Geneeskunde 2B3 HC week 4 - 5 t/m 7 Flashcards
Wat is de relatie tussen bilirubine en icterus?
In de macrofaag wordt hemoglobine afgebroken in globine en heem (giftig dus moet snel weer omgezet worden) –> heemgroep wordt omgezet in ongeconjugeerd bilirubine (met biliverdine als tussenstap) –> ongeconjugeerd bilirubine gaat naar de lever en wordt hier omgezet in geconjugeerd/direct bilirubine (door glucoronyl transferase) –> hierna wordt het uitgescheiden via de darmen door via het gal hiernaartoe te gaan
Als bilirubine niet via de darmen en feces wordt uitgescheiden ontkleurt de feces en wordt de urine donkerder, het wordt dan meer dan normaal via de urine uitgescheiden
- bij teveel ongebonden bilirubine in het bloed kan het de bloed-hersenbarrière passeren en schade geven aan basale kernen (vooral bij kinderen ernstig)
Wat staat er in de differentiaal diagnose bij icterus op kinderleeftijd voor zowel een ongeconjugeerde hyperbilirubinemie als een geconjugeerde hyperbilirubinemie?
Ongeconjugeerde hyperbilirubinemie:
- verhoogde bilirubineproductie door hemolyse (verhoogde afbraak ery’s)
- verlaagde bilirubineconjugatie door bijv. syndroom van Gilbert of Crigler-Najjar type 1 en 2
Geconjugeerde hyperbilirubinemie: vaker bij het oudere kind
- obstructie: galgangatresie (afsluiting galafvoerbuis), chodelochussteen, chodelochuscyste, hemangiomen (goedaardige woekering bloedvaten, tumoren
- infecties: hep.A,B,C of ziekte van Pfeiffer (EBV)
- genetisch: CF, ziekte van Wilson (koperstapeling), Alfa-1-antitrypsine deficiëntie (metabole stoornis, tekort eiwit om werking elastase te remmen (belangrijk bestanddeel bindweefsel afbreken)), BRIC (genetisch, galzouten niet uit lever gehaald en darm neemt het meer op)
- immunologische aandoening: auto-immuunhepatitis, primaire scleroserende cholangitis
- diversen: toxische hepatitis (geneesmiddelen)
Waardoor kan hepatitis veroorzaakt worden bij kinderen en welke test voor je dan uit?
Vaak door hepatitis A t/m E, EBV, CMV en enterovirus
Virusserologie toont een sterk positief antihepatitis-(A) IgM, IgG-antistoffen ontstaan pas na ong. 2 maanden
- vaak verdwijnt de icterus vanzelf na een paar weken en is behandeling niet noodzakelijk
Wat is het hepatitis A virus en wat is de epidemiologie?
picorna-virus uit enterovirus 72 groep
- vooral opgelopen in endemische landen met verminderde hygiëne en slechte sanitaire voorzieningen, daarnaast seizoensgebonden want het komt alleen in warme periodes voor
- faeco-orale overdracht (besmet drinkwater/-voedsel, knuffelcontact, schoolcontact)
- in NL 600-1200 meldingen per jaar
- prevalentie vooral in Afrika, Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië hoog
Hoe is het beloop van een hepatitis A infectie?
- incubatietijd is 30 dagen (je wordt namelijk pas ziek van je eigen immuunrespons)
- virus is 2-3 weken in bloed en ontlasting aantoonbaar voor symptomen ontstaan
- virus is tot 2 weken in de ontlasting aanwezig na de ziekte
- beloop is ook afhankelijk van de leeftijd: jonge kinderen asymptomatisch beloop, oudere kinderen (>5 jaar) heeft 50% symptomen, adolescenten/volwassenen 80% symptomen
- bij volwassenen is het in 5-10% ifasisch of er ontstaat een recidiverende vorm (2e/3e aanval)
Wat zijn de symptomen van hepatitis A?
Klachten ontstaan acuut
- Prodromale fase (periode voorafgaand aan uitbreken ziekte): algemene malaise, hoofdpijn, koorts
- Na enkele dagen: buikpijn, misselijkheid met braken, verminderde eetlust, geelzucht, jeuk –> houden meestal 2-3 weken aan en zijn afhankelijk van leeftijd patiënt (langer bij hogere leeftijd)
- Extra-hepatische klachten: veroorzaakt als immuuncomplexen neerslaan in bijv. de huid of gewrichten, 14% krijgt huiduitslag of vasculitis van de huid, 11% gewrichtspijnen/-ontstekingen m.n. onderste extremiteiten, staan bij jonge kinderen vaak meer op de voorgrond
- Hepatische encefalopathie: veroorzaakt door een verminderde klaring van afvalstoffen (ammoniak) door de lever waardoor de functie van de hersenen achteruit gaat, hierdoor suf, lage EMV, geagiteerd, etc.
Hoe is de transmissie van hepatitis?
A: importziekte, besmetting fecaal-oraal tijdens de vakantie, acute ziekte
B/C: verticaal (via moeder) of horizontaal (via bloed/sperma), vooral bij risicogroepen en kan resulteren in chronisch dragerschap
Wat doe je als de diagnose hepatitis A bij een patiënt gesteld is?
- meldingsplicht bij GGD (groep B2)
- hecht contact nodig om de ziekte over te dragen (gezinnen, kinderdagverblijven); daarom pas na 1 week start symptomen weer naar school en gescheiden toilet en hygiënevoorschriften
- omgevingsonderzoek om verspreiding te voorkomen
- geen therapie of evt. ondersteunend maar eigenlijk is de ziekte zelflimiterend
- preventie is mogelijk d.m.v. post-exposure profylaxe/vaccinatie
- in de gaten houden of er sprake is van leverfalen: verhoogde leverenzymen (ASAT/ALAT), vertraagde stollingstijd, verhoogd gamma-GT, stijging totaal bilirubine en bij stijging ammoniak ook letten op mogelijke hepatische encefalopathie
Wat is er te doen voor preventie van hepatitis A?
Goede hygiëne is de meest effectieve en essentiële manier, want de mens is de enige bron van hepatitis, het kan tot 4 uur op vingertoppen overleven
- reis naar endemisch gebied vaccineren tegen hepA (in Amerika in vaccinatieprogramma)
- passieve immunisatie met immuunglobulinen (anti-hepA antistoffen) binnen 2 weken na expositie (geeft 90% minder infectie)
Wat zijn opkomende infectieziekten?
Gedefinieerd als infectieziekten die:
- recent zijn toegenomen in incidentie (bijv. Q-koorts) of in geografische verspreiding (bijv. West-Nile koorts, van vogels)
- verspreid zijn naar een nieuwe gastheerpopulatie of gastheersoort (bijv. COVID-19, van vleermuizen)
- recent zijn ontdekt of zijn veroorzaakt door nieuwe geëvolueerde ziekteverwekkers (bijv. humane metapneumovirusinfectie)
–> >60% van de opkomende infectieziekten in de humane populatie komen van dieren
Wat is zoönose?
Elke ziekte die gedeeld wordt door de mens en andere gewervelde diersoorten
- overdracht kan zowel van dier op mens (bijv. vogelgriep (kip), aids (chimpansee), rabiës (hond)) als van mens op dier (bijv. tuberculose (olifant), influenza (fret), RS-virus (gorilla)) plaatsvinden
- knaagdieren (2300), vleermuizen (1200) en vogels (10.000 soorten) kunnen reservoirs zijn van opkomende infectieziekten, vanwege de vele soorten met elk hun eigen verspreiding/leefwijze is het lastig om het goed te monitoren
Waardoor is er de laatste decennia een opkomst van opkomende infectieziekten (zowel humaanspecifiek als zoönosen)?
