FMH Farmacologie Flashcards

1
Q

Belangrijk om te weten is of ze …. slikken

A

Bloedverdunners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Als iemand ..1.. medicijnen slikt is de valkans hoger bij ouderen

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

….. heeft een grote relatie met botontkalking

A

Corticosteroïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

….. heeft invloed op zowel maag als hart

A

Paracetamol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn veel voorkomende bijwerkingen?

A
  • Orthostatische hypotensie
  • Vermoeidheid
  • Spierpijn + -zwakte [plaspillen + betablokkers]
  • Depressie + verwardheid [door geen balans]
  • Dementie
  • Bewegingsstoornissen
  • Incontinentie
  • Extrapiramidale symptomen
  • Sterke afname lichaamsvochtvolume
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaken van vermoeidheid kunnen zijn:

A

Betablokkers: verlagen hartslag + verminderen doorbloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor zorgt diuretica

A

[Plaspillen] Verminderen lichaamsvloeistofvolume + kunnen uitdroging en/of kleiner hartvolume veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Spierzwakte & vermoeidheid kan veroorzaakt worden door

A

Nitraten

Anti-hypertensiva [ACE-remmers]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke geneesmiddelen kunnen voor depressie zorgen?

A
  • Anti-hypertensia [Betablokkers + ACE-remmers]
  • Anti-Parkinson middelen
  • Betablokkers
  • Diuretica
  • Niet opioide analgetica
  • Anti-inflammatoire middelen
  • Opoide analgetica
  • Sedativa hypnotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn symptomen van hartdecompressie?

A
  • Vermoeidheid
  • Kortademigheid
  • Oedeem
  • Onvermogen diep adem te halen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de meest voorkomende neuromusculaire aandoeningen die medicamenteus behandeld worden?

A
  • Artritis
  • Neuralgieen
  • CVA
  • Parkinson
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer spreken we van hypertensie?

A

Diastolische druk: >95 mmHg

Systolische druk: >160 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor wordt hypertensie veroorzaakt?

A
  • Gewicht
  • Roken
  • Te veel zout
  • Beperkte lichaamsbeweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de therapie voor hypertensie?

A
Conservatief: stoppen met roken, etc.
Medicamenteus:
- 1ste keus: Thiazidediuretica
- 2e: Betablokkers
- 3e: ACE-remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de medicamenteuze behandeling bij hartritmestoornissen:

A

Anti-arhythmica:

  • Klasse 1: Membraamstabiliserende middelen
  • Klasse 2: Betablokkers
  • Klasse 3: Actiepotentiaalverlagers
  • Klasse 4: Calciumantagonisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Medicamenteuze behandeling bij neuralgieen richt zich op:

A
Pijnbeheersing [paracetamol + NSAID's] + rust
Sterkere middelen zijn:
- Carbamezipine
- Morfine
- Aanverwante opioide analgetica