Geneeskunde 2B3 HC week 4 - 1 t/m 4 Flashcards
Hoe vaak komen reizigers- en importziekten voor en wat is de meest voorkomende doodsoorzaak?
Van de 100.000 reizigers (internationaal) krijgt ong. de helft (50.000, 30-70%) te maken met reisgerelateerde gezondheidsklachten –> hiervan bezoeken ong. 3000 de dokter (1-5%), slechts 1:100.000 overlijdt naar aanleiding van een reisgerelateerd probleem
Meest voorkomend van NL reizigers in het buitenland:
1. HVZ; al langer aanwezig, maar klachten treden pas op in het buitenland
2. (verkeers)ongevallen
3. fatale infecties
Waar staat LARISA voor m.b.v. reizigers- en importziekten?
Diagnostische matrix om vast te stellen waaraan de reiziger lijdt;
- Locatie: precieze gebied, de risicovolle gebieden voor bepaalden ziekten zijn goed beschreven (reizigersdiarree grotere kans op Zuid-Amerika/Afrika en risico buiktyfus groter in India), geografische kennis over incidenties van ziektes in verschillende landen is belangrijk (ook denken aan slechte gezondheidszorg of verminderde hygiëne
- Activiteiten: bijv. in Indonesië veel apen (kan in geïnfecteerde periode rabiës overdragen maar hele kleine kans)
- Reiziger: geslacht (mannen hoger risico), gezelschap (alleen reizen hoger risico op geslachtsziekten en in groepen juist door groepsdruk meer risicovol gedrag), leeftijd (hogere leeftijd minder reserves dus sneller ziek, bijv. bij malaria mortaliteit exponentieel met leeftijd), voorgeschiedenis (pre-existent onderliggend lijden/medicijngebruik vergroot kans op ernstiger beloop), beschermende maatregelen (vaccinaties, profylaxe, etc.)
- Incubatietijd: tijd tussen moment van besmetting en ontwikkelen van symptomen, zit een minimum en maximum op (dagen tot maanden tot >1 jaar)
- Symptomen: 80% heeft klachten van koorts, gastro-intestinale klachten (diarree) en huidverschijnselen
- Aanvullend onderzoek: niet bij iedereen patiënt nodig, belangrijke aspecten; leukocytose (bacterieel, amoebenabces), leukopenie (viraal, dengue, rickettsiose, leishmaniasis, buiktyfus, brucellose), trombopenie (malaria, arboviraal, leptospirose, rickettsiosem, hemorragische koorts, diffuus intravasale stolling, leishmaniasis), eosinofilie (strongyloidiasis, schistosomiasis, acariasis, filiariasis, gnathostomiasis, fascioliasis, trichinellose)
Wat zijn risico’s voor het ontwikkelen van een infectieziekte?
- reisgebonden risico’s: stress, jetlag, trombose, frequent vliegen, vliegangst
- persoonsgebonden risico’s: cardiovasculair risicoprofiel, medicatie, voorgeschiedenis, vaccinatiestatus, risicoperceptie, operatie
- locatiegebonden risico’s: lokale gezondheidszorg, oorlog, epidemie, klimaat, sanitatie, infectieziekten, luchtverontreiniging, cultuurverschillen, verkeersveiligheid
- activiteitsgebonden risico’s: meerdaagse werkweek, ploegendienst, fysieke belasting, mentale belasting, risicogedrag, avontuurlijke reis
Wat is Rabiës?
100% dodelijke infectieziekte zonder interventie
- meest voorkomend in India en omringende landen, maar ook Afrika en Zuid-Amerika
- niet-gevaccineerd persoon moet onmiddelijk menselijk anti-rabiës immunoglobuline (MARIG) krijgen na een beet van een rabide dier + starten met vaccinaties
- >95% door hondenbeten, ong. 3% kattenbeten (+ zelden jakhals, honingdas, mangoest, aap) –> overlijden zelf er ook aan, bijv. hond in 7 dagen –> aap is geen reservoir voor rabiës, wel na apenbeet in het gezicht MARIG toedienen, want het zit heel snel bij CZS
- hydrofobie: kenmerkend symptoom, beschadiging aan neuronen waardoor de verbindingen chaotisch komen te liggen, schittering van water zorgt voor veel inkomende prikkels die kortsluiting in het gedestrueerde brein veroorzaken
Welke stappen moet je zetten als een patiënt zich meldt met koorts en verdenking op een reizigers-/importziekte?
