Geneeskunde 2B3 HC week 3 - 5 t/m 8 Flashcards

1
Q

Wat is systemische sclerose en welke 3 processen staan erbij centraal?

A

Auto-immuunziekte, 3 processen:
1. immuuncelactivatie: leidend tot productie van auto-antistoffen en inflammatie, patroon van het soort auto-antistof kan voorspellend zijn voor welke organen zijn aangedaan; Scl-70 interstitial lung disease, Th/To pulmonale hypertensie, PM-Scl75 myositis
2. endotheel dysfunctie: hierdoor vasculopathie
3. fibrosering: hierdoor orgaandisfunctie

Het kan zich in verschillende organen uiten, bijv. longen, nieren, cardiaal, huid, gastro-intestinaal, etc., meestal piekleeftijd bij 30-40 jaar bij vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke 2 manieren kan een vasculopathie bij systemische sclerose zich uiten?

A
  • vasoconstrictieve complicaties: fenomeen van Raynaud, pulmonale arteriële hypertensie (door vasocontrictie/fibrosering van longvenen)
  • vasodilaterende complicaties: teleangiëctasieën, watermeloenmaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het beloop en het klachtenpatroon van patiënten met systemische sclerose?

A

Meestal is de eerste uiting het syndroom van Raynaud, vaak gepaard met digitale ulcera (44%, door schade aan bloedvaatjes (door vrijkomen endotheline (ET-1) wat endotheelcellen aantast) in vingers ulcera in vingertoppen) die persisterend en terugkerend zijn en moeilijk te behandelen, bij 30% van persisterende ulcera patiënten ook irreversibel weefselverlies (necrotisering) met mogelijk amputatie tot gevolg OF digitale ulcera is meer pitting scars (wondje zit net onder de huid, ook enorm pijnlijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de behandeling van een vasculopathie?

A

Bloedvatverwijders (bijv. amlodipine) of endotheline receptor antagonisten
- primaire Raynaud: ook sprake van vaatspasen, dus is het geen gevaarlijk middel omdat er geen schade optreed (enkel een vervelende klacht)
- secundaire Raynaud: ontstaan door auto-immuunziekte, hierbij wel echt schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 vormen zijn er binnen systemische sclerose te onderscheiden?

A
  • gelimiteerde systemische sclerose: calcinose (kalkafzettingen), fenomeen van Raynaud, slikproblemen, gewrichtsklachten, teleangiëctasieën
  • diffuse systemische sclerose: uitgebreidere huidbetrokkenheid (ook proximaal), meer nadruk op longbetrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de pathogenese van systemische sclerose?

A

Door een combinatie van factoren activatie van fibroblasten –> verlittekening –> weefselschade
- vnl. fibrotisering longen geassocieerd met slechte prognose (lastig te behandelen)
- weefselschade komt ook door immuuncelactivatie; helaas blijven geactiveerde fibroblasten geactiveerd ook al geef je medicatie om immuunactivatie te remmen (bijv. prednison of DMARDS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de behandeling van systemische sclerose?

A

Niet eenduidig, sleutel ligt waarschijnlijk in de behandeling van fibrose;
- immunosuppressie: werkt slecht, ook al werkt het bij andere auto-immuunziekten goed, geen prednison geven vanwege risico op acuut nierfalen
- cyclofosfamide: geschikt bij longbetrokkenheid maar heftige bijwerkingen bij een beperkte effectiviteit –> evt. mycofenolaat mofetil geven wat minder bijwerkingen heeft
- mycofenolzuur: geschikt bij longbetrokkenheid
- directe fibrose-remmers: geschikt bij longbetrokkenheid
- biologicals: meer in opkomst, imatinib was de eerste tyrosine kinase remmer, hierna kwam nintedanib; effectief bij longbetrokkenheid en weinig bijwerkingen
- ACE-remmers: voor het reguleren van de bloeddruk als er nierbetrokkenheid is

–> evt. ook kijken naar een autologe stamceltransplantatie maar hierbij wel veel risico’s, dus er is een leeftijdsgrens bij betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen huidinfecties en huidmanifestaties van infectieziekten?

A

Huidinfecties zijn infecties van de huid zelf, deze zijn;
- exogeen: vanuit een extern reservoir
- endogeen: vanuit dragerschap bijv. bij chirurgische ingreep of lactatie

Bij huidmanifestaties van infectieziekten ligt de primaire oorzaak ergens anders in het lichaam; bijv. exanthemen, septische embolieën, ziekte van Lyme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke verschillende manieren is de huid een barrière tegen infecties en hoe kunnen deze infecties onderverdeeld worden?

A
  • hoornlaag
  • talgproductie (lipiden) de micro-organismen afweren
  • productie van antimicrobiële peptiden
  • huidflora/microbioom die de huid bezet houden

–> onderverdeling bijv. a.d.h.v. lokalisatie (oppervlakkig of diep) of verwekker (viraal, bacterieel, parasieten, schimmels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn veelvoorkomende bacteriële verwekkers van huidinfecties?

A
  • grampositieve kokken (pyodermieën): S. aureus, S. pyogenes (meestal groep A-streptokokken, soms B, C of G) (beide oppervlakkige of diepe infecties in alle lagen van de huid) –> gepaard met pusvorming:
    ~ pyodermieën uitgaande van de huidaanhangsels: haarfollikels (folliculitis, hordeolum, furunkel) of nagels (paronychia)
    ~ polydermieën niet uitgaande van de huidaanhangsels: impetigo vulgaris/bullosa (stratum corneum/granulosum), ecthyma of erysipelas/cellulitis (dermis)
  • gramnegatieve staven: pseudomonas aeruginosa (typische groene kleur)
  • cornebacterium

–> in afbeelding zijn de ziekten geordend op laag in de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is impetigo vulgaris en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- veroorzaker
- incidentie
- beloop
- behandeling ?

A

Meest oppervlakkige bacteriële huidinfectie in het stratum corneum (dode buitenste hoornlaag zonder celkernen)
- veroorzaker: S. aureus is 90% en S. pyogenes 10%
- klachten: het is erg besmettelijk en vaak bij jonge kinderen, kenmerkend aan goudgele korsten in het gelaat rond de mond (krentenbaard)
- beloop: kan primair of secundair, verder een associatie met eczeem (bacterie kan makkelijk via het eczeem de huid in kruipen),
- behandeling: lokaal de korsten er af wassen (zitten vol met bacteriën), antiseptisch, antibiotisch en evt. flucloxacilline per os, bij aangetoonde streptokokken (groep A) systemisch behandelen (namelijk kans op nierfalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is impetigo bullosa en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- veroorzaker
- klachten
- behandeling ?

A

Bijzondere vorm van impetigo vulgaris, een bacteriële infectie met blaarvormende stafylokokken
- veroorzaker: exfoliatieve toxinen die geproduceerd worden door S. aureus, specifiek de groep II coagulase-positieve stafylokokken, infectie zit dus primair in de huid
- klachten: hele oppervlakkige blaren die makkelijk stuk gaan, hierin zitten bacteriën
- behandeling: zowel lokaal als oraal kun je antibiotica geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het staphylococcal scalded skin syndrome (SSSS) en wat is er aan de hand bij dit soort ziektes?

A

SSSS kan ontstaan als een infectie niet primair in de huid zit maar er sprake is van een bacteriële huidmanifestatie

–> er is dan sprake van een systemische infecties bij een verstoorde huidbarrière;
- belangrijk om systemisch te behandelen met systemische antibiotica i.v. of oraal
- kan ontstaan door: eczeem, wonden, trauma, krabben, chronisch (lymf)oedeem, navelstomp of andere infecties (bijv. herpes zoster/simplex, schimmelinfecties, parasitaire infecties) –> kan bijv ook door secundaire impetiginisatie (door krabben aan muggenbulten gaat de huid open en krijgt S. aureus een kans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ecthyma?

A

Diepere bacteriële infectie met specifieke ulcera in de huid; diepere, meer necrotische variant van impetigo
- veroorzaker: streptokokken of PVL-positieve S. aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is folliculitis en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- veroorzaker
- uitlokkende factoren
- behandeling ?

A

Oppervlakkige bacteriële ontsteking van het haarzakje met fustels, roodheid en pijn
- veroorzaker: meestal door S. aureus, anders door pityrosporon (gist die door overgroei een infectie kan veroorzaken)
- uitlokkende factoren: trauma (bijv. scheren), occlusie (olie, strakke broeken, zittend werk) en topicale corticosteroïden
- behandeling: staken van de provocerende factoren en evt. antiseptica en antibiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn furunkel en karbunkel en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- veroorzaker
- symptomen
- behandeling ?

A

Bij een furunkel (steenpuist) en karbunkel (negenoog = samenvloeiing van furunkels) is er een bacteriële necrotiserende ontsteking van een haarzakje
- veroorzaker: S. aureus
- symptomen: koorts, malaise i.c.m. pijnlijke huidafwijkingen met pus dat stinkt –> bij meerdere recidiverende furunkels furunculose
- behandeling: antibiotica, desinfectie en ontlasten van het abces –> bij recidiverende infecties kijken of iemand immuundeficiënt of drager van S. aureus is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is erysipelas en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- veroorzaker
- symptomen
- risicofactoren
- behandeling ?

A

Acute bacteriële infectie van de dermis, oppervlakkige subcutis en oppervlakkige lymfevaatjes
- veroorzaker: meestal pyogene streptokokken
- symptomen: meestal zichtbaar op het been, scherp begrensd erytheem, oedeem (door het acuut ontstaan vocht tussen keratinocyten en blaarvorming), induratie van de huid en het voelt warm aan, verder koorts, koude rillingen en malaise
- risicofactoren: verstoorde huidbarrière (porte déntrée), oedeem (veneus of lymfoedeem) en diabetes mellitus
- behandeling: flucloxacilline (alternatief clindamycine) i.v. of oraal, oedeem verminderen door ambulante compressie na acute fase (zwachtelen, steunkous –> risico recidief verlagen en been ondersteunen) –> bij recidiverende erysipelas maandelijks benzylpenicilline intramusculair (bij elke keer ontstaat namelijk schade aan lymfevaten en bloedvaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is cellulitis en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- veroorzaker
- symptomen
- risicofactoren ?

A

(Sub)acute of chronische bacteriële infectie van de dermis en subcutis
- veroorzaker: streptokokken, S. aureus en H. influenzae
- symptomen: niet erg scherp begrensd, patiënt kan erg ziek zijn
- risicofactoren: verminderde lymfeafvoer, verminderde arteriële/veneuze circulatie, beschadiging van huidbarrière, obesitas of geïnfecteerd eczeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is fasciitis necroticans en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- veroorzaker
- symptomen
- risicofactoren
- behandeling ?

A

Diepste bacteriële ontsteking van de huid waarbij de fascie en evt. de laag daaronder zijn aangedaan
- veroorzaker: 10-15% streptokokken groep A, verder groep B streptokokken, enterokokken, S. aureus, E. coli, P. aeruginosa, Candida, MRSA
- symptomen: eerst heel veel pijn die later afzwakt als zenuwcellen dood gaan, onscherp begrensd erytheem met zwelling, in 2-3 dagen naar roodpaarse-donkerblauwe verkleuring van de huid met formatie van bullae en zwarte necrose
- risicofactoren: gebruik van immuunsuppressie, diabetes mellitus, ondervoeding, alcoholisme, oudere leeftijd (>60 jaar), verminderde nierfunctie, maligniteit, perifeer arterieel lijden + trauma, i.v. drugsgebruik, Varicella, bestaande weke delen infectie
- behandeling: ruime excisie en antibiotica gericht tegen de verwachte verwekker (hoge mortaliteit!)

20
Q

Wat zijn veel voorkomende virale huidinfecties?

A
  • herpes simplex virus type 1 en 2 (HSV1/2)
  • varicella zostervirus (VZV)
  • humaan papillomavirus (HPV)
  • molluscum-contagiosum virus (waterwratjes)
21
Q

Wat is humaan papillomavirus en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- symptomen
- typen
- behandeling ?

A

> 150 genotypen bekend (zie afbeelding), kan zowel cutaan als mucosaal presenteren, bekende verwekker van cervixcarcinoom (oncogeen), is asymptomatisch of symptomatisch (wratten)

Wrat: golvend patroon in de huid (uitstulpingen van dermis in epidermis), in dermis bloedvaten dus bij afschrapen/snijden bloedingen, soms Köbner fenomeen (bij krabben streepvormige laesies)
- typen: Verruca plantaris (HPV type 1 en 4), -vulgaris (2 en 4), -plana (plat) (3 en 10), Condylomata acuminata (genitale wratten) (6 en 11) of Intra-epitheliale neoplasie/carcinomen (16, 18, 31 en 33)
- behandeling: niet eenduiding, mogelijk aanstippen met stikstof (pijnlijk, niet effectief op de voet), smeren met salicylzuur (verdunnen hoornlaag) of laseren –> bij uitgebreide wratten denken aan immuundeficiëntie (bijv. HIV)

22
Q

Wat is molluscum-contagiosum virus en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- symptomen
- behandeling ?

A

Waterwratjes met een associatie met constitutioneel eczeem
- symptomen: ronde, roze papels met in het midden een deukje, besmettelijk en vnl. bij kinderen, bij volwassenen vaak in genitale regio en verspreid door scheren
- behandeling: niet, ze verdwijnen spontaan, bij uitgebreide mollusca bij volwassenen denken aan een immuunstroornis

23
Q

Wat zijn de volgende kenmerken van herpes simplex type 1 en 2:
- symptomen
- risicofactoren
- therapie indicatie?

A
  • symptomen: type 1 vooral geassocieerd met orale uitingen en type 2 met genitale uitingen, bij een primo-infectie (herpes gingivostomatitis) vaak uitgebreider en een fors zieke patiënt, hierna trekt het terug en latent aanwezig in sensibele ganglia (branderige pijn)
  • risicofactoren: meer kans op recidieven bij verminderde weerstand, kan bijv. door; zonlicht, stress, menstruatie, koorts en trauma
  • therapie indicatie: behandelen bij secundaire bacteriële infectie, frequente recidieven en immuungecomprimitteerden of andere ernstige gecompliceerde infecties
24
Q

Wat is eczema herpaticum en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- symptomen
- complicaties
- diagnostiek
- behandeling ?

A

Bij patiënten met constitutioneel eczeem waarbij het eczeem geïnfecteerd is met het herpesvirus
- symptomen: jeuk van het eczeem met een branderige pijn, blaasjes gaan erg snel kapot en zijn verspreid over een groot oppervlak, erosies
- complicaties: grote kans op sepsis, encefalitis en meningitis
- diagnostiek: direct preparaat of PCR
- behandeling: diagnostiek niet afwachten maar gelijk antiviraal systemisch behandelen bijv. met aciclovir

25
Q

Wat is dermatomycose (ringworm) en wat zijn de volgende kenmerken hiervan:
- gastheerfactoren
- schimmel
- diagnostiek ?

A

Infectie van de huid, haren en nagels door dermatofyten (schimmels) of gisten (vooral candida), kan zowel oppervlakkig als diep voorkomen
- gastheerfactoren: lokale factoren in de huid, vochtigheidsgraad, temperatuur, onderliggende oorzaken; endocrien (diabetes mellitus) of afweerstoornissen
- schimmel: houdt van keratine want ze breken dit af en leven hiervan, hecht niet aan de mucosa en zitten dus alleen in huid met een hoornlaag, activiteit vindt vooral plaats aan de randen
- diagnostiek: KOH-preparaat waarbij kaliloog aan huidschilfers wordt toegevoegd, hiermee schimmeldraden aantonen

26
Q

Wat zijn een onychomycose en een tinea capitis?

A

Onychomycose: schimmelinfectie van de nagels oftewel kalknagels, infectie kan zich uitbreiden naar de huid van de hand/voet

Tinea capitis: schimmelinfectie bij de haren, gebeurt vaker bij kroeshaar, overdraagbaar door contact met kinderen op school, familie of huisdieren, het kan leiden tot kaalheid als de haarfollikel kapot gaat

27
Q

Wat is de algemene behandeling van schimmel- of gistinfecties?

A

algemeen: droog houden, secundaire infectie bestrijden, onderliggende problemen behandelen
- antimycotica lokaal: azolen (miconazolcrème, ketoconazol crème), whitfield crème/zalf, ciclopirox crème
- antimycotica oraal: azolen (itraconazol, fluconazol) bij gisten, candida en dermatofyten, Terbinafine bij dermatofyten en Nystatine bij candida

27
Q

Wat is scabiës en wat zijn de kenmerken:
- symptomen
- diagnostiek
- behandeling
- complicaties ?

A

Schurft die gangetjes in stratum corneum graaft en oppervlakkig leeft
- symptomen: erythemateuze papels, vesikels, gangetjes, nodi en krabeffecten, voorkeurslokaties tussen de vingers, ulnaire zijde hand, polsen, genitaalstreek en oksels, jeuk die voornamelijk ‘s nachts optreedt –> er kunnen hierdoor bacteriële superinfecties met S. aureus of S. pyogenes ontstaan (in endemische gebieden belangrijkste oorzaak van nierfalen)
- diagnostiek: dermatoscopie, hiermee delta-sign zien (kop en voorpoten van de mijt), met microscopie kan bewezen worden dat het een mijt is en evt. histopathologie (meestal niet nodig)
- behandeling: medicamenteus met permitrine crème op dag 1 en 8, ivermectine tabletten op dag 1 en 8, benzoylbenzoaat-smeersel op dag 1/2 en 8/9 bij zwangeren –> ook contacten behandelen (regelmatig huidcontact of >15 min) en hygiënische maatregelen (was- en luchtvoorschriften) –> therapiefalen is 27-53% niet door therapieresistentie maar door geen goede uitvoering
- complicaties: scabiës crustosa als iemand niet krabt door bijv. prednison/verwaarlozing (immuungecomprimitteerden) kunnen miljoenen mijten hyperkeratotische plaques veroorzaken (voorkeur handpalm/voetzool), schilfers kunnen aerogene besmetting veroorzaken waardoor de ziekte makkelijk verspreid

27
Q

Wat zijn de kenmerken van een candida infectie:
- locatie
- symptomen
- behandeling ?

A
  • locatie: kan zowel op de huid als slijmvliezen voorkomen, is een commensaal in de mond, tractus digestivus en vagina maar nestelt zich vaak in warme, vochtige plooien (intertrigo = smetplekken) zoals onder de borsten of op slijmvliezen
  • symptomen: ‘eilandjes voor de kust’ beeld waarbij het schilfertje aan de rand van de laesie nog vastzit
  • behandeling: bestrijden van warmte, vocht en wrijving door huidplooien schoon en droog te houden, af te vallen bij overgewicht, incontinentie behandelen en bij ernstige vormen iets tussen de huidplooien te doen –> evt. beschermende crème en zo nodig antibacteriële, antimycotische en/of anti-inflammatoire (corticosteroïden) toevoegingen
28
Q

Wat is psoriasis en wat is de epidemiologie en de erfelijkheid?

A

Erfelijke immunologische aandoening waarbij het immuunsysteem zich keert tegen de huid
- prevalentie: 2%
- er moeten specifieke genen aanwezig zijn voordat het kan ontstaan, 70-75 bekende Kaukasische genen, 47 Aziatische genen
- microbioom speelt een belangrijke rol, want micro-organismen hebben voorkeuren voor bepaalde plekken op het lichaam (zie afbeelding!), dit wordt pas een probleem als het immuunsysteem erop gaat reageren wat gebeurt bij psoriasis

29
Q

Wat is de pathogenese van psoriasis?

A

Specifieke erfelijke genen worden getriggerd (stress, voeding, infecties, geneesmiddelen (vaak lithium)) –> APC wordt aangezet om naar de lymfeklier te gaan –> hier wordt een T-cel geactiveerd die psoriasis kan veroorzaken –> T-cel gaat naar de huid en zal via cytokinen de huid aanvallen
- vooral Th1-cellen, Th17-cellen (IL-17 en IFN) en neutrofiele granulocyten spelen een belangrijke rol
- bij de pustelaire psoriasis speelt ook IL-36 een belangrijke rol

30
Q

Welke histopathologische kenmerken zijn zichtbaar bij psoriasis?

A

Erythemateuze plaques op de huid met evt. keratose (verhoorning), histopathologisch:
- hyperparakeratose: toename van de dikte van het stratum corneum, normaal duurt het proces van stratum basale tot stratum corneum 28 dagen en nu 7 dagen, hierdoor in stratum corneum cellen met een kern
- neutrofiele granulocyten in stratum corneum: ook wel microabces van Munro genoemd
- ontstekingsinfiltraat in de dermis
- gedilateerd capillair in papiltop: dilatatie van het bloedvat door inflammatie

31
Q

Wat zijn de symptomen van psoriasis?

A

Kan zich op de gehele huid uiten (PASI-score max. 72 (min. 0 = geen plekken)), maar vnl. op de strekzijde van ellebogen en knieën, sacrum en behaarde hoofdhuid
- Köbner fenomeen: huidziekte breidt zich vaak uit naar een plek op de huid die trauma heeft ondergaan

Verder hebben patiënten vaak jeuk, zijn ze moe en is hun kwaliteit van leven soms slechter doordat het moeilijk is om te werken en etc.
- verder ook kans op aangedane nagels; vergelijkbaar met een kalknagel maar het kan ook subtielere afwijkingen veroorzaken

32
Q

Welke comorbiditeiten komen vaak voor bij patiënten met psoriasis?

