Geneeskunde 2B3 HC week 5 - 5 t/m 9 Flashcards
Wat is het verschil tussen eczeem en urticaria?
Eczeem: infiltratie van de dermis naar de epidermis waarbij cellen loslaten (dermatitis, blaasjes), late reactie, geen causale reactie met voedsel
Urticaria: infiltraat rondom de vaatjes van de dermis, hierdoor zwelling, het is NIET het begin van eczeem, maar een acute reactie
Wanneer moet je voedsel elimineren bij eczeem en/of acute klachten?
- eczeem ernstig, reactie op voedsel onbekend: geen eliminatie, wel eczeem behandelen met dermatocorticosteroïden en emolliens (vette zalven)
- eczeem, geen relatie met voedsel: geen eliminatie, wel eczeem behandelen met dermatocorticosteroïden en emolliens (vette zalven)
- geen acute klachten (0-2 uur), eczeem 6-24 uur: geen eliminatie, wel eczeem behandelen met dermatocorticosteroïden en emolliens (vette zalven)
- acute klachten (0-2 uur) en eczeem 6-24 uur: indien sensibilisatie+ en DBPCFC+ voedsel elimineren (+ evt. noodsetmedicatie)
- acute klachten (0-2 uur) en geen eczeem: indien sensibilisatie+ en DBPCFC+ voedsel elimineren (+ evt. noodsetmedicatie)
Waar hebben kinderen met eczeem een verhoogd risico op?
Kinderen met eczeem hebben GEEN 20-80% verhoogd op een voedselallergie, wel op:
- 30% kans om astma te ontwikkelen
- 35% kans om rhinitis (hooikoorts) te ontwikkelen
- 15% kans om een voedselallergie te ontwikkelen, o.a. voor koemelk, kippenei, pinda en noten
Bij matig-ernstige eczeem (15%)/eczeem <1 jaar is de kans op een voedselallergie 35-40%
Bij ernstige eczeem (2-3%) is de kans op astma 50-70%
–> wel belangrijk is dat 80% van de kinderen met eczeem heeft gewoon mild eczeem op jonge leeftijd en hier zullen niet veel andere dingen bij spelen
Waardoor heb je sneller een voedselallergie als je eczeem vanaf jonge leeftijd hebt of ernstige eczeem?
- Barrière dysfunctie: heeft soms te maken met een genetische achtergrond in een filaggrine mutatie (voorspellend voor ontwikkelen (ernstig) eczeem)
- Doordringen antigenen/allergenen: groot aantal kinderen met eczeem is gesensibiliseerd voor voedsel/inhalatie allergenen;
- bij een willekeurige groep kinderen <2 jaar heeft 8-14% specifiek IgE tegen melk of ei zonder allergieklachten
- kinderen met een verhoogd risico op een allergie hebben een sIgE van 28% voor ei en melk
- bij kinderen met eczeem is het 51% sIgE voor ei en 31% voor koemelk
- hoe meer IgE tegen allergeen hoe groter de kans op symptomen bij provocatie - Immuunsysteem activatie
Wat is het advies van de Sectie Kinderallergologie voor voedselallergieën?
Adviseer vroege introductie voeding bij alle kinderen: voorkeur leeftijd 4-8 maanden
Geef actieve begeleiding aan ouders met kinderen met matig-ernstig eczeem
- focus op introductie van hoog-allergene voeding inclusief pinda en ei
- streef naar introductie op een leeftijd van 4-6 maanden
- geef thuis, in kleine doseringen, een opklimmend schema
- vervolg met wekelijkse inname van deze producten
Indien thuisintroductie niet kan vanwege hoog risico op een allergische reactie (ingeschat door arts/ervaren door ouders): overleggen met kinderarts/allergoloog voor verrichten van een huidpriktest en/of klinische introductie
–> eliminatiedieet wordt afgeraden indien hiervoor geen specifieke aanleiding is, het kan juist een voedselallergie uitlokken, eetstoornissen/psychosociale ontwikkeling belemmeren, zorgen voor deficiënties –> toch heeft 75% v.d. kinderen met ernstig eczeem een eliminatiedieet geprobeerd waarvan slechts 51% door een dokter/diëtist geadviseerd is
Hoe ziet de familie van noten en peulvruchten eruit?
