FMH D4- Neurorevalidatie – cognitief-sociaal/emotioneel Flashcards

1
Q

Waar moet je op letten tijdens het senso-motorisch onderzoek? Aandachtsgebied – cognitief-neuropsychologisch functioneren

A
  • Alertheid + aandacht
  • Orientatie in tijd, plaats + persoon
  • Herkennen van voorwerpen, afbeeldingen
  • Handelingsvolgorde, structuur + flexibiliteit
  • Tempo van info verwerking
  • Zelfcontrole
  • Inschatten
  • Opslaan + generaliseren van info
  • UHV
  • Communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cognitieve stoornissen tot 1 jaar na CVA:

A
  • Deze stoornissen zijn niet zeldzaam: treft veel PT
  • Mentale traagheid springt eruit
  • Duidelijke verbeteringen te zien gedurende het 1ste jaar
  • Maar blijven ook aanzienlijke % PT met stoornissen over
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de rol van FT bij cognitief-neuropsychologisch functioneren?

A

Signaleren & doorverwijzen:

  • PT vergeet steeds je naam
  • Links tegen deurpost botsen
  • Te laat komen
  • Steeds op verkeerde plaats zijn
  • Duurt lang voordat PT begint met opdracht
  • PT gaat verder op gespreksonderwerp dat afgesloten was
  • Hoort exact wat er elders in de ruimte/omgeving gebeurd, echter niet bij jou
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn tips voor FT bij cognitief-neuropsychologisch functioneren?

A
  • Hou de te onthouden info simpel
  • Zo min mogelijk info tegelijk aanbieden
  • Afleiding verminderen
  • Zorg dat info begrepen is: laat PT zelf herhalen
  • Stimuleer associates met bekende info
  • Stimuleer het stellen van vragen door PT
  • '’Weinig + vaak’’ is beter dan veel ineens
  • Zo veel mogelijk variatie aanbrengen (bij sommige mensen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar moet je op letten tijdens senso-motorisch onderzoek? Aandachtsgebied– Sociaal-emotioneel functioneren

A
  • Shock
  • Ongeloof
  • Angst
  • Depressie
  • Verdriet
  • Emotionele labiliteit
  • Vijandigheid
  • Impulsiviteit
  • Slordigheid
  • Aangepast gedrag aan omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zijn 2 modellen voor rouwverwerking, welke?

A
  • 5 stages of grieves (kubler-ross)

- Dual Process Model of Coping (Stroebe & schut)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt de 5 stages of grieves in?

A

1) Ontkenning
2) Woede
3) Marchanderen
4) Depressie
5) Aanvaarding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly