H01 : algemene begrippen : ( soorten humor ) Flashcards
platvloerse humor
Geen verfijning, het taalgebruik is plat, dikwijls dialect(isch), soms gemeen.
Vaak is platvloerse humor ronduit beledigend voor diegene over wie het gaat.
Platvloerse humor is een vast element van de klucht.
slapstick
Slapstick is een vorm van situatiehumor, de lach wordt opgewekt doordat personages vallen, uitschuiven, iets op hun hoofd krijgen, … of doordat voorwerpen met veel kabaal omvallen of kapotvallen. Ook deze vorm van humor speelt een rol bij de klucht.
Situatiehumor is humor die alleen werkt in een welbepaalde situatie, buiten die welbepaalde situatie of context is wat gebeurt lastig, pijnlijk, droevig, een gewone mededeling, … maar niet grappig.
ironie
Bij ironie ontstaat het humoristische effect door het contrast tussen wat schijnbaar gezegd, getoond of gesuggereerd wordt en wat er echt gezegd, getoond of gesuggereerd wordt. De spreker of schrijver gebruikt de tegenstelling om ( mild ) te spotten met dat waarover hij het heeft, dat kan ook de spreker zelf zijn ( zelfironie ).
Bij verbale ironie ( zeggen of schrijven ) gaat het vaak om een opmerking die op verschillende ( tegengestelde ) manieren kan worden geïnterpreteerd.
Ironie maakt soms gebruik van specifieke technieken als hyperbool, litotes en understatement. Ook antifrase is belangrijk als techniek, dit is het exacte tegendeel zeggen van wat je bedoelt.
Ironie werkt alleen als de lezer of toehoorder ( subtiele ) hints krijgt dat de schrijver of spreker ironische bedoelingen heeft, deze hints kunnen liggen in de context, de situatie, de toon of de mimiek.
In het komische drama ( en in komische films ) komt een speciale vorm van ironie voor namelijk de dramatische ironie, dit is een komische effect dat ontstaat doordat de toeschouwers dingen weten die de personages ( nog ) niet weten.
sarcasme
Sarcasme is een vorm van humor die aansluit bij de ironie, maar die veel scherper is. Het gaat om een bijtende spot. Ook hier wordt het tegenovergestelde bedoeld van wat er gezegd wordt, maar het is veel directer tot het slachtoffer gericht. De lezer of de luisteraar kan erom lachen, het doelwit van de sarcastische opmerking ( meestal ) niet.
cynisme
Cynisme is een vorm van bittere, extreem bijtende humor. De schrijver of spreker is ( of doet zich alleszins voor als ) iemand die alles heeft gezien en gehoord. Niets ( menselijk ) kan hem nog verbazen. De werkelijkheid is voor hem niet ambigu, maar slecht en verdorven. Wat mooi of goed wordt genoemd, is voor hem slechts schijn. Iedereen die dit niet beseft, is achterlijk en mag daarom naar hartenlust bedrogen en gemanipuleerd worden.
Het onderwerp van cynische humor is gewoonlijk iets waar men normaal gezien respect voor heeft ( bv. liefde, vriendschap, lijden ).
zwarte humor of galgenhumor
Zwarte humor is heel grof, de humor is vergelijkbaar met cynisme, maar het onderwerp verschilt.
Bij cynisme draait het doorgaans om spotten met zaken waar mensen normaal respect voor hebben. Bij zwarte humor gaat het om zaken waar normaal niet openlijk over wordt gesproken, pijnlijke onderwerpen of onderwerpen waar je niet mee lacht ( niet omdat je er respect voor hebt, maar eerder omdat het taboe is ).
absurde humor
Absurde of ongerijmde humor is een vorm van humor die het vooral moet hebben van :
- associaties van woorden en situaties waardoor normale verwachtingen en logische denkschema’s onderuit worden gehaald
- verwijzingen naar obscure namen, dingen of figuren in een context waar ze totaal niet in thuishoren.
De humor heeft vaak geen pointe of clue.
Absurde humor komt voor in schilderijen, films, strips, cartoons, literatuur en tv-series.
overdrijving ( hyperbool )
Door een bepaalde situatie of eigenschap sterk te overdrijven, krijg je een komisch effect.
Karikaturen zijn tekeningen waarin bepaalde kenmerken van het onderwerp sterk overdreven worden, het zijn visuele overdrijvingen.
taalhumor
Taalhumor is humor die ontstaat door te spelen met taal.
De meest directe vorm van taalhumor is de woordspelling en soortgelijke manieren om gebruik te maken van dubbelzinnigheden.
Taalhumor kan nauw samenhangen met situatiehumor, een understatement is alleen grappig in een bepaalde context en droge humor en oneliners werken alleen als de situatie zich daartoe leent.
Sommige vormen van taalhumor zoals grappen, moppen, oneliners, overdrijven van accenten, … werken alleen ( goed ) in gesproken taal. Andere vormen van taalhumor werken beter in geschreven taal.
Ironie en sarcasme hebben vaak ook een talige component. De manier waarop woorden gezegd worden, maakt duidelijk dat de spreker niet letterlijk bedoelt wat hij zegt.