FMH Functioneel onderzoeken & behandelen Flashcards
Wat zijn de handelingsaspecten?
- Intentionaliteit: dat wat PT zou willen
- Sequentie: opeenvolging van allemaal handelingen in tijd
- Betekenisvolle omgeving (BELANGRIJK): uitvoering van handeling verschilt per omgeving
- Nesting: Idee van hoe activiteit uitgevoerd moet worden
- Beperkende factoren (BELANGRIJK): hetgeen waardoor we de mist ingaan bij activiteit(en)
Wat voor variabelen heb je bij functioneel onderzoek?
- Extremiteitketen
- Belasting
- Tempo wisselingen
- Stabilisatievormen
- Steunvlak
- Aandacht
- Visuele controle
- Niveau weerstand
- Soort weerstand
- Richting
- Versnelling
Welke vormen heb je bij de variabel: extremiteitketen?
- Open
- Gesloten
Welke vormen heb je bij de variabel: Belasting
- Weinig steun
- Veel steun
Welke vormen heb je bij de variabel: Tempo wisselingen
- Laag
- Hoog
Welke vormen heb je bij de variabel: Stabilisatievormen:
- Statisch
- Dynamisch
Welke vormen heb je bij de variabel: Steunvlak?
- Groot, laag, stabiel
- Klein, hoog, instabiel
Welke vormen heb je bij de variabel: Aandacht?
- Bewust, gewaarschuwd
- Onbewust, onverwacht
Welke vormen heb je bij de variabel: Visuele controle?
- Ogen open
- Ogen dicht
Welke vormen heb je bij de variabel: Niveau weerstand?
- Dicht bij gewricht
- Ver van gewricht
Welke vormen heb je bij de variabel: Soort weerstand
- Stevig
- Licht
Welke vormen heb je bij de variabel: Richting
- Enkelvoudig
- Meervoudig
Welke vormen heb je bij de variabel: versnelling
- Acceleratie
- Deceleratie
Wat houdt taakgerichte bewegingsprogramma’s in?
- Zo snel mogelijk functioneel oefenen (belangrijk)
- Taak- + context specifiek oefenen
- Mogen snel hulpmiddelen gegeven worden
- Zo snel mogelijk gaan lopen (mobiliseren)
Belangrijk is het leren van strategieen
Wat zijn de 3 fases van Fitts & Possner?
Cognitieve fase
Associatieve fase
Automatische fase
Wat houdt de cognitieve fase in?
- Sterke cognitieve sturing
- Relatief trage uitvoering
- Veel fouten in uitvoering
- Veel visuele, auditieve, perceptuele ondersteuning nodig
Wat houdt de associatieve fase in?
- Vaak herhalen van vaardigheid
- Cognitieve controle, minder fouten & meer economische wijze van uitvoering
Wat houdt de automatische fase in?
- Beperkte cognitieve sturing
- Hoog tempo, weinig fouten
Wat houdt expliciet leren in?
- Omgeving bepaalt het leren
- Decleratief
- Knowledge of Performance
Wat houdt impliciet leren in?
- Persoon creeert zelf de leeromgeving
- Procedureel
- Knowledge of result
Wat zijn de variabelen van het motorisch leren die het leerproces bepalen?
Omvang, intensiteit van training Taak: - Variabiliteit - Zinvolheid en op maat van PT Betekenisvolle omgeving Instructie & feedback: - Voor, tijdens + na taak - Verbaal + non-verbaal - Afnemend in frequentie - Positief + motiverend Therapeut: - Motivatie - Stimulatie - Facilitatie