Doorloop het stroomdiagram (zie afbeelding!);
1. uitsluiten van malaria (rekening houdend met de incubatietijd)
2. uitsluiten van dingen die je i.i.g. niet wilt missen voor jezelf/omgeving (virale hemorragische koorts, TBC), voor de patiënt (malaria, amoebenabces, buiktyfus, trypanosomiasis, andere alarmsymptomen)
3. focussen op de koorts; veel verschillende uitingsvormen van koortsende ziekte dus het is ingedeeld in de volgende groepen:
- koorts met afwijkingen van lever en/of galwegen
- koorts met bloedingsverschijnselen
- koorts met oesinofilie
- koorts met gastro-intestinale klachten: feceskweek, bloedkweek, leukocyten, CRP, nierfunctie, kalium, ECG
- koorts met gewrichtsklachten
- koorts met huidafwijkingen: virusdiagnostiek, afhankelijk van exacte huidbeeld doorsturen naar dermatoloog
- koorts met luchtwegklachten: X-thorax, sputumkweek, bloedkweek, keelwat, leukocyten
- koorts met neurologische klachten: CT, lumbaalpunctie, bloedkweek, leukocyten, CRP
- persisterende/recidiverende koorts
- koorts met sepsis: bloedkweek, leukocyten, CRP, nierfunctie, urinekweek, X-thorax, beeldvorming abdomen, lactaat, nier- en leverpanel, ECG
Wat is de incidentie van Malaria (zowel wereldwijd als in NL)?
Belangrijkste infectieziekten waarbij per jaar zo’n 230 miljoen mensen geïnfecteerd raken en er 409.000 overlijden (90% sub-Sahara Afrika en vooral kinderen <5 jaar en zwangeren), risicopopulatie is ong. 3 miljard
- vnl. in Midden-Afrika, Midden-/Centraal-Amerika, Zuidoost-Azië (Thailand, Cambodja, Birma)
In NL een importziekte, 200-300 reizigers per jaar waarvan er gemiddeld >1 per jaar sterft
- goed te behandelen (met chloroquine) als er snel wordt ingegrepen
- tot 1920 was het endemisch, sinds 1945 prevalentie sterk gedaald door medicatie, sinds 1970 ‘malariavrij’
- vnl. asielzoekers/inwoners die bij familie in het buitenland op bezoek gaan, minder vaak door toerisme/zakenreizen
Wat is de verwekker van Malaria?
Veroorzaakt door parasitaire protozoa uit de apicomplexa groep (Plasmodium), er zijn >200 soorten Plasmodium die voor een ander type malaria kunnen zorgen, 5 zijn infectieus voor mensen
- plasmodium falciparum (80%): malaria tropica (ernstig beloop), hoogste mortaliteit, geen regelmatig koortspatroon
- plasmodium vivax (15%): malaria tertiana (3daagse koorts), regelmatig piekende koorts die terugkomt op 3e dag
- plasmodium ovale (3%): malaria tertiana (3daagse koorts)
- plasmodium malariae (1%): malaria quartana (4daagse koorts)
- plasmodium knowlesi: apenmalaria (langstaart makaken), bij mensen een ernstige vorm, zeldzaam, geen regelmatig koortspatroon
- (plasmodium simium; apenmalaria, lijkt op p.vivax)
Wat is de pathogenese (ontwikkelingscyclus) van Malaria (Plasmodium)?
- besmetting: door gebeten te worden door een Anopheles Atroparvus mug (voor p.vivax en p.ovale)
- Sporozoïeten: mug injecteert dit via speeksel in de huid die de bloedbaan ingaan, in <30 min verplaatst de parasiet naar de lever en dringt hij een Kupffer cel en hierna transversie naar de hepatocyt binnen –> in de lever heeft de parasiet 6/7-17 dagen nodig om te vermenigvuldigen (ook vorming parasitaire vacuole), hierdoor incubatietijd
3a. Hypnozoïet: slapende variant van sporozoïeten in de lever, hierdoor mogelijk dat mensen lange tijd na besmetting pas verschijnselen krijgen
3b. Merozoïten: komen vrij als de hepatocyten openscheuren en zij kunnen erytrocyten infecteren waarbij ziekteverschijnselen ontstaan - Erytrocytaire cyclus/Pathogene fase: merozoïeten ontwikkelen in de erytrocyt, binden aan specifieke receptoren waardoor de merozoïet aseksuele deling ondergaat en er 12-32 merozoïeten ontstaan (bestanddelen erytrocyt worden afgebroeken) in 24-72 uur
- Erytrolyse: lysis van erytrocyt, hierdoor vrijkomen merozoïeten en malaria-antigenen, pigment en pyrogene stoffen (zorgen voor koorts(patroon))
- Gametocyt: merozoïet differentieert hiernaar, als een mug een mannelijke en een vrouwelijke gametocyt uit de bloedbaan opzuigt kan er in de darm van de mug een zygoot (ookinete) ontstaan waarmee een nieuw persoon geïnfecteerd kan raken
Wat zijn de symptomen van Malaria?
Start symptomen: griepachtig beeld met koorts en malaise op de voorgrond, soms heftiger beloop met weefselhypoxie, shock, orgaandisfunctie en sterke immuun(de)activatie + anemie en trombopenie (door diffuus intravasale stolling en sekwestratie van de milt) –> typisch koorts, hoofdpijn, spierpijn, malaise, veranderd bewustzijn, buikpijn, misselijk, braken, diarree, icterus, hepatosplenomegalie
- bij malaria tropica ook: shock, cerebrale malaria, nierinsufficiëntie, ernstige anemie, acidose, hypoglycemie/leverfalen, cardiale disfunctie
Koortspatronen ontstaan omdat merozoïeten een replicatietijd van 48-72 uur hebben en als ze opeens allemaal uitkomen kan het voor piekende koorts zorgen (p.vivax, p.ovale en p.malariae). Soms is er ook continue koorts (p.falciparum) of een grillig verloop als erytrocyten niet op een specifiek moment open breken
- apenmalaria: replicatietijd 24 uur, synchroniseert meestal niet
Wat is de incubatietijd van de verschillende typen malaria?
- P. falciparum: 8-14 dagen
- P. vivax: 12-17 dagen, uitgesteld tot 5 jaar na besmetting maar meestal <1 jaar
- P. ovale: 16-18 dagen, uitgesteld tot 2 jaar na besmetting met een piek <1 jaar
- P. malariae: 18-40 dagen
- P. knowlesi: onbekend
P. vivax en P. ovale kunnen ook zorgen voor hypnozoïeten in de lever (zijn in rust), hierdoor lange incubatietijd en uitgestelde aanval, medicatie is ook meer gericht tegen parasieten in de bloedbaan i.p.v. in de lever
Waarom heeft de P. falciparum infectie (malaria tropica) een ernstiger beloop dan andere soorten?
- afwezigheid begrenzing van invasie van de erytrocyten: p. vivax en p. ovale invaderen alleen jonge ery’s (voorkeur voor die receptoren), p. malariae invadeert alleen oude ery’s en zo blijven bij al deze ziektes er ook nog gezonde ery’s over. P. falciparum infiltreert alle ery’s waardoor er geen natuurlijke begrenzing is
- sequestratie van geïnfecteerde erytrocyten: met P. falciparum geïnfecteerde ery’s hebben andere receptoren op opp. waardoor ze aan endotheelcellen hechten vnl. in capilairen (laagste stroomsnelheid), hierdoor raken ery’s vastgebonden aan capillairen waardoor nauwelijks bloed passeert (ontstaan sequestratie), hierdoor weefselschade –> activatie immuunsysteem –> orgaanfalen
Wanneer hebben mensen een aangeboren resistentie voor malaria en wat levert dit op?
Afwijkingen in hemoglobine (hemoglobinopathie (bijv. sikkelcelziekte)) overlappen qua gebied van voorkomen met de endemische gebieden van malaria, het heeft namelijk positieve gevolgen voor een malaria-besmetting, want;
- verminderde groei en ontwikkeling parasiet
- verhoogde klaring geïnfecteerde erytrocyten (bijv. door sikkeling)
- lagere hemozoïne geïnduceerde pathologie
–> heterozygoot beschermt tegen ernstige malaria, homozygoot zijn heeft wel ook ernstige nadelen voor de patiënt
Daarnaast zijn er in sommige populaties bepaalde receptoren op erytrocyten niet aanwezig, bijv. de Duffy negatieven zijn 100% beschermd tegen P.vivax
Waaruit bestaat de diagnostiek bij malaria?
- dikke druppel en uitstrijk (gouden standaard)
- (antigeen) sneltesten/flowcytometrie (met UV-probes)
- kwantitatieve Buffy Coat analyse (QBC)
- serologie (confirmatie doorgemaakte infectie)
- moleculaire diagnostiek (PCR; confirmatie plasmodium soort (detectie lage parasitemie))
Hoe is de behandeling van malaria verschillend per type?
