Geneeskunde 2B3 HC week 6 - 1 t/m 4 Flashcards
Sinds wanneer doen we in NL aan infectiepreventiebeleid?
In de jaren ‘60 het eerste beleid door de infectiecommissie
–> 1981-2018 een werkgroep infectie preventie (WIP) die de richtlijnen opstelde en een documentatiecentrum
–> ook nog Kwaliteitswet Zorginstellingen die de verantwoordelijkheden voor de GGD beschrijft
Wat is implementatie en hoe gebeurt dit voor de infectiepreventie?
Implementatie = procesmatig en/of planmatig invoeren van een vernieuwing of een verandering, belangrijk dat naleving gecontroleerd wordt
In elk ziekenhuis een afdeling Infectiepreventie (IP) die beleid, keuzes, richtlijnen en onderwijs ontwikkeld, zij hebben eigen professionele verantwoordelijkheid, daarnaast doen ze ook:
- meten aantallen infecties
- (on)gevraagd adviezen geven
- verantwoordelijk voor uitbraak management
–> uitvoeren van de richtlijnen wordt gecontroleerd door Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), daarnaast ook visitaties voor NIAZ-Qmentum (Nederlands Instituut Accreditatie ziekenhuizen), KRIZ (Kwaliteit afdeling Infectiepreventie), VMS (veiligheidsprogramma van overheid, wilt 50% reductie van onbedoelde schade in 5 jaar) en surveillance
Aansprakelijkheid ligt of bij het Ziekenhuis/Raad van Bestuur, medische specialist, BIG-geregistreerden (voor tuchtrechter) of niet-BIG-geregistreerden (voor strafrechter)
Welke 3 dingen zijn belangrijk bij de preventie van ziekenhuisinfecties?
- preventie van kolonisatie: voorkomen dan een micro-organisme zich blijvend nestelt
- preventie van infecties: voorkomen dat de aanwezigheid van een micro-organisme leidt tot een infectie
- antibioticabeleid: gericht op het voorkomen van resistentie en tevens het adequaat behandelen van een (vermeende) infectie
Wat is een ziekenhuisinfectie/nosocomiale infectie (NI)?
Is ontstaan tijdens of door het verblijf in het ziekenhuis en was niet aanwezig of incuberend bij opname, infectie moet evident zijn tijdens de opname of na ontslag
- causaal verband tussen het verblijf en de infectie
- in de praktijk: infectie moet na de eerste 2 dagen van opname ontstaan zijn of te herleiden naar een vorige opname/ingreep
Wat is de epidemiologie van nosocomiale infecties/ziekenhuisinfecties?
Heel erg afhankelijk van het ziekenhuis en het land
- endemisch heeft 5-10% van de opgenomen patiënten een nosocomiale infectie, in NL dus zo’n 100.000 infecties/jaar
- In de USA heeft 2 miljoen het, 25% hiervan komt op de IC en 90.000 patiënten sterven er aan, hierdoor zo’n 4.5-5.7 biljoen dollar kwijt
Waar komen nosocomiale infecties vandaan en waar is het risico erop afhankelijk van?
Risico afhankelijk van onderliggend lijden, uitgevoerde procedures/ingrepen en opnameduur
Komen van:
- endogeen: ontstaat vanuit eigen flora, bron is vaak normale commensalen van de huid, respiratoire tractus of gastro-intestinale tractus, moeilijker te voorkomen aangezien mensen het bij zich dragen, incidenteel is een reactivatie van een latente infectie de bron, een cave is geselecteerde resistente flora
- exogeen: besmetting heeft in het ziekenhuis plaatsgevonden en het micro-organisme komt daar vandaan, bron is vaak afkomstig uit de omgeving (Aspergillus (verbouwing), Legionella (leidingwater), MRSA (oppervlakten)) maar ook wel eens van de levende omgeving (medewerkers, bezoekers, andere patiënten)
Welke manieren van transmissie van micro-organismen zijn er?
direct:
- contact: lichaam-lichaam contact (aanraking, zoenen, geslachtsgemeenschap)
- druppel: grote druppels van niezen/hoesten/spreken, over een korte afstand, depositie op conjunctiva en mucosa (hiervoor handhygiëne heel erg belangrijk!)
indirect:
- vehicle born: bijv. water, voedsel, linnen, apparatuur
- airborne: aërosole transmissie (1-5 µm), aerogeen als er disseminatie van airborne druppelkernen is; blijven gesuspendeerd in de lucht voor langere tijd, verspreiding afhankelijk van luchtstromen, kunnen over grote afstanden verspreiden
- vector: bijv. insecten (zelf geïnfecteerd of carrier, zelden nosocomiaal)
- parenteraal: via besmette injectienaalden
Wat zijn de universele preventie maatregelen?
Dit zijn de algemene preventie maatregelen:
- belangrijk voor de patiënt en arts
- dienen altijd, ongeacht de (vermoedelijke) diagnose, uitgevoerd te worden
- uitvoering dient plaats te vinden bij elk (te verwachten) contact met muceuze membranen en/of lichaamsvloeistoffen, ongeacht zichtbaar bloed
- uitzondering: zweet
Bestaat uit:
- persoonlijke hygiëne (geen sieraden, lange haren in een staart, geen nagellak, etc.)
- handhygiëne
- asepsis: iets dat steriel is mag niet vervuild raken in het proces
- decontaminatie: desinfecteren huid voor prikken van een infuus
Wat zijn de 3 belangrijkste porte d’entrées?
- direct huidcontact
- niet-intacte huid (wonden, puncties)
- muceuze membranen (conjunctiva, tractus gastro-intestinalis, tractus respiratorius, tractus uro-genitalis)
Wat zijn extra preventieve maatregelen?
gebaseerd op de transmissieroute van een specifiek micro-organisme, bijv. bronisolatie bij een micro-organisme dat via contact, druppels, aerogeen of een combinatie hiervan kan worden overbracht
- doel: beschermen van andere personen
Voorbeelden:
- beschermende isolatie: bij immuun gecompromitteerde patiënten, groot belang dat ze niet worden blootgesteld aan micro-organismen omdat hun afweer verminderd is
- universele isolatie: bedoeld voor zowel de patiënt als de omgeving
Wat is de surveillance van infectiepreventie en wat zijn de meest voorkomende nosocomiale infecties?
Het meten, terugkoppelen, invoeren van een interventie en opnieuw meten, hiervoor richtlijnen en procedures + interventies en educatie nodig
- 2x per jaar wordt het aantal nosocomiale infecties geteld, landelijke prevalentie van ong. 5%
- meest voorkomend: postoperatieve wondinfectie (POWI, 25%), UWI (24%), luchtweginfectie (21%), sepsis (15%)
Wat zijn nieuwe infectieziekten (emerging) en wat zijn opnieuw opgekomen (re-emerging) infectieziekten in deze tijd?
Emerging: hiv/AIDS, veteranenziekte (Legionella), ziekte van Lyme, hepatitis C en D, ebola hemorragische koorts, hantavirus, Sars-CoV-19, monkeypox
Re-emerging: tuberculose, malaria, syfilis, difterie, kinkhoest, mazelen
Wat zijn redenen van de opkomst van infectieziekten?
- klimaatverandering
- toegenomen mobiliteit wereldbevolking
- toegenomen menselijk risicogedrag (meer SOA’s door veranderd seksueel gedrag)
- toegenomen resistentie van ziekteverwekkers tegen antibiotica
- falende tijdige detectie van infectieziekten (surveillance)
- mislukte bestrijding van vectoren (muggen)
- ontbossing en andere ingrepen in het milieu
- sociale desintegratie in bepaalde landen (burgeroorlogen)
Wat zijn de belangrijkste categorieën infectieziekten?
- gastro-intestinale infecties
- HIV/AIDS
- meningitis
- respiratoire infecties
- seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA)
- virale hepatitis
- ziekenhuisinfecties en (multi)resistente micro-organismen
- ziekten uit het Rijksvaccinatieprogramma
- zoönotische ziekten
Wat houdt de Wet publieke gezondheid (2008) in?
Zegt over bestuurlijke verantwoordelijkheid en uitvoering van de bestrijding het volgende:
- verantwoordelijkheid voor bestrijdingsmaatregelen in de bevolking ligt bij de burgemeester, de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) is de adviserende en uitvoerende dienst waarmee de behandelaar in de praktijk te maken heeft
- bij het geval van uitbraken/epidemieën met potentieel nationale/internationale implicaties komt de regie van de bestrijding in de handen van de minister van VWS, adviserende en uitvoerende dienst op landelijk niveau is het Centrum infectieziektebestrijding van het RIVM