A
  • cardiovasculaire aandoeningen: belangrijkste, meest voorkomend, het is daarom erg goed als mensen intensief gaan sporten (hierdoor groei van goede bacteriën), gezond eten heeft minder effect omdat het het immuunsysteem juist sterker maakt
  • reumatoïde artritis (RA): ong. 25%/1 op 5, klachten beginnen bij de huid en gaan door in de gewrichten waarbij blijvende schade optreedt (de huid is vaak wel nog te herstellen)
  • metabool syndroom
  • diabetes mellitus
  • hepatitis
  • nierfunctiestoornissen
  • leverfunctiestoornissen
  • inflammatoire darmsyndromen (IBD)
33
Q

Welke 5 verschillende manifestaties van huidafwijkingen kunnen bij psoriasis gezien worden?

A
  • plaques: 85%, ook wel psoriasis vulgaris genoemd
  • pustulair: <5%, vaak bij auto-inflammatoire ziekten (innate immuunsysteem ontregeld en neutrofiele granulocyten reageren overmatig), pustels zijn steriel en kunnen overgaan in korsten (crustae), patiënt kan hierbij ook ziek zijn
  • guttata: <10%, druppelvormige ronde plekjes, vaak na een luchtinfectie
  • erythrodermisch: <2%, knalrode verkleuring over het hele lichaam, ernstige vorm
  • inversa: huidafwijkingen in lichaamsplooien
34
Q

Op welke manieren is psoriasis te behandelen en wanneer moet je extra dingen behandelen?

A

Ong. 75% heeft een milde vorm waarbij de afweging tussen voordelen therapie moeten afgewogen tegen de nadelen, het is wel een chronische ziekte die opnieuw zal opkomen als de therapie wordt gestopt
- zalven: lokale corticosteroïden (wel verdunning huid, atrofie en/of striaevorming) of vitamine D zalf; 1 vingertopeenheid per arm/hand/rug+billen/voorkant (tube met openingsdoorsnede 5 mm over lengte vingertop tot distale interfalangeale gewricht)
- lichttherapie: UVB-straling leidt tot immuunsuppressie, wel niet >90x in 2 jaar tijd door risico op huidkanker
- tabletten: orale immunosuppressiva; dimethylfumaraat (grijpt in op mitochondriën en verlaagd zo activiteit T-cellen, wordt uitgescheiden via CO2)
- injecties: biologicals via injectie (blokkeren specifiek 1 cytokine/receptor waardoor bijwerkingen mild zijn); infliximab/adalimumab (remming TNF-α), ustekinumab (remming IL-12 en IL-23, erg effectief bij psoriasis)

Bij een gegeneraliseerde huidafwijking altijd systemisch behandelen en bij betrekking van het urogenitale gebied ook de seksualiteit bespreken en extra behandelen.

35
Q

Wat is de ziekte van Lyme?

A

Vervelende ziekte bij voorheen goed gezonde mensen, lastig te herkennen, vaak asymptomatisch en vertoont laat klachten, ook onder medische professionals weinig kennis, veel onzin over op het internet, veel overdreven ophef over –> diagnose wordt vaak als een verlossing gezien omdat ze bewijzen dat ze ‘geen aanstellers zijn’
- Teken kunnen daarnaast ook andere ziekten/micro-organismen overdragen (zoals TBE) dus niet altijd 100% Lyme na een tekenbeet
- Verwant aan Treponema pallidum (verwekker syfilis)

36
Q

Wat is Lyme Borreliose?

A

Lyme wordt veroorzaakt door Borrelia; familie van Spirochaetaceae die ook syfilis veroorzaken, het is lang (10-30 µm), dun (0,2 µm) en spiraalvormig, vector is de teek (lxodes) en reservoir zijn herten en knaagdieren, 95% in juni t/m december, overdracht van mens-mens is niet mogelijk
–> In Europa ook meerdere soorten naast Borrelia Burgdorferi (bijv. Garinii, Afzelii, Myamotoi)

37
Q

Waar is het risico op de ziekte van Lyme afhankelijk van?

