Geneeskunde 1C3 HC week 2 - 12-6 Flashcards

1
Q

Wat is de ziekte van Graves?

A

Hyperthyroïdie
Schildklier wordt gestimuleerd door antistoffen die de productie van de schildklier aanzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is block and replace therapie?

A

Tegelijkertijd met medicatie de gehele schildklier platleggen en schildklierhormoon geven met supplementen
–> dit doe je een jaar/anderhalf jaar lang en dan stop je acuut, bij 50% zijn de klachten dan over
- Hoge dosis strumasol nodig of titratie nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij een hypothyreoïdie en bij een hyperthyreoïdie?

A

Hypo: koude intolerantie, droge huid, moeheid, trage hartslag, gewichtstoename, spierzwakte, obstipatie

Hyper: hitte intolerantie, vochtige huid, moeheid, snelle hartslag, gewichtsverlies, spierverlies, diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er geproduceerd in de hypothalamus-hypofyse-schildklier-periferie as en wat doen deze stoffen?

A

Zie afbeelding!

T4 wordt uitgescheiden door de schildklier en is het schildklierhormoon, het is inactief (pro-hormoon)
- T4 zorgt voor terugkoppeling naar de hypofyse en hypothalamus doordat het lokaal wordt omgezet naar T3 en de afgifte van TRH/TSH onderdrukt
- T4 kan worden omgezet in de actieve vorm T3 (in de lever) door dejodering van een jodide in de buitenring, wat effect heeft op hart, vetweefsel, bot en spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een normale schildklierfunctie en wanneer is er sprake van een primaire hypothyreoïdie of -hyperthyreoïdie?

A

TSH: 0,4-4,3 mU/l
Vrij T4 (FT4): 11-25 pmol/l
–> serum TSH is een gevoeligere indicator voor schildklierhormoonwerking

Primaire hypothyreoïdie: FT4 omlaag, TSH omhoog
Primaire hyperthyreoïdie: FT4 omhoog, TSH omlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe is de schildklier opgebouwd?

A

Ligt in de hals en is opgebouwd uit follikels; follikelepitheelcellen (thyrocyten) die het colloïd omgeven
- In het colloïd synthese van T4; T4 bevat 4 jodide ionen en is dus een essentieel bestanddeel (schaars sporenelement) van dit pro-hormoon, inname via brood, zout en vis
- Aan de buitenkant de circulatie en aan de binnenkant eiwitrijke vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welke stappen vindt de synthese en secretie van het schildklierhormoon plaats?

A
  1. Opname van jodium in de thyrocyt
  2. Afgifte van jodide aan het colloïd
  3. Jodering van tyrosine
  4. Koppeling van jodotyrosines
  5. T4 secretie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe vindt de opname van jodium in de thyrocyt plaats (1e stap in synthese en secretie van het schildklierhormoon)?

A

Opname door transporteiwit NIS (natrium-jodide-symporter) in het basolaterale membraan van de thyrocyt
- Cotransport van I- met 2 Na+ de cel in (elektrogeen transport)
- Transport is ATP afhankelijk (Na/K-ATPase) voor ophoping jodide veroorzaken, want concentraties jodide in weefsel:serum zijn 25-400x
- NIS bevat 13 transmembraandomeinen
- Proces wordt gestimuleerd door TSH (er ontstaan meer NIS) en lage concentraties jodide
- Ook CIO4-, TcO4- (nucleaire geneeskunde) en SCN- kunnen door NIS worden opgenomen (competitors/liganden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe vindt de afgifte van jodide aan het colloïd plaats (2e stap in synthese en secretie van het schildklierhormoon)?

A

Gebeurt waarschijnlijk door het pendrin kanaal, omdat het aan de andere kant van de follikelcel gesynthetiseerd wordt
- Passief proces
- Niet helemaal duidelijk of het deze wel is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe vindt de jodering van tyrosine plaats (3e stap in synthese en secretie van het schildklierhormoon)?

A

In het hoofdbestanddeel thyreoglobuline (Tg) wordt jodide gebouwd, TPO is telkens de katalysator

Eerst wordt jodium geoxideerd: I- + H2O2 + 2 H+ –> I+ + 2 H2O (H2O2 wordt geleverd door enzym DUOX door NADPH + O2 –> H2O2)

Hierna:
1. 1 jodide wordt ingebouwd in thyreoglobuline waardoor 3-iodotyrosine (MIT) ontstaat (jodide bindt aan tyrosine residuen) en een H+
2. 1 jodide wordt ingebouwd in MIT waardoor 3,5-diiodotyrosine (DIT) ontstaat en een H+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe vindt de koppeling van jodotyrosines plaats (4e stap in synthese en secretie van het schildklierhormoon)?