De impact (o.a. financieel) neemt toe, redenen voor de opkomst zijn:
- meer intensieve dierhouderij (bijv. Q-koorts); vooral pluimvee (5x), varkens (2,5x), rundvee (1,5x)
- meer handel in dieren en dierlijke producten (bijv. COVID-19)
- klimaatopwarming, hierdoor groter verspreidingsgebied (bijv. West-Nile virus)
- meer uitbuiting van natuurgebieden en ontbossing (bijv. Ebola)
- biodiversiteitsverlies (bijv. ziekte van Lyme)
De verspreiding van de ziekten is groter door meer reizen, meer handel in dieren en dierlijke producten en meer infecties van migrerende dieren
- daarnaast is er een afnemend gemiddeld welzijn (o.a. door verhoogde economische ongelijkheid) wat leidt tot verhoogde sociale spanning met wantrouwen in autoriteiten en politieke polarisatie –> maatregelen m.b.t. infectieziekten wordt hierdoor lastiger
Er zijn verschillende factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van opkomende infectieziekten, hoe zijn deze systematisch geordend?
- globale/regionale factoren: klimaat, landgebruik, dierhouderij
- leefomgeving: habitat, voedsel/water, migratie
- populatiedynamica: contact tussen soorten, populatiegroei, uitbreiding territorium
- interacties: mensen, dieren, vectoren
Wat zijn 4 goede mogelijkheden in de aanpak van opkomende infectieziekten?
- Goede surveillance: goed in kaart brengen bij hoeveel patiënten en waar de ziekte zich bevindt, kan ook bij dieren maar lastiger door veel diersoorten en veel verschillende pathogenen; overmatige diersterfte (bij opkomende zoönose) van bijv. kraaien voor West-Nile koorts of je kunt NGS van rioolwater doen, oplettende ziekenhuismedewerkers zijn belangrijk en ook het internet
- Goede diagnose: laatste jaren diagnostiek fors verbeterd en versneld, voorkeur is een diagnostische tool onafhankelijk van de soort (bij mens en dier te gebruiken), het kan naar; virusgenoom (DNA, RNA), viruseiwit (antigen) of antilichamen tegen het virus (IgG, IgM, IgA)
- Beperken ziekte en dood: beschermingsmaatregelen zoals quarantaine en isolatie zijn belangrijk om verspreiding te voorkomen, vaccinatie is ook belangrijk maar ontwikkeling duurt erg lang, grote isolatie en intensive care capaciteit, bescherming van personeel en goede therapie zijn ook van groot belang
- Onderliggende oorzaken wegnemen: hierdoor zal toename verminderen, mogelijke interventies zijn; minder dierhouderij, minder handel in dieren en dierlijke producten, minder klimaatopwarming, minder uitbuiting van natuurgebieden en minder biodiversiteitsverlies
Waardoor raakt het ecosysteem de laatste jaren uit zijn evenwicht en wat voor soort veranderingen zijn hiervoor nodig?
We zijn erop gericht om het duurzaam in balans te brengen en optimaliseren van gezondheid van mensen, dieren en ecosystemen, het raakte uit balans door:
- klimaatverandering: gemiddelde temperatuur op land is met 1,5 graden Celsius gestegen in vergelijking met 1850
- biodiversiteitsverlies: toename van het uitsterven van diersoorten
- stikstofcyclus
Hiervoor zijn transformatieve veranderingen nodig; ecosysteem meer in evenwicht en hierdoor zoönotische risico’s verlagen, hiermee worden fundamentele, systeembrede reorganisaties m.b.t. technologische, economische en sociale factoren bedoeld inclusief denkkaders, doelen en waarden. Hier valt o.a. onder:
- voorzien in collectieve behoefte van gezond voedsel, water, energie en lucht
- actie ondernemen tegen klimaatverandering
- bijdragen aan een duurzame ontwikkeling