exogeen en endogeen lipide transport Flashcards
Wat zijn de twee vormen van cholesterol?
Cholesterol komt voor in de vorm van vrij cholesterol en cholesterolesters. De cholesterolesters zijn nog slechter in wateroplosbaar dan in vrij cholesterol.
Wat zijn de functies van cholesterol?
- Bouwsteen in celmembraan (stevigheid)
- Gal voor het oplossen van vetten
- Cholesterol is een voorloper van steroïdhormonen
- Cholesterol is een voorloper van vitamine D
Hoe komt cholesterol in het lichaam?
Cholesterol is essentieel in het lichaam. De lever is het centrale orgaan in de cholesterolhuishouding. Via de voeding komt cholesterol naar de lever. Het meeste cholesterol wordt nieuw gemaakt (de novo synthese). Cholesterol kan worden opgenomen in de darm. Het kan ook worden gesynthetiseerd in extrahepatisch weefsel. Cholesterol verlaat de lever in de vorm van HDL of VLDL, vrij cholesterol in gal of in de vorm van galzouten/-zuren.
Cholesterol in voeding en lichaam
Cholesterol zit enkel in dierlijke producten. De aangeraden intake is ongeveer 300 mg/dag, waarvan ongeveer 50% gereabsorbeerd wordt. De excretie is 1 gram per dag. Dit betekent dat er per dag ongeveer 300 mg/dag, waarvan ongeveer 850 mg cholesterol aangemaakt moet worden. Bij een te hoog cholesterol is een cholesterolarm dieet vaak niet effectief, omdat het grootste deel van het cholesterol gesynthetiseerd wordt in het lichaam.
Cholesterol synthese pathway
De cholesterolsynthese begint met 2 stoffen: acetyl-CoA en acetoacetyl-CoA. HMG-CoA reductase is het belangrijkste enzym in de pathway van cholesterolsynthese. Dit is de snelheidsbepalende stap. Statinen zijn remmers van HMG-CoA reductase.
Wat zijn triglyceriden?
Triglyceriden zijn opgebouwd uit glycerol met drie vetzuurstaarten. Afhankelijk van de aanwezigheid van dubbele bindingen in de vetzuurstaarten is het vet verzadigd of onverzadigd. De samenstelling van triglyceriden heeft invloed op het metabolisme. De functie van triglyceriden is brandbaar. Cholesterol en triglyceriden zijn niet wateroplosbaar. Om deze reden worden ze in het bloed vervoerd met behulp van lipoproteïnen.
Wat is de functie van triglyceriden?
Belangrijkste brandstof in het lichaam.
Cholesterol en triglyceriden zijn niet wateroplosbaar. Hoe worden ze vervoerd?
Vervoer via lipoproteïnen.
Lipoproteïnen zijn aan de buitenkant (de mantel) hydrofiel en aan de binnenkant (de kern) lipofiel. In. De kern bevinden zich triglyceriden en veresterd cholesterol. Op de mantel bevinden zich vrij cholesterol (redelijk wateroplosbaar) en fosfolipiden. Afhankelijk van het soort lipoproteïne zitten er op de mantel ook ‘speciale’ eiwitten: apolipoproteinen. Bepaalde lipoproteïnen kunnen in de vaatwand blijven plakken (atherosclerose).
Wat is de indeling van Lipoproteïnen?
Lipoproteïnen worden ingedeeld naar dichtheid en grootte. Hoe hoger de dichtheid van de deeltjes, hoe meer cholesterol ze bevatten.
- Chylomicron: bevatten veel triglyceriden en weinig cholesterol (dus lage dichtheid)
- Chylomircron remnant: deel van de triglyceriden is eruit, dus iets kleiner deeltje met hogere dichtheid
- VLDL: very low densiti lipoproteïn. Dit zijn grote deeltjes met een lage dichtheid (weinig cholesterol)
- LDL: low density lipoproteïn. Kleinere deeltjes met een wat hogere dichtheid. Kleinere LDL-deeltjes zijn gevaarlijker voor hart- en vaatziekten, omdat ze makkelijker onder de vaatwand kruipen.