A

Bestaat uit 2 stappen, beide gekatalyseerd door TPO (hierdoor goede target voor medicatie omdat ze in TPO zitten en de werking blokkeren):
1. Oxidatie van DIT: 2 DIT + H2O2 –> 2 DIT* + 2 H2O
2. Koppeling van DIT: 2 DIT* (ene is de donor diiodotyrose (geeft deel af) en andere acceptor) –> T4 + DHA (dehydroalanine = restproduct)

Hierbij zit het tyroxine nog steeds gekoppeld aan thyroglobuline, ze worden opgeslagen als colloïd in het follikel en blijven hier tot het gejodeerde Tg gehydrolyseerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe vindt de T4 secretie plaats (5e stap in synthese en secretie van het schildklierhormoon)?

A

Vindt in een aantal stappen plaats (zie ook afbeelding):
1. Endocytose van het colloïd met daarin gejodeerde thyreoglobuline in de cel, gestimuleerd door TSH
2. Fusie van vesicles met lysosomen die het Tg afbreken tot afzonderlijke aminozuren d.m.v. hydrolyse, T4, DIT en MIT ontstaan
3a. DEHAL kan DIT en MIT joderen zodat jodium opnieuw gebruikt kan worden
3b. T4-release is gemedieerd via transporters en komt in het cytosol van de follikelcel terecht, hierna directe uitscheiding of omzetting naar T3 via dejodering
4. Secretie via MCT8 (specifieke schildklierhormoon transporter) over het membraan waarbij 99,97% van T4 gebonden is aan bindingseiwit (albumine, TTR, TBG), 0,03% T4 vrij aanwezig is en 0,3% van T3 vrij aanwezig is (dit is beschikbaar voor biologische activiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe vindt de TSH signaaltransductie plaats?

A

Via een G-eiwit-gekoppelde receptor
- Binding zorgt voor verhoging van cAMP en calcium in de cel
- Resultaat is verhoogde secretie van schildklierhormoon en groei en proliferatie van de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is er aan de hand bij een patiënt met de ziekte van Graves?

A

Antistoffen tegen de TSH-receptor in het lichaam –> stimuleren de TSH-receptor in afwezigheid van TSH en hierdoor chronische stimulatie waardoor er meer groei, proliferatie en uiteindelijk struma komt

Er ontstaat heel veel T4 waardoor negatieve terugkoppeling opgevoerd wordt en geen TSH meer wordt geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt uit T4 het actieve T3 en het reserve T3 gevormd?

A

Zie afbeelding!

Actieve T3: ontstaat bij de dejodering (verwijderen jodium-atoom) van de buitenring, als ook de binnenring wordt gedejodeerd ontstaat T2
Reserve T3: ontstaat bij de dejodering van de binnenring, als ook de buitenring wordt gedejodeerd (geïnactiveerd) ontstaat T2

–> dejodering onder invloed van dejodases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de effecten van actief schildklierhormoon (T3) in de periferie?

A

T3 receptoren in de celkern die binden op het DNA en zo kunnen zorgen voor stimulatie/remming van genexpressie

Afhankelijk van:
- Transport: hoeveel schildklierhormoon de cel in komt
- Metabolisme: als de cel direct alles afbreekt is er minder activiteit
- Productie: hoeveel door de schildklier wordt geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke verschillende typen dejodases zijn er?

A

Zie afbeelding!

  • D1: voornamelijk activerend (T4 –> T3) en beetje inactiverend (rT3 –> T2) dejodase
  • D2: uitsluitend een buitenring dejodase, doet alleen activatie
  • D3: uitsluitend een binnenring dejodase, doet alleen remming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is selenocysteïne (U) en welke rol speelt het?

A

Een aminozuur dat alle dejodases bevatten (1 v.d. 250-280 aminozuren van een dejodase)
–> codeert normaal voor het stopcodon (nu niet omdat het mRNA een lange staart (secis element) bevat) en wordt dus normaal niet door DNA gecodeerd

Bij een defect in het inbouwen van selenocysteïne krijg je dus afwijkende schildklierwaardes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe vindt het transport van schildklierhormoon in de cel plaats?

A

Gebeurt door specifieke schildklierhormoon-transporteiwitten (MCT8)
- Er zijn 15-20 verschillende soorten; variatie zit in of ze voornamelijk T3/T4 opnemen/secreteren, in welke weefsels ze zitten, hoe specifiek ze zijn, etc.
- Bijv. MCT8 is belangrijk in de hersenen voor opname van T4 en minder in de periferie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat gebeurt er bij het Allan-Herndon-Dudley syndroom (ADHS)?

A

Mutatie in het MCT8 gen en hierdoor inactivatie van het schildklierhormoon transport door MCT8
- Bij mannelijke patiënten (X-gebonden)
- Hebben een verhoogd T3 in het serum, verlaagd T4 en verhoogd T3/T4
- Neurologische defecten; centrale hypotonie, beperkt hoofd omhoog houden, distale hypotonie, beperkte cognitieve ontwikkeling, geen spraak, vertraagde myelinering (te weinig schildklierwerking in de hersenen)
- Lichamelijke defecten; erg klein, zeer laag lichaamsgewicht, verminderde spiermassa, snelle hartslag (teveel schildklierwerking in de periferie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waartegen beschermt het immuunsysteem en in welke 2 delen is het opgedeeld?

A

Gevaren van buitenaf: bacteriën, virussen en parasieten (ziekteverwekkers)
Gevaren van binnenuit: tumoren
Maken onderscheid tussen lichaamseigen (zelf) en lichaamsvreemd (non-zelf)

Opgedeeld in aangeboren en verworven en gebruik van andere cellen met specifieke receptoren, antistoffen, complement en cytokinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het verschil tussen centrale en perifere tolerantie?

A

Tijdens ontwikkeling worden aan T-lymfocyten (thymus) en B-lymfocyten (beenmerg) geleerd om tolerant te zijn tegen lichaamseigen antigenen, tolerant zijn bestaat uit 2 componenten:
- Centrale tolerantie: alle lymfocyten die potentieel lichaamseigen componenten gaan herkennen worden verwijderd (apoptose)
- Perifere tolerantie: controle door regulatoire T-lymfocyten die zorgen dat lymfocyten gericht tegen lichaamseigen componenten niet geactiveerd worden

Verlies van tolerantie leidt tot een auto-immuunziekte, dit kan komen door genetica of omgevingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn systemische auto-immuunziekten en wat zijn orgaanspecifieke auto-immuunziekten?

A

Systemische auto-immuunziekten: elk orgaan in het lichaam kan hierbij aangedaan zijn, bijv.:
- Systemische lupus erythematodes (SLE)
- Reumatoïde artritis
- Systemische sclerose

Orgaanspecifieke auto-immuunziekten: 1 specifiek orgaan is aangedaan
- Diabetes mellitus type-1
- Auto-immuun hepatitis
- Auto-immuun schildklierziekten –> meest voorkomende orgaanspecifieke AIZ (5% van de totale populatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de meest voorkomende auto-immuun schildklierziektes en wat houden deze in?

A
  • Hashimoto’s thyroiditis (HT)
  • Ziekte van Graves (ZvG)

–> uiteindelijk gaan ze intefereren in de hypothalamus-hypofyse-schildklier as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn de klinische symptomen van Hashimoto’s thyroiditis (HT)?

A

Het gevolg van te weinig productie van schildklierhormoon (hypothyreoïdie), klachten:
- Traag, snel moe, gewichtstoename, koud
- Accumulatie van matrix glycosaminoglycanen in weefsel; vergrote tong, verdikte huid, oedeem in gelaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de klinische symptomen van de Ziekte van Graves (ZvG)?

A

Het gevolg van teveel productie van schildklierhormoon (hyperthyreoïdie), klachten:
- Hartkloppingen, nerveus, gewichtsverlies, warm (zwegen)
- Hyperpigmentatie, dun haar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is een struma en wat zijn veel voorkomende oorzaken?

A

Een vergrootte schildklier (in het Engels ‘goiter’)

Vaak voorkomende oorzaken:
- Auto-immuun thyreoïditis
- Goedaardige knobbels
- Kwaadaardig schildklierlijden
- Ontsteking van de schildklier

28
Q

Hoe is de pathofysiologie van Hashimoto thyreoïditis?

A
  • Forse infiltratie van T- en B-lymfocyten en andere immuuncellen in de schildklier
  • Lokaal geactiveerde auto-reactieve T-lymfocyten tegen Tg en TPO
  • Schildkliercomponenten komen in lymfeklieren, presentatie aan auto-reactieve CD8+/CD4+ T-lymfocyten –> inductie van schade aan thyrocyten wat leidt tot een hypothyreoïdie
  • Soms blokkerende auto-antistoffen tegen de TSH-receptor

Er is heel veel schade aan het klierweefsel te zien
- Direct door auto-reactieve cytotoxische T-cellen
- Th1-cellen scheiden cytokinen uit die macrofagen in het schildklierweefsel stimuleren
- Auto-antistoffen tegen TPO binden aan receptoren waarna de natural killer cel bindt en wordt geactiveerd –> scheidt granula uit en zorgt voor apoptose

29
Q

Hoe is de pathofysiologie van de Ziekte van Graves?

A
  • Minimale infiltratie van T-lymfocyten in de schildklier en ongeveer geen B-lymfocyten
  • Beperkte schildklier schade
  • Aanwezigheid van T-cellen die de TSH-receptor herkennen en stimuleren
  • Auto-antistoffen tegen Tg en thyroïd peroxidases (mindere mate meespelend)
  • Auto-antistof tegen schildklier activatie (TSH-receptor)
30
Q

Hoe zijn de volgende laboratoriumwaardes bij Hashimoto en de ziekte van Graves:
- TSH
- T4, T3
- TPO Ab (auto-antistoffen)
- Tg Ab
- TSH-R Ab ?

A

Zie de tabel!

Bij een hele vroege Hashimoto thyreoïditis patiënt met een nog intacte schildklier die kapot gaat krijg je een hele grote schildklierhormoon release wat lijkt op de ziekte van Graves

Hoe meer schade aan de schildklier, hoe hoger de auto-antistof-waardes zijn

31
Q

Wat is het verschil tussen de ziekte van Graves en foetale-neonatale Graves?

A

Tijdens het 3e trimester worden IgG antistoffen van de moeder naar het kind getransporteerd (kind kan het zelf nog niet maken) via de placenta voor bescherming tegen pathogenen –> antistoffen tegen TSH-receptor zijn IgG type en worden dus mee getransporteerd en hierdoor deregulatie van de schildklier van de baby
- Gebeurt in 1-5% van de zwangerschappen bij een patiënt met ZvG –> in 20% leidt het tot intra-uteriene vruchtdood
- Ontwikkelt zich in het 3e trimester met klachten; verhoogde hartslag, rusteloosheid, versnelde ademhaling, struma en groeiachterstand
- Immunoglobulines binnen 3-12 weken na geboorte afgebroken, wel tot die tijd behandeling nodig; schildklierremmende medicatie (thioamides) en adrenerge bètareceptor blokkers

32
Q

Wat zijn omgevingsrisicofactoren voor auto-immuun schildklierziekten?

A
  • Voedsel-inname van jodium; grote inname, meer jodium residuen in thyreoglobulilne maakt Tg meer immunogeen en herkenbaar voor T-lymfocyten
  • Roken; verhoging risico op Graves, remming op (ernstige) Hashimoto
  • Infectie: HepC en Borrelia burgdorferi (lyme) brengen structuren tot expressie die lijken op de TSH-receptor
  • Stressvolle levensgebeurtenissen; activatie HPA-as –> Th2-skewing –> auto-antistof productie / immuunsuppressie (ISP) –> herstel ISP en immuun-rebound –> immuunhyperactivatie –> veroorzaken AIZ
33
Q

Wat zijn genetische risicofatoren voor een auto-immuun schildklierziekte (AISZ)?

A
  • Geslacht: man:vrouw = 1:8-10
  • ZvG: 50% heeft familieleden met een auto-immuun schildklierziekte
  • ZvG concordantie voor een monozygote tweeling is 35% en een dizygote tweeling 3%
  • Polymorfismen in bepaalde genen (TSHR, Tg, HLA-DR3, CTLA4, PTPN22, CD40); kleine genmutaties zijn geassocieerd met de ontwikkeling van AISZ
34
Q

Uit welke symptomen bestaat het syndroom van Graves?

A
  • Hyperthyreoïdie
  • Struma
  • Opthalmopathie: proptosis (25-50%), ontwikkelt een deel van de mensen met Graves
  • Dermopathie: pretibiaal myxoedeem (1-5%), ontwikkelt een deel van de mensen met opthalmopathie met Graves
35
Q

Wat is Graves’ opthalmopathie en wat zijn de risicofactoren?

A

Combinatie van oedeemvorming rond de ogen, exophthalmus (naar voren komen), ontsteking, corneale ulceraties en uiteindelijk blindheid
–> vervelend beeld en slecht te behandelen
–> vorm met volumetoename van orbitale vetweefsel en vorm met volumetoename oogspieren en compressie van n. opticus

Risicofactoren:
- Geslacht: man:vrouw = 1:5, bij mannen 4x ernstiger beloop
- Roken: verhoogd kans op GO ontwikkelen x7/8
- Polymorfismen: bepaalde genen zijn ermee geassocieerd
- Ernst opthalmopathie hoger bij hogere TSH-receptor stimulerende antistoffen

36
Q

Wat is de pathofysiologie van Graves’ ophthalmopathie?

A

Er is een ontsteking in het spierweefsel met T-lymfocyten en een toename van het aantal orbitale fibroblasten (proliferatie) in het bindweefsel
–> fibroblasten brengen TSH-receptor tot expressie –> bij auto-antistoffen tegen de TSH-R zal er activatie zijn om een ontstekingsreactie te bewerkstelligen en zorgen voor een zwelling van weefsel
- Er is verhoogde productie van hyaluronan en collageen en een toename van adipocyten

37
Q

Hoe is de behandeling van Graves ophthalmopathie (GO)?

A
  • Goed controleren van hyperthyreoïdie: voorkomen grote fluctuaties

Dan afhankelijk van de ernst:
- Milde GO; afwachtend beleid, evt. selenium supplementatie
- Matig-ernstige GO: corticosteroïden (remmen ontsteking) en rehabilatieve chirurgie (normaliseren aanblik gelaat)
- Visusbedreigende GO: hoge dosis corticosteroïden en operatief decompressie

Het kan ook met intraveneuze immunoglobulines (IVIG), cyclosporine, octreotide, biologicals (anti-TNF, anti-B-cellen) of orbitale radiotherapie
–> belangrijk dat TSH-antistoffen bij activatie van TSH-receptor ook IGF-1 receptoren stimuleren –> teprotumumab remt IGF-1 en kan dus ook hyaluronan productie remmen

38
Q

Wat is jodium en waar zit het allemaal in?

A

Sporenelement waarbij inname via voedsel erg belangrijk is

Dagelijkse behoefde is 150 microgram en tijdens zwangerschap 200-250 microgram
- Natuurlijk zit het in zeevis, schaaldieren, zeewier en een beetje in melk en eieren
- Het wordt toegevoegd in NL aan keukenzout en bakkerszout (voor bijv. brood)
- Het zit ook in medicijnen als amiodaron (75.000 microgram) of in contrastvloeistof voor medische beeldvorming

39
Q

Wat gebeurt er bij een jodiumdeficiëntie (die steeds erger wordt) en hoe wordt deze gemeten?

A
  • Begin: teruglopende jodiumexcretie: struma ontwikkeling doordat de schildklier alle jodium gaat proberen op te nemen
  • Daarna: hypothyreoïdie: schildklier kan niet genoeg jodium opnemen om te verwerken
  • Ernstige vorm: cretinisme (ernstige congenitale hypothyreoïdie) door een ernstig jodiumtekort met klachten als gestoorde lengtegroei, mentale retardatie, geen spraak/gehoor, oedeem in het gelaat en ascites

Wordt gemeten a.d.h.v. mg iodide/24uurs urine –> want jodium wordt vooral via de nier (klein deel via de feces) uitgescheiden en dit is een maat voor de hoeveelheid jodium in het lichaam

40
Q

Wat is de samenhang met een jodiumdeficiëntie in verschillende werelddelen en met het IQ?

A
  • In delen van de wereld waar te weinig jodium beschikbaar is zal de prevalentie van een struma hoger zijn
  • Bij langere tijd blootstelling aan kleine hoeveelheden jodium en dan opeens meer kan zorgen voor een hyperthyreoïdie
  • Een inadequate jodiumstatus tijdens de zwangerschap is negatief gerelateerd aan het IQ (ook aan miskramen en pre-eclampsies)
41
Q

Wat is de pathofysiologie van een jodiumdeficiëntie?

A

Eerste fase: jodium tekort –> jodium pomp (NIS) gaat harder werken en TSH stimulatie –> groei schildklier (struma)
Tweede fase: jodium tekort –> schildklier gaat preferentieel T3 produceren (ten koste van T4) –> T4 afhankelijke organen krijgen minder T4 (o.a. de hersenen bij baby’s)

42
Q

Wat is congenitale hypothyreoïdie?

A

Een hypothyreoïdie bij baby’s waardoor de hersenen vaak nog niet goed ontwikkeld zijn
- Klachten als; niet zelfstandig staan/zitten, niet praten, geen tekenen van mentale retardatie
- Maakt kans op volledig herstel bij snelle start behandeling met voldoende schildklierhormoon suppletie

43
Q

Wat zijn symptomen en klinische tekenen van een hypothyreoïdie?

A

Symptomen: koude intolerantie, obstipatie, moeheid, zwakte, dyspnoe bij inspanning, gewichtstoename, cognitieve achteruitgang, depressiviteit, geheugenstoornissen, droge huid, heesheid, spierpijn en tintelingen

Klinische tekenen: myxoedeem (non-pitting –> typische klacht door glycosaminoglycanen stapeling), periorbitaal oedeem, vertraagde achillespees reflex, dikke tong, bradycardie, pleuravocht, pericardvocht, ascites en spierzwakte

–> niet typische symptomen en niet alle patiënten hebben alle symptomen

44
Q

Wat zijn oorzaken van een primaire hypothyreoïdie (door de schildklier zelf veroorzaakt)?

A

Congenitaal: 1:1200 in NL
- Schildklier aanlegstoornissen
- Schildklier dyshormonogenese

Verworven: 2-3% in NL
- Auto-immuun thyreoïditis (Hashimoto)
- Thyroïditis (ontsteking schildklier, viraal, post-partum) (eerst hyperthyreoïdie en daarna hypothyreoïdie)
- Radioactief jodium
- Thyroïdectomie
- Externe radiotherapie
- Medicatie (lithium, amiodarone)

45
Q

Wat zijn oorzaken van een secundaire hypothyreoïdie (door de hypofyse veroorzaakt)?

A
  • Hypofysair (geïsoleerde) hypothyroïdie
  • Sheehan’s syndroom
  • Hypofyseadenoom
  • Suprasellaire oorzaken

–> wel zeer zeldzaam

46
Q

Hoe is de diagnostiek bij een hypothyreoïdie?

A

Altijd het TSH meten en je kunt ook het FT4 meten
- TSH hoog, FT4 laag: primaire hypothyreoïdie
- TSH normaal, FT4 laag: secundaire hypothyreoïdie, TSH normaal omdat het geglycosyleerd is en hierdoor het TSH minder biologisch actief is

47
Q

Hoe is de behandeling van een hypothyreoïdie?

A

Het geven van levothyroxine (Thyrax/Euthyrox) in een dosis van 1,7 microgram/kg/dag
- Is een synthetische vorm van schildklierhormoon (T4)

Startdosis is afhankelijk van de leeftijd (lagere startdosis bij oudere patiënten) en na 6 weken na het worden opgehoogd met 25-50 microgram/dag
- T4 heeft een halfwaardetijd van 1 week dus eerst steady state bereiken

48
Q

Hoe is het klachtenbeloop na therapie van hypothyreoïdie?

A

Bij het geven van een hogere dosering zullen bloedwaarden sneller normaliseren –> echter geen effect op de klachten, want alle weefsels moeten gewend raken aan de nieuwe schildklierhormoon-normaalwaarde waardoor klachten nog weken/maanden aan kunnen houden

49
Q

Hoe is de schildklierfysiologie tijdens de zwangerschap?

A

Tijdens de zwangerschap een verhoogde behoefte aan schildklierhormoon door:
- Forse stijging in TBG-spiegels door hogere oestrogeen spiegels waardoor meer eiwitbinding van T4 en minder FT4
- Toegenomen verdelingsvolume
- Verhoogd transport en metabolisme door de placenta
- Foetale behoefte aan schildklierhormoon

Foetale schildklier ontwikkeling aan het eind van eerste trimester –> tot die tijd verhoogde T4 spiegel (veroorzaakt door verhoogde hCG spiege)

50
Q

Wat moet je doen met je behandeling van hypothyreoïdie tijdens de zwangerschap?