- Peulvruchten: pinda, kruisreactie met erwten, linzen, sperziebonen (<5%) en soja (<1%) –> kan anafylaxie of sensibilisatie geven
- Noten I: hazelnoot, kruisreactie met boompollen, vers fruit (>50%), walnoot, pecannoot, macadamianoot (>75%) –> geeft meestal oraal allergie syndroom en soms anafylaxie
- Noten II: cashewnoot, kruisreactie met pistachenoot (>75%) –> geeft meestal anafylaxie (let op pestosaus)
–> 50% van hazelnoot allergische patiënten heeft ook een pinda-allergie en andersom 49%
Wanneer ontstaat een spontane tolerantie na een voedselallergie?
Bij koemelk is 85% tolerant het 3e levensjaar, bij kippenei 66% bij het 5e levensjaar
–> daarom 1-2jaarlijkse follow-up bij koemelk/kippenei voedselallergie
–> bij de overige allergenen een follow-up van 3-4 jaar (bij bijv. een pinda-allergie groeit 20% er overheen)
Wat is anafylaxie?
Anafylaxie = tegen leven
Syndroom dat kan voorkomen uit een allergische of niet-allergische reactie, allergische anafylaxie kan IgE-gemedieerd zijn of niet-IgE-gemedieerd: het is altijd levensbedreigend, gegeneraliseerd en gebeurt acuut
Er zijn 3 definities:
1. acute reactie (minuten-uren) met betrokkenheid van huid/mucose (urticaria, pruritus, oedeem lippen, tong, uvula) en tenminste 1 van: respiratoire klachten/insufficiëntie (dyspnoe, bronchospasme, stridor, afgenomen piekstroom, hypoxie) of verlaagde bloeddruk (+ symptomen) –> patiënt hoeft niet perse blootgesteld te zijn aan het allergeen (bijv. mastose)
2. 2/meer symptomen ontstaan acuut (minuten-uren) na blootstelling aan de voor patiënt (waarschijnlijk) allergeen: huid of slijmvliezen (jeuk, roodheid, galbulten, zwelling, urticaria, angio-oedeem), respiratoir (benauwd, droge kuch, heesheid, stridor, hypoxie), verlaagde bloeddruk (minder aanspreekbaar, onrust, hoge hartslag, buiten bewustzijn, syncope, collaps, incontinentie) of persisterende gastro-intestinale klachten (buikpijn/-krampen, diarree, misselijk, braken)
3. solitair verlaagde bloeddruk na bloedstelling aan een voor de patiënt bekend allergeen: kind 1mnd-1jr systole <70 mmHg, 1jr-11jr systole 70<mmHg<90, kind >11jr <90 mmHg en volwassenen systole <90 mmHg OF afname >30% systolische BP t.o.v. uitgangswaarde
Wat is de pathogenese van een anafylaxie?
Een mestcel heeft IgE-receptoren met een niet-specifiek gedeelte en een specifiek gedeelte waar het allergeen aan kan binden –> door activatie mestcellen uitstoting van mediatoren en binnen seconden/minuten een ernstige allergische reactie (anafylactische shock), een allergische ontsteking vindt pas later plaats omdat dit door een ander deel van het immuunsysteem gebeurt
Wat zijn oorzaken van een (niet) IgE gemedieerde anafylaxie?
Wel IgE gemedieerd:
- insectengif (wesp, bij, hommel)
- voedsel (pinda, noten, melk)
- voedselafhankelijke inspanning geïnduceerde anafylaxie (inspanning na een bepaald voedingsmiddel)
- geneesmiddelen (anaesthesia, β-lactam, chloorhexidine)
- latex
–> IgE kan ook heel nuttig zijn bijv. bij parasieten, mestcellen kunnen heel nuttig zijn bij slangenbeten (kunnen m.b.v. tryptase het gif onwerkzaam maken en mortaliteit voorkomen)
Niet IgE gemedieerd:
- koude urticaria
- systemische mastocytose
- COX-1 remming (NSAID)
- voedselafhankelijke inspanning geïnduceerde anafylaxie
- activatie stollingscascade
- activatie bradykinine genererend systeem
- complement activatie (C3a en C5a productie)
- directe activatie mestcellen (mannitol, dextranen, contrast, spierverslappers)
- IgG gemedieerd
- immuuncomplex vorming
- neuropeptide release
- idiopathisch
Hoe zijn de klachten van anafylaxie anders per leeftijd?
Jonge kinderen hebben vaker urticaria en gastro-intestinale klachten
Volwassenen hebben vaker slikklachten en zijn kortademig
–> echter wordt het minder snel herkend als iemand geen huiduitslag heeft, wat voor volwassen nadelig is in een acute situatie
Waar is de schaal van Müller voor en hoe ziet deze eruit?
Wordt gebruikt om de ernst van een anafylactische reactie in te delen, gaat van lokaal naar systemisch:
- Fors lokale reactie (LLR): oedeem, erytheem jeuk, diameter >10cm, piek na 24-48 uur
- Graad I: gegeneraliseerde jeuk, urticaria en/of erytheem
- Graad II: klachten van graad I + gegeneraliseerd oedeem, misselijkheid, braken, licht gevoel in hoofd, niet uitstralend drukkend gevoel op de borst, buikpijn, diarree
- Graad III: klachten van graad II + stridor, dysfagie, heesheid, onduidelijke spraak en dyspnoe
- Graad IV: klachten van graad I, II, III + cyanose, hypotensie, collaps, incontinentie, bewusteloosheid, ernstige hartritmestoornissen
Wat is de behandeling van een anafylaxie?
Acute behandeling: adrenaline via een auto-injector (Jext, Emerade, Epipen), verhelpt acute klachten, als dit niet lukt na 5 minuten nieuwe dosis toedienen en anders overgaan op i.v. toediening, soms hierna psychologische ondersteuning nodig
- je kan ook steroïden geven om mortaliteit en ernst symptomen te verbeteren, echter geen bewijs hiervoor
- je hoeft niet perse antihistaminica toe te dienen, combinatie van H1 en H2 is superieur in behandeling bij urticaria maar niet bij angio-oedeem, werkt te traag in tabletvorm want werken optimaal na 2 uur (je moet juist binnen minuten behandelen)
Lange termijn: subcutane immunotherapie tegen allergenen, tijdens deze periode mag patiënt niet in contact komen met allergeen
Zie ook het stroomschema in de afbeelding!
Wat is het effect van adrenaline?
Verkleint de kans op overlijden (na 25 minuten is de kans op een fatale reactie wel weer heel erg groot)
- β1-adrenerg effect: verhogen contractiekracht, verhogen hartritme
- β2-adrenerg effect: verlagen cAMP (intracellulair) (voorkomen vrijkomen histamine en andere mediatoren), bronchodilatatie
- α1-adrenerg effect: perifere vasoconstrictie, verhogen bloeddruk, afname larynxoedeem
Wat doe je na een behandeling van een patiënt met een anafylactische reactie?
In max. 20% een bifasische reactie (2e anafylaxie na enkele uren), kan milder, even ernstig of ernstiger zijn, alleen te voorspellen door naar BP te kijken (mensen met lager BP groter risico)
–> daarom iedereen minimaal 4 uur observeren in ZKN (risicogroep (lage BP en ernstige reactie) 12 uur)
–> bij eerste manifestatie of onduidelijke oorzaak laboratoriumonderzoek: bepalen tryptase (binnen 15min-3uur) voor activatie mestcellen en bij acuut angio-oedeem ook C4 (complement) bepalen (verlaagd bij C1-esterase deficiëntie, zeldzaam, niet-allergische anafylaxie)