- Lp(a): door LDL-deeltje, maar hieraan zit nog een staart (waardoor ze wat groter worden)
- HDL: high density lipoproteïn. Klein deeltje met een grote dichtheid (veel cholesterol). Dit deeltje wordt gezien als het goede cholesterol.
Wat zijn Apolilipoproteinen?
Apolilipoproteinen (apo’s) zijn de structurele eiwitten op de mantel van de lipoproteinen. Apo’s kunnen onder andere fungeren als ligand voor receptoren, kunnen de binding van andere apo’s aan receptoren beïnvloeden en kunnen functioneren als cofactoren voor enzymen.
Wat zijn de functie van verschillende Apo’s?
Apo Lipoproteine(n) Functie(s)
Apo A1 HDL, chylomicron Structuureiwit voor HDL
Activator voor LCAT (LCAT zet vrij cholesterol om in cholesterolesters)
Apo A2 HDL Structuureiwit voor HDL
Activator hepatisch lipase
Apo B48 Chylomicronen en -remnants Nodig voor chylomicronen-secretie
Bindt niet aan de LDL-receptor
Apo B100 VLDL, IDL, LDL, Lp(a) Secretie van VLDL-secretie
Ligand voor LDL-receptor
Apo C1 Chylomicronen, VLDL, HDL Activator voor LCAT
Apo C2 Chylomicronen Cofactor voor LPL
Apo E Chylomicronen, IDL, VLDL, HDL Nodig voor chylomicronen-secretie
Ligand LDL-receptor
Wat is de exogene pathway?
Triglyceriden en cholesterol worden in de darm opgenomen. Het vervoeren van deze stoffen gebeurt via een chylomicron. Voor de vorming van dit lipoproteïne is het enzym microsomaal transfer proteïn (MTP) nodig. In het chylomicron zit veel vet. Wanneer het chylomicron aankomt in de capillairen, zorgt lipoproteïne lipase (LPL) voor het binden van triglyceriden uit het chylomicron, om deze te vervoeren naar spier- en vetweefsel. In het overblijvende deeltje zitten minder triglyceriden en relatief meer cholesterol (chylomicron remnant). Dit deeltje wordt opgevangen door de LRP- of LDLR-receptor en gaat zo terug naar de lever. Apo-C-II bindt aan het LPL. Bij een mutatie in het LPL zal het bloed vettig zijn en een gele kleur hebben.
Wat is de endocriene pathway?
Het chylomicron remnant wordt opgenomen in de lever door de remnant receptor en komt zo in de lever terecht. De lever krijgt cholesterol en triglyceriden uit de voeding, mar vormt zelf ook nog cholesterol. Hierbij wordt VLDL gevormd. VLDL bevat relatief veel triglyceriden (ten koste van cholesterol). LDL tankt triglyceriden uit dit deeltje, waarbij UDL (intermediate dense lipoproteïn) ontstaat. Dit deeltje kan rechtstreeks opgenomen worden door de lever of omgezet worden in LDL.
Wat gebeurd er met de LDL vanuit de endocriene pathway?
- Opname door een extrahepatische cel (welke cholesterol nodig heeft)
- Opname door de LDL-receptoren van de lever
- Opslag in de vaatwand (atherosclerose)
Lipoproteïnen uit de darmen krijgen apo B48, lipoproteïnen uit de lever krijgen apo B100
LDL-receptor mechanisme
De LDL-receptor zit op het plasmamembraan in een holletje in de levercel. Wanneer LDL bindt aan de receptor (met apo B100), wordt het complex opgenomen in een vesicle, waarna het LDL wordt afgebroken en de LDL-receptor wordt gerecycled onder invloed van PCSK9.
PCSK9 is een eiwit welke circuleert in het bloed. Wanneer het PCSK9 in een vesicle terecht komt met de LDL-receptor, wordt de receptor niet meer gerecycled maar afgebroken. Als er te weinig PCSK9 is gaat de LDL-receptor langer mee. Met meer LDL-receptoren kan het cholesterol beter worden weggevangen en afgebroken. Mensen met weinig PCSK9 hebben minder hart- en vaatziekten.