FMH D1 neurorevalidatie – immobilisatie Flashcards

1
Q

Wat houdt de stroke service in?

A

Regionale zorgketen van samenwerkende zorginstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke fasen heb je bij CVA?

A
  • (hyper) acute fase
  • Vroege revalidatie fase
  • Late revalidatie fase
  • Revalidatie chronische fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe lang duurt de (hyper) acute fase?

A

0-24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe lang duurt de vroege revalidatie fase?

A

24 uur – 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe lang duurt de Late revalidatie fase?

A

3-6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe lang duurt de chronische fase?

A

> 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

80% van het herstel van functionaliteit vindt plaats in de ……….. na ontstaan CVA?

A

Eerste 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemiddeld vinden bij slechts ….1….% v/d PT na ….2… nog klinische relevante verbeteringen op activiteitenniveau

A

1) 10-15%

2) na 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het fysiotherapeutisch handelen bestaat uit 8-tal stappen, die zijn gegroepeerd tot:?

A
  • Diagnostiek & prognostiek: stap 1 t/m 4
  • Interventie: stap 5 + 6
    Evaluatie & monitoring: stap 7 + 8
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van de barthel index?

A

Meten van zelfstandighed bij activiteiten in dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de scores op Barthel?

A
20 punten: Volledig zelfstandig
15-19 punten: Redelijk–goed zelfstandig
10-14 punten: Heeft hulp nodig maar doet veel zelf
5-9 punten: Ernstig hulpbehoevend
0-4: Volledig hulpbehoevend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke dag heeft de voorkeur voor het inzetten van de Barthel index?

A

op dag 5 na cva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de domeinen functiestoornissen bij CVA?

A

Somatosensorisch
Neuropsychologisch/cognitief
Psychologisch/sociaal-emotioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ziet het diagnostisch proces eruit bij CVA?

A

Anamnese
Observatie
Functioneel onderzoek
Functie-onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 7 basismeetinstrumenten bij CVA?

A

1) Motricity Index
2) Trunk Control Test
3) BBS
4) FAC
5) 10MLT
6) FAT
7) Barthel Index

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De 7 basismeetinstrumenten die door werkgroep zijn geselecteerd, dienen voor kwantificeren van:

A
  • Spierkracht hemiplegische zijde
  • Rompactiviteit
  • Balans
  • Loopvaardigheid
  • Arm-handvaardigheid
  • Uitvoering ADL
17
Q

Wat zijn de belangrijke (prognostische) (behandel)domeinen bij CVA?

A
  • Arm-hand vaardigheid
  • Loopvaardigheid
  • Basale ADL
  • Kwaliteit van leven
18
Q

Wat moet je voorkomen in de(hyper) acute fase?

A

Progressieve schade hersenen + secundaire complicaties door mobilisatie binnen 24 uur

19
Q

Binnen hoeveel uren/dagen/weken dient er mobilisatie te vinden na ontstaan cva?

A

Binnen 24 uur!

20
Q

FT heeft een adviserende, controlerende + daar waar mogelijk een behandelfunctie:

A
Optimale Wisselliggingsschema
Pulmonale ventilatie + sputumlozing
Monitoren van (mogelijke) functiestoornissen:
- Parese
- Somatosensoriek
- Bewegingsuitslag