H13 - Chronische ziekte Flashcards
Crisis theory
Factoren die van invloed zijn op de coping van mensen met chronische ziekte.
- Ziekte gerelateerde factoren
- Achtergrond en persoonlijke factoren
- Fysieke en omgevingsfactoren
Adaptieve taken
Taken gerelateerd aan ziekte/behandeling
Taken gerelateerd aan psychosociaal functioneren
–> coping skills nodig
Adaption
Constructief positieve veranderingen in je leven:
- Mastery of demands
- Minimizing limitations
- Emotional distress vermijden
- Positief functioneren
Astma
Ademhalingsstoornis met episodes van verminderde of verhinderde ademhaling waneer de luchtwegen ontstoken of belemmerd zijn. Vaak door allergische reacties, stress, omgevingsfactoren, fysieke activiteiten, persoonlijke omstandigheden (infectie, angst etc.)
Suggestie
Kan astma symptomen verminderen door bijvoorbeeld placebo effect
Epilepsie
Terugkomende, plotse aanvallen (grand mal) die ontstaan uit elektrische storingen in de cerebrale cortex
Tonische fase
Stijf lichaam, verlies bewustzijn
Fases epilepsie
- Tonische fase: Stijf lichaam, verlies bewustzijn
- Clonische fase: spierspasmes
- Ontspanning
Soms 0.1: aura (onverklaarbare sensaties)
Spinal cord injury
Neurologische schade in ruggenmerg, verlies gevoel van reflexen en motorcontrole
Soorten spinal cord injury
- Tetraplegie: breuk ruggenmerg, vanaf nek regio verlamd
- Paraplegie: breuk ruggenmerg, lagere regio’s verlamd
Diabetes (hyperglycemie)
Te hoog gehalte glucose in je bloed door een tekort aan insuline (die wordt aangemaakt door de pancreas)
Insuline omhoog of omlaag
Door Pancreas:
Nonephinephrine: insuline omlaag
Cortisol: insuline omhoog
Diabetes type 1
- Insuline afhankelijk
- Kinderen
- Cellen pancreas vernietigd
- Injecties
- Ketoacidose: hoge niveaus vetzuren = nierfalen
Diabetes type 2
- Insuline onafhankelijk
- > 40 jaar
- Pancreas werkt een beetje
- Lichaam ‘weigert’ werking insuline
- dieet en medicatie
Te hoge en te lage bloedsuiker
Hyperglemic en hypoglemic