FMH D2 Neurorevalidatie – mobilisatiefase Flashcards

1
Q

Wat zijn de aandachtsgebieden in de mobilisatiefase?

A

A) Somatosensorisch functioneren
B) Cognitief-neuropsychologisch functioneren
C) Sociaal-emotioneel/psychologisch functioneren

FT richt zich op A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan er horen tot somatosensorisch functioneren?

A
  • Abnormale tonus
  • Abnormale reflexactiviteit
  • Spierzwakte/-stijfheid
  • Gestoorde sensibiliteit
  • Gestoorde coördinatie
  • Evenwichtsproblemen
    etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tijdens het functioneel onderzoek moet je 3 algemene vragen stellen welke?

A

Wat
Hoe
Waarom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er zijn verschillende strategieen die een PT kan hanteren tijdens uitvoeren van bewegingen, waar vallen die onder?

A

Motorisch
Sensorisch
Cognitief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt motorische strategie in die PT kan hanteren tijdens uitvoeren van bewegingen?

A
Reaktief
Proactief
Prediktief
Fixed support
Change in support
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Reaktief?

A

Op basis van onverwachte sensorische verstoring.

VB: Je staat in een wachtrij en iemand loopt tegen je aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Prediktief?

A

Op basis van een bekende verstoring

VB: Je weet wat er komen gaat: het waait heel hard, je zet je automatisch schrap/gaat wat voorover lopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Proactief?

A

Op basis van visuele informatie, anticipatie + pretuning (feedforward)

VB: Je hebt de keuze hoe je anticipeert op wat er gaat komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Fixed support

A

Balans op ondergrond, controle die je daarover hebt, heeft veel met co-contractie te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Changed support?

A

Bijvoorbeeld met instabiele ondergrond, of door wegnemen van steun

VB: Alls iemand zich goed kan opvangen als er verandering optreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hoort tot sensorische strategieen die een PT kan hanteren tijdens het uitvoeren van bewegingen?

A

Visus
Evenwicht
Proprioceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de motorische leerprincipes?

A
Oefenen op maat
Repitition–without–repitition
Feedback: (knowledge of performance)
Motivatie door coaching + feedback
Betekenisvolle omgeving
Complexe motorische handelingen in deelhandelingen aanleren:
- Procedureel leren
- Decleratief leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar ligt de nadruk op bij procedureel leren?

A

Uitvoeren v/d automatische handeling krijgt de nadruk. Accent liggen meer op uitvoering v/d beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar ligt de nadruk op bij decleratief leren?

A

Behaalde resultaat krijgt de nadruk. Accent ligt meer op resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verbeteren van activiteiten in mobilisatiefase, doe je door:

A
  • Houding
  • Verplaatsing
  • Zelfstandig lopen
  • Inzetten van paretische arm
  • Zelfverzorging + huishoudelijke activiteiten
  • Besteding van vrije tijd + sport
  • Cognitieve revalidatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly