FYSICA Flashcards

1
Q

wat is de positie ?

A

de positie is waar het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het tijdstip ?

A

We kunnen een beweging beschrijven door op ieder tijdstip de poistie van het voorwerp te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

WWat is de verplaatsing?

A

De verplaatsing in een tijdsinterval is de verandering van de positie in dat tijdsinterval de verplaatsing is positief als het systeem beweegt in de positieve zin van de X-as het is negatief als het systeem beweegt in de negatieve zin van de X-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de afgelegde weg

A

We werken in het dagelijkse leven met de afgelegde weg deze is altijd veel groter dan de verplaatsing in vogelvucht is en dus de kortste weg is de afgelegde weg is altijd positief .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het tijdsverloop

A

het tijdsverloop is de tijd die nodig is om de afgelegde weg te doorlopen en het kan nooit negatief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gemiddelde snelheid?

A

de gemiddelde snelheid is de constante snelheid die het voorwerp moet hebben om in dezelfde tijd de verplaatsing te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly