Geneeskunde 1C3 HC week 4 - 26-6 Flashcards
Door welke aspecten kunnen er veel meer mensen ouder worden tegenwoordig?
Betere hygiëne, behandeling, informatie en transport, maar ook bepaald door:
- Genen: bepalen ongeveer 25% van het leven, enorme interactie tussen genen en omgeving
- Milieu: bijv. woonplaats
- Toeval
- Preventie en controle chronische ziektes: o.a. betere behandeling DMT1/T2 en hypertensie
- Informatie: meer informatie over wat slecht voor ons is
- Levensstijl: activiteit en voeding spelen mee
Wat zijn de fysieke effecten van ouder worden?
- Rimpels op gezicht en lichaam
- Grijs haar en minder (dunner) haar
- Geheugen klachten
- Langzamere reflexen
- Slechter zien, horen, proeven en ruiken
- Osteoporose en grotere diameter botten
- Spiermassa afname en toename vetmassa –> sarcopenie
- Herstel spiermassa na bijv. bedrust periode nauwelijks en veel meer verlies per dag
Hoe verouderen het hart en de circulatie?
Ong. 75% van de 75+ heeft hypertensie (vaak geïsoleerd systolisch) –> hart pompt minder efficiënt en bloedvaten worden stijver
- Hart: laat klachten, want kan compenseren door contractiekracht te verhogen en hypertrofisch te worden
- Bloedvaten: afname van hoeveelheid elastine (halfwaardetijd 50 jaar) –> hierdoor minder elasticiteit en flexibiliteit en meer distentie (uitrekking), aandeel collageen neemt toe –> stevigere bloedvaten (ook door atherosclerose) (hogere polsdruk), Ca2+ in wandlagen neemt toe (ong. vanaf 50 jaar)
Waarom hebben oudere mensen vaak een hogere systolische bloeddruk en niet een veranderde diastolische bloeddruk (geïsoleerde systolische hypertensie)?
Met elke hartslag blijft zo’n 40% in de centrale aorta over die bij diastole terug wordt gepompt (backflow), waardoor een steady bloedflow ontstaat –> bij stijvere vaten loopt het veel sneller en zal een deel van de backflow tijdens de systolische fase zijn –> hierdoor stijging systolische bloeddruk
- Systolische BP neemt toe met de leeftijd, diastolische tot 50 jaar, daarna neemt hij af
- Hoge systolische druk zorgt voor LV hypertrofie en rupturen en te lage diastolische bloeddruk geeft risico op een myocard infarct (vascularisatie coronairen tijdens diastole)
Hoe veranderen de nieren bij het ouder worden?
Krimpen bij ouder worden met zo’n 25-30% en glomeruli nemen in aantal af
–> minder efficiënte werking nieren waardoor de filtratie toeneemt met de leeftijd (GFR omlaag) en endocriene functie (via RAAS) daalt
- Afferente arteriole weerstand daalt –> toename glomerulaire capillaire hydrostatische druk –> progressie glomerulaire sclerose + kans op proteïnurie
- GFR zal laag zijn, Cystatine hoog (filtratie door nier en onafhankelijk van spiermassa)
- Renale bloedflow neemt af met 1% per jaar vanaf 50 jaar, GFR met 1 ml/min per jaar vanaf 40 jaar
Hoe veranderd de lichaamssamenstelling bij ouder worden?
- 35% toename in lichaamsvet
- 8% afname plasmavolume
- 17% afname totaal lichaamswater
- 40% afname extracelllulair lichaamsvocht
Wat is sarcopenie en hoe helpt fysieke activiteit daarbij?
Spiermassa piek rond 25-30 jaar, daarna afname met 1% per jaar
–> Er is een dikkere vetrand buiten, vetinfiltratie en minder spier –> kwantitatieve en kwalitatieve afname
Fysieke activiteit kan zorgen dat dit minder snel gaat (getrainde persoon van 80 kan net zo sterk zijn als ongetrainde persoon van 20)
Wat doen farmaceutische middelen tegen het ouder worden?
25% v.d. 75+ gebruikt >7 geneesmiddelen per dag die met elkaar kunnen interfereren, afhankelijk van absorptie, distributie en metabolisme
Hoe wordt de absorptie van farmaceutische middelen beïnvloed door ouder worden?
Niet er door veranderd
- Kan wel veranderen als medicijnen interfereren
- Kan beïnvloed worden door ziekte: vertraagde maaglediging
Hoe wordt de distributie van farmaceutische middelen beïnvloed door ouder worden?
- Minder water = minder volume voor distributie, hogere concentratie wateroplosbare medicatie
- Meer vet = meer volume voor distributie, langdurige werking vetoplosbare medicatie
- Lager serumeiwit (bijv. albumine) zorgt voor een toegenomen concentratie van medicijnen
Welke fysiologische dingen veranderen er bij ouder worden?
- Hartziekten: lagere cardiac output, vaker cardiale bijwerkingen
- Lever en nier ziekten: minder medicijnklaring en veranderd metabolisme
- Neurologische ziekten: minder neurotransmitters en vaker neurologische defecten
Wat is vergrijzing, dubbele vergrijzing en grijze druk?
- Vergrijzing: proportie ouderen (65+) in de populatie –> zal ook sterk toenemen
- Dubbele vergrijzing: proportie hoogbejaarden (80+) binnen een populatie ouderen –> groep gaat zich verdubbelen tot ong. 2 miljoen in 2050(!)
- Grijze druk: verhouding aantal ouderen (65+) t.o.v. personen in ‘productieve’ leeftijdsgroep (20-64 jaar) –> vroeger (1950) 1/7, nu 1/3 en zal naar 1/2 gaan over 20 jaar
Wat zijn de oorzaken van de vergrijzing en die van dubbele vergrijzing?
Vergrijzing
- Ontwikkelingen in vruchtbaarheidscijfer: aantal geboorten per vrouw; hoog voor de oorlog (3,5), hoog na de oorlog (3,5) en rond 1960 anticonceptiepil waardoor het sterk daalde (1,5)
- Naoorlogse geboortegolf
- Anticonceptiepil
Dubbele vergrijzing: successen in medische wereld
- Betere prognose (chronische) ziekten (hartfalen, diabetes, kanker)
- Toenemende levensverwachting ouderen
Wat zijn de gevolgen van vergrijzing voor de economie?
- Zorgkosten stijgen –> zorgpremies nemen toe
- Beroep op collectieve (gezondheidszorg) voorzieningen neemt toe
- Minder zorgpersoneel
- Daling beroepsbevolking –> daling nationaal inkomen per inwoner
Aan welke collectieve voorzieningen zijn meer behoefte bij vergrijzing?
- AOW: basispensioen legale inwoners NL 65+ (2015) naar 67+ (2024)
- ZVW (zorgverzekeringswet): curatieve medische zorg, basispakket (huisarts, wijkverpleging, ziekenhuiszorg, revalidatie, geneesmiddelen, ambulance, paramedische hulp, hulpmiddelen, etc.)
- WLZ (wet langdurige zorg): intensieve zorg (24/7) voor chronisch zieken en ouderen, verblijf in (verzorgingstehuis)
- WMO (wet maatschappelijke ondersteuning): door de gemeente; voor zelfredzaamheid en participatie (huishoudelijke hulp, scootmobiel, etc.)
Wat zijn de gevolgen van (dubbele) vergrijzing voor de gezondheidszorg?
- Veroudering patiëntenpopulatie eerste en tweede lijn
- Toename zorggebruik en kosten van gezondheidszorg
- Verandering epidemiologie van ziekten en ongevalsletsels
- Verandering in aandeel per specialisme; veel meer geriatrische artsen nodig
Wat zijn de kosten van de gezondheidszorg (met name voor ouderen)?
Afhankelijk van hoeveel vormen van zorg je meetelt; ongeveer 100 miljard/jaar
- kosten vanaf 75/80 jaar nemen enorm toe, vooral door de wet langdurige zorg (niet meer zelfstandig wonen), maar ook medicijnkosten, ziekenhuiszorg, wijkverpleging en eerstelijnszorg, huishoudelijke hulp en woon-/vervoersvoorzieningen en geriatrische revalidatie
–> bij ouderen voornamelijk ziekten en ongevallen, top 3: dementie, CVA en accidentele val
Waardoor zullen de kosten in de gezondheidszorg verder stijgen?
- (dubbele) vergrijzing
- technologische vooruitgang: nieuwe dure medicijnen, nieuwe operatietechnieken (meer operaties), beeldvormende technieken en vaker stellen van zeldzame diagnoses die behandeling vereisen
- slechtere leefstijlfactoren: voeding, weinig beweging en bijv. roken/alcohol
- inflatie: ook de zorg wordt duurder ieder jaar
- milieu en klimaat
Hoe wordt de zorg gefinancierd?
Zie afbeelding
- Zorgverzekeringswet: 44%, helft uit eigen premies en helft door werkgevers
- Wet langdurige zorg: 20%
Wat zijn manieren om de zorg betaalbaar te houden?
- Minder zorg leveren (passende zorg): moet je alles doen wat kan (doelt de overheid op)
- Meer zelf betalen: toename in eigen risico
- Preventie: bijv. valpreventie
- Doelmatigere zorg: meer gezondheidswinst met hetzelfde geld, verhouding kosten vs. baten (kijken naar QALY (= 1 jaar in volledige gezondheid) en euro per gewonnen gezond levensjaar berekenen)
- Rekening houden met budget impact: aantal patiënten x kosten per patiënt (behandeling kan wel veel doelmatiger zijn, maar alsnog niet binnen het budget passen)