H10: Stappenplan, risicotaxatie en beslisboom (HOC 3) Flashcards

1
Q

Hoe verloopt de diagnostische cyclus in FACE perspectief?

A
  1. Aanmelding
  2. Intake en hypothesen
  3. Strategie/hypothesetoetsing
  4. Besluit
  5. Interventieplanning en uitvoering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat krijg je bij de aanmelding?

A

Een eerste klinische indruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houden intake en hypothesen in?

A

Intakegesprek, (hetero)anamnese, observatie, evt dossieranalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt strategie/hypothesetoetsing in?

A

Gericht onderzoek met (gestructureerd) interview, observatie, testonderzoek. Je gaat hierna eventueel je hypothesen bijstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat stel je op in je besluit?

A

Een advies en rapport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke fasen van de FACE cyclus komen biasen voor?

A

Intake en hypothesevorming
Besluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor moet je opletten bij de eerste indruk?

A

Deze is vaak blijvend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vul aan: alles wat geen probleem is, is een …

A

kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een belevingsinventaris?

A

Klachten- en krachtenanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een draagvlakinventaris?

A

Probleemverkenning die breder is dan gewoon klachten. Je kijkt naar oorzaken en moderatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke vlakken kun je onder andere je draagvlakinventaris beschrijven?

A
  • Ontwikkeling(sanamnese)
  • Context
  • Opvoeding
  • Karakter ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een ontwikkelingsanamnese?

A

Hoe was de ontwikkeling? Lasten zijn cumulatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een ontwikkelingsanamnese?

A

Hoe was de ontwikkeling? Lasten zijn cumulatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de hulpvragen en verwachtingen?

A

Specifiek de vraag die aan jou gesteld wordt. Deze is niet altijd expliciet. D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke hulpverwachtingen zijn er?

A
  • Nu een oplossing
  • proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan een hulpverwachting zijn en wat moet je dan doen?

A

Adequaat of niet en eventueel aanpassen

17
Q

Wat is catharsis?

A

Na de uiting van emoties een gevoel van opluchting

18
Q

Welke verschuiving zien we bij de handel-, denk- en voeldimensies?

A

Van probleem naar balans

19
Q

Welke stappen zijn er in de intake?

A
  1. Belevingsinventaris
  2. Draagvlakverkenning
  3. Procesverkenning
  4. Diagnostische hypothesen
  5. Onderzoeksplan
20
Q

Hoe verloopt een diagnostiekproces?

A
  1. Aanmelding
  2. Intake
  3. Intakeanalyse, vragen en gericht onderzoek
  4. kindonderzoek / opvoedingsonderzoek / gezinsonderzoek
  5. Besluit, advies en rapportage
21
Q

Welke 2 overdenkingen zijn van belang voor je aan de slag gaat met diagnostiek?

A
  1. De risicotaxatie staat in het hele stappenplan voorop
  2. Er is een spanningsveld tussen hoe je de diagnostiek ideaal uitvoert en hoe die in de praktijk mogelijk is
22
Q

Wat doe je met de het spanningsveld tussen de ideale diagnostiek en de praktisch haalbare diagnostiek?

A

Je doet constant aan kwaliteitscontrole

23
Q

Welke basisvragen zijn er voor de risicotaxatie?

A
  • Hoe zwaar is het draagvlak belast?
  • Welk risico volt hieruit voor de veiligheid van het kind of in het gezin?
24
Q

Welke 4 soorten signalen duiden op de nood om de risicosituatie te screenen?

A
  1. Een aanmelding of hulpvraag die als dringend is geformuleerd
  2. Een geobserveerd manifest risico voor kind en/of ouder bij de aanmelding
  3. Extreme draaglast
  4. Specifieke risicosignalen die blijken uit de intake of screening
25
Q

Waarom is de melding van vermoedens van een risicosituatie zo delicaat?

A

Foute positieve actie: kan het gezin blijvend schaden
Fout gebrek aan actie: bestaande schade blijft voortbestaan

26
Q

Welk instrument kun je gebruiken als je onveiligheid vermoed?

A

Het vernieuwe afwegingskader met vijfstappenplan

27
Q

Welke 5 stappen vinden we in de Nederlandse meldcode onveilige thuissituatie

A

Stap 1: Signalen in kaart brengen
Stap 2: Overleggen met collega’s en eventueel veilig thuis
Stap 3: Gesprek met cliënt
Stap 4: Wegen van huiselijk geweld of kindermishandeling
Stap 5: Beslissen

28
Q

Wat kan je doen in een sneltraject om toch kwaliteit te leveren, naast het bewaken van kwaliteitseisen?

A

Blinde vlekken benoemen

29
Q

Wanneer is een diagnostisch traject optimaal?

A

Als het aan de noden van het cliëntsysteem en de situatie beantwoordt

30
Q

Wat is een beslisboom?

A

Een hulpmiddel om te beslissen of je voor een modeltraject of sneltraject kiest.

31
Q

Risicotaxatie

A

Evaluatie van de veiligheid van het kind (en/of in de thuissituatie).

32
Q

Modeltraject (diagnostiek)

A

Volwaardige diagnostiek van het hele draagvlak van het kind, de omgeving inbegrepen.

33
Q

Sneltraject (diagnostiek)

A

De meest beknopte diagnostiek waarmee je de diagnostische vragen voor het kind en zijn omgeving nog verantwoord kunt beantwoorden.

34
Q

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

A

Nederlandse meldcode met afwegingskader om vermoedens van onveiligheid voor het kind of in de thuissituatie te melden.