Geneeskunde 1C3 VO week 1 Flashcards

1
Q

Hoe ontwikkelt de hypofyse zich tijdens de embryonale ontwikkeling?

A

3e week: 2 aparte embryonale structuren: hypofysale pouch (pouch van Rathke, de toekomstige anterior hypofyse) groeit van het dak van de pharynx, terwijl een neurohypofysale knop (toekomstige posterior hypofyse) wordt gevormd uit het diencephalon
2e/3e maand: hypofysale pouch laat los van het dak van de pharynx en mengt zich met neurohypofysale knop
foetale periode: ontwikkeling anteriore en posteriore delen van de hypofyse zich tot een compleet geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke 3 delen bestaat de hypofyse?

A
  • Grote adenohypofyse (pars distalis of anterior lobe PD)
  • Pars tuberalis; omgeeft het infundibulum (PT)
  • Dunne pars intermedia; aangrenzend tot de neurohypofyse (posterior pars nervosa PN)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat geven de letters ABC en CEPA aan in de afbeelding?

A

Eerste plaatje: Adenohypofyse
A: Acidofiele
B: Basofiele
C: Chromofobe
–> nu worden de cellen genoemd naar de stoffen die ze maken (ACTH-producerende cel, FSH-producerende cel, etc.)

Tweede plaatje: Neurohypofyse
C: Pars Nervosa met capillairen
E: Erytrocyten
P: Pituicyten
A: Axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het grote verschil tussen de neurohypofyse en adenohypofyse als het gaat om het mechanisme van hormoonproductie?

A
  • Axonen die van de hypolthalamus naar de neurohypofyse lopen geven in de neurohypofyse hormonen af, die daar worden opgeslagen.
  • De adenohypofyse wordt indirect aangestuurd door neuropeptides vanuit de hypothalamus. In de adenohypofyse worden vervolgens hormonen aangemaakt door de neuro-ectodermale cellen van de adenohypofyse. Deze worden via vesicels afgegeven aan de bloedbaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke organen worden aangestuurd welk deel van de hypofyse:
- Nier
- Schildklier
- Skelet
- Huid
- Uterus
- Hersenen
- Testis
- Ovarium
- Bijnierschors ?

A

Neurohypofyse: nier, uterus, hersenen
Adenohypofyse: schildklier, skelet, huid, testis, bijnierschors, ovarium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er met de letters aangegeven in de bijnier?

A

K = kapsel
S = schors, bestaat uit mesoderm, met:
- ZG: zona glomerulosa, smalle laag met dicht opeen gelegen cellen in groepjes gerangschikt, produceren mineralocorticoïden (bijv. aldosteron), ertussen bloedvaten voor hormoonafgifte
- ZF: zona fasciculata, breedste laag, lange, radiair verlopende strengen, gevuld met vetdruppels (spongiocyten), produceren glucocorticoïden (bijv. cortisol), tussen strengen lopen capillairen (sinusoïden)
- ZR: zona reticularis, anastomoseren van celstrengen en netwerkvorming, produceren geslachtshormonen (bijv. DHEA)
M = merg, bestaat uit neurale lijst (neuroectoderm)
VC = vena centralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekenen de volgende belangrijke begrippen:
- Hyperplasie
- Hypertrofie
- Neoplasie
- Tumor
- Benigne
- Maligne
- Carcinoom
- Lymfoom
- Sarcoom ?

A
  • Hyperplasie: toename van volume van weefsel, vermeerdering van aantal cellen
  • Hypertrofie: vergroting van volume van een cel
  • Neoplasie: nieuwvorming, autonome groeistoornis, geassocieerd met genetische veranderingen
  • Tumor: betekent een gezwel
  • Benigne: goedaardige, scherp begrensd, vaak kapsel, expansieve groeiwijze, lage groeisnelheid, zelden necrose, hoge differentiatie, geringe cel/kern atypie, lage mitotische activiteit
  • Maligne: kwaadaardig, onscherp/onregelmatig, zelden kapsel, infiltratief, hoge groeisnelheid, frequent necrose, matig/slechte differentiatie, sterke cel/kern atypie, hoge mitotische activiteit
  • Carcinoom (95%): maligne epitheliale cellen die gepolariseerd zijn, kunnen metastaseren
  • Lymfoom (4%): hematologische cellen
  • Sarcoom (1%): steun- en bindweefselcellen uit mesoderm, neiging om hematogeen te metaseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke wijze worden hypofysetumoren over het algemeen geopereerd?

A

Transsfenoïdaal, door het wiggebeen vanuit de neusholte
- Hierbij maken ze kleine fragmentjes, zodat de hypofyse door de neus kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De stoornis is ‘groei’ van het orgaan. Op welke wijze komt deze groei tot stand?

A

D.m.v. hyperplasie: irreversibele cel toename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk effect verwacht je van de verhoogde ACTH spiegels? Wat is de naam van deze medische ‘klassieker’ als dit door de hypofyse komt?

A

Meer ACTH zorgt voor een verhoogde cortisolproductie –> dit leidt tot hypercortisolisme wat de ziekte van Cushing heet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Soms is er geen expressie van ACTH op de tumor maar toch zijn er Cushing klachten, hoe kan dat?

A

De cel produceert zo snel ACTH dat de test het niet detecteert omdat het al uit de cel is, maar het zit wel in het serum
OF
De immunohistochemie is niet gevoelig voor het aantonen van ACTH of versneld transport van ACTH naar de bloedbaan is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is belangrijkste reden om macroadenomen apart te noemen?

A

Adenomen > 1 cm
Meer kans op lokale groei en hierdoor andere en/of meer symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De patiënte kreeg, na de resectie van de hypofyse tumor, last van symptomen van een te hoog cortisol, er werd bilaterale bijnierhyperplasie vastgesteld, welke laag van de bijnier is omvang toegenomen?

Wat is het effect van het verwijderen van de bijnieren of de hypofyse?

A

De fasciculata

Er ontstaat geen cortisol meer, waardoor de negatieve terugkoppeling op de ACTH wegvalt en er veel meer ACTH wordt geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke stoornis is er bij geen afwijking rondom de sella turcica en wel een eenzijdig bijnier gezwel?

Wat is het verschil met de ziekte van Cushing?

A

Een bijnierschors adenoom

Bij de ziekte van Cushing zal de ACTH spiegel hoog zijn door veel negatieve terugkoppeling, bij een laag ACTH is er een bijnieradenoom door de hoge cortisolproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noemt de ‘units’ waaruit een schildklier is opgebouwd, welke 2 functies heeft de schildklier en via welke stoffen wordt dit bewerkstelligt?

A

Ze heten follikels, binnenkant is rozige colloïd massa, buitenkant is follikel epitheel, functies:
- Groei en metabolisme: productie T3 en T4 door folliculaire cellen
- Calciumhuishouding: productie calcitonine door parafolliculaire cellen

Aansturing door TSH (hypofyse) en TRH (hypothalamus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Meerdere follikels zijn sterk vergroot in de schildklier, welke prikkel ligt hieraan ten grondslag en welke stof medieert dit effect?

A

Verminderde synthese van T3 en T4 –> afname negatieve feedback –> extra TSH/TRH afgifte waardoor de follikels gaan groeien

–> jodium is essentieel voor de T3 en T4 productie en te weinig jodium kan voor een struma zorgen

17
Q

Welke gevolgen zijn er voor de grootte van het orgaan resp. de follikelbouw van het orgaan op langere termijn als gevolg van sterke ‘fluctuaties’ in de TSH en T3/T4 dynamiek?

A

Het zorgt voor een compensatoire massatoename van de schildklier –> eerst diffuus en later nodulair waardoor de hele klier onregelmatig wordt
- Histologisch: regressie, ontsteking, verlittekening, verkalking en/of verbening door hyperplasie en hypertrofie

–> heet Struma

18
Q

Wat valt op aan de afbeelding en hoe heet dit histologische verschijnsel?

A

Immunohistochemische kleuring met antistof tegen calcitonine
–> kleuring is sterk dus meer C-cellen dan normaal aanwezig = C-cel hyperplasie –> klinisch gevolg is een lage calciumspiegel en verhoogde productie van calcitonine

19
Q

Wat is de naam van de groeistoornis uit de afbeelding, welk celtype is het en wat is de prognose?

A

Medullair carcinoom, uitgaande van C-cellen door verschillende grootte en kleuren cellen

–> prognose niet goed, want de tumor is niet scherp begrensd en maligne

20
Q

Wat is de naam van de groeistoornis uit de afbeelding, welk celtype is het en wat is de prognose?

A

Papillair carcinoom, uitgaande van follikel epitheelcellen

–> prognose niet goed, want het is een maligne tumor die zal uitzaaien

Herkenning aan:
- Orphan Annies kernen: opheldering in de kern en kerngroeven

21
Q

Welke 2 andere maligne schildkliertumoren zijn er naast een medullair en papillair carcinoom?

A
  • Folliculair carcinoom: follikels gereduceerd en bijna niet meer zichtbaar, er zitten dezelfde monomorfe cellen tussen (carcinoomcellen)
  • Anaplastisch carcinoom: slechtste prognose, zeer snel groeiend, veel necrose, veel atypie, hoge mitose index, vaak een mutatie in P53 (stop ongecontroleerde celdeling normaal)
22
Q

Wat is standaard (belangrijkste) epitheliale celtype in een normale bijschildklier en welke niet-epitheliale celtype komt ook voor?

A

Bestaan uit Chief celles (hoofdcellen –> produceren PTH (verhoging calciumspiegel)) en vetcellen

–> ook nog oxyfiele cellen aanwezig (functie onbekend)

23
Q

Wat is histologische benaming voor de in de afbeelding en is de aandoening hormonaal actief?

Welke prikkel kan tot de vergroting hebben geleid en wat is het gevolg van de vergroting?

A

Een adenoom zichtbaar door hyperplasie, deze is hormonaal actief

Erg kleine tumor en zonder klachten, prikkel was de verhoogde calciumbehoefte waardoor PTH nodig was en de bijschildklier groeide
–> uiteindelijke gevolg van de vergroting was hypercalciëmie en overproductie van hormonen

24
Q

Welke symptomen en resultaten uit lichamelijk onderzoek duiden op een hypercortisolisme?

A
  • Vermoeidheid
  • Spierzwakte
  • Hoge bloeddruk
  • Vlashaar op de kaken
  • Atrofie van de huid (bij langduring glucocorticoïd gebruik) + osteoporose + makkelijke blauwe plekken
  • Mannelijke beharing
  • Romp adipositas (door cortisol gluconeogenese en hierdoor veel vrijmaken van suikers) en dunne benen
  • Vollemaansgezicht
  • Rode wangen

Zie ook de afbeelding!

25
Q

Waardoor ontstaat een hoge bloeddruk bij hypercorticolisme?

A

Inactivatie van cortisol naar inactief cortison gaat niet snel genoeg –> mineralicoïd receptor in de nier actief (RAAS-systeem)–> hoge bloeddruk

Zie ook de afbeelding!

26
Q

Welk vervolgonderzoek kun je doen bij verdenking op hypercorticolisme?

A
  • Cortisol excretie in 24 uur urine
  • 1 mg dexamethason (synthetische vorm van cortisol) suppressietest
  • Middernachtsspeeksel cortisol concentratie
  • Meting van cortisol in haar
27
Q

Welke van bovenstaande uitslagen wijzen erop dat de vrouw een bepaalde vorm van hypercortisolisme heeft en wanneer worden testen minder betrouwbaar?

A
  • Dexamethason sreeningstest: hele hoge uitkomst dus kan erop wijzen
  • Cortisol dagritme: geen ritme te zien en ontzettend hoge spiegels
  • Vrije cortisol (niet gebonden aan albumine) in de urine: ook zeer verhoogd

–> lijkt op een endogene hypercortisolisme

Minder betrouwbaar bij gebruik van anti-epileptica (versnelling afbraak dexamethason), depressie, anticonceptiepil, zwangerschap, diabetes mellitus, non-compliance of als ze de dingen niet op de juiste tijden innemen

28
Q

Wat kun je doen om vast te stellen welke vorm van hypercortisolisme een patiënt heeft?

A

[ACTH] bepalen
- Bij een verhoging ligt het probleem in de hypofyse/ectopische tumor/hypofyse adenoom/injecties
- Bij een verlaging ligt het probleem in de bijnieren/adenoom/injectie/inhalatie

Zie ook de afbeelding

29
Q

Bij welke vorm van hypercortisolisme zijn er geen klinische verschijnselen?

A

Je kunt ook een genetisch afwijking hebben waardoor je lichaam minder gevoelig is voor cortisol (cortisolongevoeligheid) en je hierdoor een hogere concentratie krijgt

30
Q

Wat is het verschil tussen het syndroom van Cushing en de ziekte van Cushing?

A

Ziekte van Cushing: hypercortisolisme door een adenoom in de hypofyse

Syndroom van Cusing: verzamelnaam voor alle klinische verschijnselen die ontstaan bij hypercortisolisme

31
Q

Welke vervolgonderzoeken kun je doen bij hypercortisolisme?

A
  • MRI: kijken naar adenomen
  • Stimulatie test met Corticotropin Releasing Hormone (CRH): kijken of de hypofyse ACTH produceert en de bijnier cortisol produceert –> kijken of cortisollevels mee stijgen (reactie bijnier op ACTH)
  • Remmingstest met dexamethason: kijken of de negatieve feedback werkt en minder cortisol wordt geproduceerd (anders met screeningstest omdat die alleen maar test of de bijnier überhaupt reageert)
  • Sinus petrosus inferior sampling: in beide venae femorales kathetes tot in de sinus petrosus inferior, hier de ACTH-levels meten, perifeer bloed met veneus bloed meten –> verwachting bij hypofyse probleem is veel ACTH in de vene en minder perifeer
32
Q

Wat zijn behandelopties voor een hypofyse adenoom?

A
  • Chirurgie –> eerste keus, want je bent bang dat je andere structuren in de hypofyse kapot maakt
  • Bestraling
  • Medicatie: dopamine agonisten die ACTH remmen
33
Q

Waarom krijgen patiënten hydrocortison voor een hypofysectomie en waardoor kunnen klachten als anorexie, misselijkheid en braken na een dag of 7 ontstaan?

A

Hydrocortison: cortisol analoog om tijdens de operatie ACTH aanmaak te stimuleren, omdat je tijdelijk de bron van ACTH weghaalt tijdens de operatie en de niet-aangedane kant van de hypofyse wilt stimuleren

Klachten: ontstaan omdat je maar voor een bepaalde tijd hydrocortison krijgt en als dit niet genoeg is krijg je klachten van een bijnierschorscrise

34
Q

Wat is het werkingsmechanisme van metopiron en hoe werkt dit in de stimulatietest?

A

Stof die 11bèta-hydroxylase remt, hierdoor wordt deoxycortisol niet omgezet in cortisol en kan de volledige synthese van cortisol niet plaatsvinden –> bij de test zou hierdoor deoxycortisol moeten ophouden, hierdoor minder negatieve feedback, meer ACTH en meer cortisol

Je checkt dus of de HPA-as goed werkt en of de gevoeligheid voor cortisol nog goed is