- P. falciparum: ongecompliceerd; oraal malarone, mefloquine en riamet (ook preventief maar nu in therapeutische dosis) OF atovaquon/proguanil AP po OF artemether/lumefrantine AF po, gecompliceerd (parasitemie >2-5%, orgaanfalen, braken, schizonten); i.v. met artesunate gevolgd door een volledige orale kuur
- P. malaria/-knowlesie: chloroquine po., bij ernstig artesunate i.v. gevolgd door chloroquine
- P. vivax/-ovale: chloroquine po en bij resistentie mefloquine AP/AL, bij ernstig artesunate i.v. en orale behandeling + altijd gevolgd door primaquine (hypnozoïeten doden en uitgestelde aanval voorkomen, TENZIJ bij G6PD-deficiëntie)
Wat zijn alarmsymptomen voor reizigers-/importziekten en wat moet je hierbij goed inschatten?
- hoge koorts
- huid- en/of slijmvliesbloedingen
- hypotensie
- hypoxemie
- ernstige dehydratie
- menigeale prikkeling
- veranderd bewustzijn
Belangrijk om goed in te schatten: mate van progressie klachten, ernst van de ziekte, besmettelijkheid
Wat is de verwekker van Dengue en wat is het voor soort ziekte?
Verwekker is een enkelstrengs RNA-virus (denguevirus) opgeborgen in een capside
- is een arbovirus: wordt door een geleedpotig insect overgedragen, vnl. door tijgermug (Aedes aegypti/-albopictus), vooral in bevolkte gebieden en vrouwtjesmug steekt bij voorkeur overdag/vroege avond en komen niet boven een hoogte van 1 km, besmette mug kan heel zijn leven het virus overdragen (ook via eieren; kunnen langdurig droogte weerstaan en komen soms pas jaren later na contact met water uit) –> alle serotypen komen voor in alle endemische gebieden
- 4 serotypen (DENV-1/-2/-3/-4) met 30% variatie hiertussen, mate van kruisbescherming afhankelijk van overeenkomst aminozuren van eiwitten op envelop virus, doormaken DENV-1 biedt geen bescherming tegen de andere serotypen
- incubatietijd is gemiddeld 4-7 dagen maar kan van 3-14 dagen zijn
- mortaliteit 1:1500 en ernstige variant 1:87 (ong. 1,5-2%)
- komt uit de familie van flavivirussen samen met Japans encefalitis virus (JEV), West-Nile virus (WNV), gele koorts (YFV) en tick-borne encephalitis virus (TEBV)
Wat is de epidemiologie van Dengue?
Vnl. in Latijns-Amerika (11,5 per 1000 reizigersmaanden), Afrika (13,4) en Azië (10,2-16,9)
- kans op het oplopen 2%, hiervan krijgt 2% ernstige dengue
- op 1000 reizigersmaanden zijn er (afhankelijk van het continent) 10-17 infecties
- tegenwoordig ook autochtone kleine uitbraken in Zuid-Europa doordat Aedes albopictus in Europa voorkomt en via reizigers het virus kan opnemen en zo anderen kan besmetten
Wat zijn de klinische verschijnselen van Dengue?
- Aspecifieke koortsende ziekte, waarbij 87% van de patiënten geen/nauwelijks klachten heeft
- Klassieke dengue fever (DF): na korte incubatieperiode (<10 dagen) ong. 6-7 dagen met een kleine koortspiek tegen het einde (bifasisch temperatuurverloop), hoeveelheid trombocyten daalt tot koorts is gezakt (kenmerkend), tegen het eind van de koorts huidafwijkingen
- Dengue hemorrhagic fever (DHF): hoge koorts, bloedingsneiging door trombocytopenie, indikking bloed, klein percentage raakt in shock (DSS)
- Dengue shock syndrome (DSS): volgt op DHF, hoge mortaliteit
–> koorts is typisch zadelkoorts: eerst hoge koorts die zakt rond dag 3 en rond dag 5 weer opkomt, verder klachten van hoofdpijn (achter ogen), spier-/gewrichtspijn, rash, misselijkheid, diarree, buikpijn, braken
–> lijkt heel erg op Zika (specifiek wel vaak oedeem van de extremiteiten en conjunctivitis) en Chikungunya
Welke diagnostiek kun je doen bij verdenking op Dengue
Afhankelijk van de fase van de ziekte
- infectie aantonen m.b.v. PCR
- NS1 antigeen is meetbaar heel kort na besmetting, hierna komen IgM en IgG antistoffen op
- antistoffen aantonen m.b.v. serologie, kan na enkele weken, vooral voor bewijzen doorgemaakte infectie