A

hCG (zwangerschap) heeft in hoge doseringen een TSH-achtige werking –> hierdoor verhoogt het de [vrije T4] waardoor [TSH] daalt –> daarom vanaf 4-6 weken na de bevruchting (bij positieve zwangerschapstest) bij een hypothyreoïdie de dosis met 25-50% verhogen waarbij een hoog-normaal FT4 en een laag-normaal TSH (binnen normaalwaarden) wordt nagestreefd –> elke 4 weken controle tot halverwege, dan elke 6 weken controle
–> na de bevalling de dosis T4 weer verlagen en na 6 weken een controle

51
Q

Wat is het verschil tussen thyreotoxicose en hyperthyreoïdie?

A

Thyreotoxicose: teveel aan het schildklierhormoon in het bloed, niet altijd het gevolg van een hyperthyreoïdie kan bijv. ook door een ontsteking of teveel inname –> nettere mannier om het te zeggen
Hyperthyreoïdie: de schildklier werkt te hart, leidt tot een thyreotoxicose

52
Q

Wat zijn de klinische tekenen en symptomen van een hyperthyreoïdie?

A
  • Vermoeidheid
  • Gewichtsverlies
  • Warmte intolerantie
  • Overmatig transpireren
  • Snelle, onregelmatige pols
  • Agitatie (nervositeit)
  • Warme, vochtige huid
  • Kortademigheid bij inspanning
  • Snelle darmpassage
  • Tremor aan de vingers
53
Q

Wat zijn oorzaken van een thyreotoxicose?

A
  • Morbus Graves (50%)
  • Thyroïditis (teveel schildklierhormoon uitgestort in het bloed)
  • Hete nodus (toxisch adenoom)(5%) (behandeling met I-131 therapie)
  • Toxisch multinodulair struma (35%)

Jodium geïnduceerd en minder voorkomend:
- Hyperemesis gravidarum (zwangerschapsbraken) (0,2%)
- Struma ovarii
- Factitia (exogeen)
- TSHoma

54
Q

Hoe is thyreotoxicose te diagnostiseren bij een verdenking hierop?

A
  • Serum TSH meten: is bij een primaire hyperthyreoïdie laag en als het normaal is i.c.m. een passend klinisch beeld denken aan secundaire hyperthyreoïdie
  • TSH-receptor antistoffen meten: om de ziekte van Graves aan te tonen of uit te sluiten, hele hoge sensitiviteit en specificiteit

–> bij een negatieve TSH-R Ab:
- 123-I scintigraphy: radioactief jodium dat alleen door de schildklier wordt opgenomen, bij een warme (veel) opname is het normaal of M. Graves (verhoogde uptake), bij thyreoïditis is er geen opname of ook als iemand net contrastvloeistof heeft gehad, gemixt bij een multinodulair struma en een hete nodus bij toxische nodus
- Autoantibodies: verhoogd bij ziekte van Graves

55
Q

Met welke middelen is de ziekte van Graves te behandelen?

A

Thyreostatica: remmers van de synthese
- Strumazol: voorkeur, altijd bij de start
- Propylthiouracil (PTU): 1% kans op hepatotoxiciteit, maar bij zwangerschap geïncideerd

Anders:
- Bètablokkers: menen minder opgejaagd laten voelen
- Radioactief jodium (I-131): vernietiging schildklierweefsel door bètastraling, definitieve therapie
- Thyreoidectomie: verwijdering schildklier, pas als je het medicamenteus niet onder controle krijgt of bij vrouwen met een actieve zwangerschapswens en uitwerking van radioactief jodium niet mogelijk is

56
Q

Wat zijn de milde en ernstige bijwerkingen van thyreostatica?

A

Thyreostatica worden over het algemeen goed verdragen met soms wat jeuk klachten, hiervoor kun je antihistaminica geven
–> heel soms ook veranderende smaak/reuk, misselijk/diarree of gewrichtspijnen

Zeldzame maar levensbedreigende bijwerking is Agranulocytose; 1-5/1000, bij koorts (>38 C) en keelpijn acuut leukocyten checken, vaak in de eerste maanden van behandeling
Ook kans op leverfalen; iets vaker bij PTU

57
Q

Hoe verloopt de behandeling van thyreotoxicose met thyreostatica?

A
  • Block-and-replace (in NL); gehele schildklier remmen en de juiste dosering toedienen, patiënten 1-1,5 jaar behandelen en daarna acuut stoppen met thyreostatica zodat de schildklier het hopelijk weer normaal overneemt, wel afhankelijk van ernst van leeftijd, FT4, TSH-R en struma 16-68% kans op een recidief
  • Titratie: schildklier een beetje te remmen zodat je precies goed zit, bij zwangerschap, borstvoeding en ouderen (toxisch multinodulair struma), meer in opkomst
58
Q

Hoe is de behandeling van thyreotoxicose met radioactief jodium en wat zijn de bijwerkingen?

A

Dosering is pas na maanden actief; dus mensen eerst instellen op een block-and-replace, hierna even stoppen voor toediening radioactief jodium, daarna nog 3 maanden block-and-replace voordat het radioactief jodium werkt

Bijwerkingen: pijn in de hals, verslechtering bij Graves’ orbitopathie (toename TSH-receptor antistoffen), risico op primaire hypothyreoïdie

59
Q

Wat zijn de indicaties en complicaties voor een thyreoïdectomie bij thyreotoxicose?

A

Indicaties:
- Overgevoeligheid voor thyreostatica
- Bezwaar tegen radioactief jodium
- Zwangerschap
- Groot struma
- Persoonlijke voorkeur

Complicaties:
- Hypoparathyreoïdie (0-10%)
- N. recurrens verlamming (0-4%)
- Hypothyreoïdie

60
Q

Wanneer ontstaat een Graves’ orbitopathie en wat zijn de symptomen?

A

Tijdens een Graves’ hyperthyreoïdie, maar kan ook erna of ervoor

Symptomen:
- Exophthalmus (ogen naar voren)
- Diplopie (dubbel zien)
- Ooglid retractie, zwelling, roodheid
- Photophobie, brandend gevoel, tranen
- Verminderde gezichts scherpte
- Retrobulbaire pijn
- Pijn bij oogbewegingen

61
Q

Hoe erg zijn de symptomen van Graves’ orbitopathie en hoe ontwikkelt zich dit?

A

Bij presentatie 50% milde symptomen; 65% spontane regressie, 20% stabiel en 15% progressief –> bij 75% geen medische interventie nodig en bij 5-6% wel omdat er opticus verdrukking of keratitis ontstaat

Onderscheidt maken tussen:
- Ernst: mild, matig-ernstig, ernstig
- Activiteit: m.b.v. CAS score, actief (inflammatie aan de gang), inactief (uitgedoofd maar door fibrose kun je alsnog uitgepuilde ogen hebben); alleen ingrijpen met immuunmodulerende medicatie als het actief is

62
Q

Hoe is de behandeling van actieve Graves orbitopathie?

A

Altijd: donkere zonnebril en kunsttranen geven + euthyreoidie (schildklierstatus op orde hebben)
- Milde variant: selenium 2 dd 100 mg
- Matig-ernstige variant: glucocorticoïden 12 weken intraveneus
- Ernstige variant: met spoed naar de oogarts en soms een decompressie

63
Q

Hoe is de behandeling van inactieve Graves orbitopathie?

A
  • Rehabilitatieve chirurgie: ogen recht zetten, etc.
  • Orbita decompressie

–> niet doen bij een actieve orbitopathie, dan heeft het geen nut

64
Q

Welke nodulaire schildklierafwijkingen zijn er?

A

Solitaire nodus: een aangedane plek, maakt teveel hormoon of niet
- Non-toxisch
- Toxisch

Multinodulair struma: noduli in de schildklier die of teveel of geen schildklierhormoon maken
- Non-toxisch
- Toxisch

65
Q

Hoe is het beloop van thyreoïditis?

A
  1. Thyreotoxische fase: er is teveel schildklierhormoon
  2. Euthyreote fase
  3. Hypothyreote fase
  4. Herstel euthyreoïdie: bij de meeste mensen, TSH wordt weer normaal
66
Q

Hoe is de etiologie van een virale en een postpartum thyreoïditis?

A

Viraal: mensen hebben wat keelpijnklachten, koorts en een verhoogd CROP gehad –> ze hebben geen TSH-receptor antistoffen, maar wel geen opname op de I_123 schildklierscintigrafie

Postpartum: incidentie 5% en 70% op recidief bij 2e zwangerschap, geen TSH-receptor antistoffen, meestal < 3 maanden postpartum, in 10-20% een permanente hypothyreoïdie

67
Q

Hoe is de behandeling van thyreoïditis?

A
  1. Thyreotoxische fase: weinig te doen, want schildkliercellen zijn niet functioneel, daarom symptomatisch behandelen met bijv. een pijnstiller en elke 6 weken het TSH checken
  2. Hypothyreote fase: meestal niks doen behalve in ernstige gevallen schildklierhormoon geven, counselen dat ze bij hypothyreote klachten terugkomen, jaarlijkse TSH check