verkopen
- geen nash evenwicht mogelijk wel race to the bottom
- dus krijg je een perfecte concurrentie
cournot competitie
- 2 concurrenten kiezenhoeveelheid
- P hangt af van vraag en aanbod
- producent A probeert aanbod producent B te schatten en reageert daarop
- vice versa voor producent B
- er zal een evenwicht zijn wanneer beide reactiefuncties elkaar snijden
prijsleiderschap (bij niet samenwerkend-kartel)
1 producent is de prijsleider, hij is de grootste en goedkoopste
als hij de prijs veranderd zal de rest volgen
hoe kan producent 1 winst maximaliseren?
- bestuderen van aanbod van concurrenten en kosten dus inschatten
- Vraag van prijsleider = vraag totaal - anbod van concurrenten
- zet winstmaximaliserende prijs
vb: AB Inbev; Belfius, BNP Paribas Fortis