H01 : algemene begrippen : ( fictie, non-fictie en factie ) Flashcards
fictie
Het woord fictie verwijst naar teksten die het product zijn van de verbeelding van de auteur, wat in het verhaal verschijnt is verzonnen. Het is niet noodzakelijk dat werkelijke alles verzonnen is. De auteur kan dus vertrekken van feiten maar moet die wel met zijn fantasie bewerken.
Kenmerken van fictie :
→ formele indicaties zoals stijlfiguren, rijm, metrum, beeldspraak
→ standaardformuleringen zoals “Er was eens …”
→ ( meestal ) een vertellende of verhalende stijl
→ ( soms maar niet noodzakelijk ) fantastische elementen ( monsters, draken, ruimtewezens )
→ spanning
→ gericht op ontspannen of emotioneel raken
non-fictie
Het woord non-fictie verwijst naar teksten die feiten weergeven. Het gaat om teksten die de lezer informeren. Ze zijn gericht op de werkelijkheid.
Kenmerken van non-fictie :
→ ( meestal ) zakelijke stijl
→ geen fantastische elementen
→ geen spanning
→ gericht op informeren
Brieven, dagboeken, reisverslagen ( eventueel postuum gepubliceerd ) worden ook tot de non-fictie gerekend. Ze zijn misschien niet direct bedoeld om de lezers te informeren, maar ze zijn wel gericht op de werkelijkheid. Het kan zijn dat de schrijver de werkelijkheid anders voorstelt dan ze is ( moedwillig of uit onwetendheid ), maar hij heeft niet de bedoeling om over een gefantaseerde wereld te schrijven.
factie
Faction ( ook wel factie ) is een mengvorm van non-fictie ( fact ) en fictie ( fiction ). Het is om het heel eenvoudig te stellen, knap geschreven non-fictie. Het gaat bij faction om de feiten, maar die worden “kunstig” gepresenteerd zodat de grens tussen fictie en non-fictie vervaagt.
De term faction werd voor het eerst gebruikt in de VS in de jaren 60 van de vorige eeuw. De schoolvoorbeelden van het genre zijn “In Cold Blood” van Truman Capote ( 1966 ) en “Armies od the Night” van Norman Mailer.