A

Risico afhankelijk van:
- Dichtheid teken
- Prevalentie geïnfecteerde teken
- Mate, duur en frequentie van expositie
–> Kans op klinische Lyme na beet met geïnfecteerde teek is 1-3%, positieve teek is dus geen voorspellende waarde voor een infectie

38
Q

Hoe ziet het 1e stadium van de ziekte van Lyme eruit?

A

Lokale infectie (bij 51% infectie zonder enige klachten)
- 3-30 dagen na de beet
- Centrifugale uitbreiding van de huidafwijking van >5 cm –> tegenwoordig niet meer verplicht criterium!
- Bij <75% sprake van erythema migrans (EM) een huidafwijking met een schietschijf aspect (witte ring met een rode ring er in en eromheen)
- Afwijking kan zich verder uitbreiden dus altijd behandelen
- 30-60% heeft last van jeuk en/of brandend gevoel
- Andere klachten: algehele malaise, spier en/of gewrichtspijn (41%), vermoeidheid (12%), koorts (36%), hoofdpijn (33%), stijve nek (2%), lymfocytoom (gladde, blauwrode, 1-enkele cm grote, pijnloze nodulus of plaque))
- Meestal homogene laesie (59% in USA)

39
Q

Hoe ziet het 2e stadium van de ziekte van Lyme eruit?

A

Gedissemineerde infectie
- Tot 1 jaar na infectie of na ontstaan van erythema migrans
- Gepaard met multipele secundaire huidlaesies, koorts, algehele malaise, vermoeidheid –> andere klachten zijn; meningitis, radiculitis (afwijkingen zenuwen en daardoor paresthesieën), hersenzenuwuitval, artritis, carditis (bijv. AV-geleidingsblok), overige zeldzame manifestaties
- Verspreid zich via de bloedbaan en lymfedrainage

40
Q

Hoe ziet het 3e stadium van de ziekte van Lyme eruit?

A

Persisterende infectie/Chronische borreliose
- Langer na 1 jaar na infectie of erythema migrans, minstens >6 maanden aanwezig
- Symptomen: polyneuropathie, encefalopathie (met cognitieve stoornissen, slaapstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen), chronische artritis, ACA (acrodermatitis chronica atrophicans) (–> beeld lijkt erg op syfilis)

41
Q

Hoe is de diagnostiek bij de ziekte van Lyme en wat zijn de sensitiviteit en specificiteit van de testen?

A

Vooral primair klinische diagnose! Anders kan het op 3 manieren:
1. Serologie:
- ELISA (screening); >8 weken sensitiviteit >95%, <8 weken 50-80%, specificiteit 80-95%
- Western blot: specificiteit >95%
- IgG is soms jarenlang aanwezig, in hoog-endemische gebieden is 20-25% positief
2. Kweek:
- Huidlaesies: sensitiviteit 60-80%
- Neuroborreliose: sensitiviteit 15%
3. PCR:
- Neuroborreliose: sensitiviteit 20-100%
- Huidlaesies: sensitiviteit 20-90%
- Lyme artritis: sensitiviteit 75-90%

42
Q

Wat wordt er gedaan ter preventie van de ziekte van Lyme?

A
  • Teken bestrijden met pesticiden
  • Vermijden van teken habitat
  • Persoonlijke bescherming: lange mouwen/broeken, DEET (diethyltoluamide), verwijderen van teken
  • Profylaxe kan gegeven worden na een beet in gebieden met infectierisico van >4%
  • Bij risicogroepen evt. een vaccinatie (nog niet zo succesvol voor grote groepen)
43
Q

Wat is de behandeling van de ziekte van Lyme per stadium?

A

Niet behandelen bij een tekenbeet, pas bij een vastgestelde Lyme borreliose (erythema migrans dan niet bepalen antistoffen (pas bij verdenking borrelia lymfocytoom) maar behandelen naar stadium 1), behandeling verschilt per stadium:
1. Erythema migrans: doxycycline 2dd 100 mg per os voor 10 dagen OF amoxicilline 3dd 500 mg per os voor 14 dagen
2. Vroege neuroborreliose: ceftriaxon 1dd 2g i.v. voor 14 dagen, artritis: doxycycline 2dd 100mg per os voor 30 dagen
3. Chronische neuroborreliose: ceftriaxon 1dd 2g i.v. voor 30 dagen
–> Langdurige antibiotica geeft geen toegevoegde waarde tegen de lange termijn klachten bij de ziekte van Lyme