EXAMEN H8 Flashcards
Executieve functies
: Beheersprocessen die een individu in staat stellen de prestaties
te optimaliseren in situaties die de werking en coördinatie van verschillende meer
basale cognitieve processen vereisen.
Zelfgeordende aanwijstaak
Een taak waarbij deelnemers bij elke proef naar een
nieuw object moeten wijzen en zo een werkgeheugen moeten behouden voor
eerder geselecteerde items.
FAS-test
Een test van verbale vloeiendheid waarbij deelnemers in een beperkte tijd
woorden moeten genereren die met een letter beginnen.
▌Strooptest
Responsinterferentie door het benoemen van de inktkleur van een
geschreven kleurnaam.
Go/no-go test
Een test van responsremming waarbij deelnemers moeten reageren
op een frequente stimulus maar een reactie op een andere stimulus onthouden.
▌Impulsiviteit
Een gedragsneiging om onmiddellijk te reageren of onmiddellijke
beloningen te zoeken.
Wisconsin card sorting task
Een taak van executieve functies waarbij regelinductie
en regelgebruik betrokken zijn.
▌Perseveratie
Het falen om van een eerdere reactie af te wijken.
▌Taakomschakeling
Een eerder schema weggooien en een nieuw maken.
▌Wisselkosten
Een vertraging van de reactie als gevolg van het weggooien van een
eerder schema en het opzetten van een nieuw schema.
▌Multitasking
Meerdere taken achter elkaar uitvoeren; vereist zowel taakwisseling als
het handhaven van toekomstige doelen terwijl huidige doelen worden aangepakt.
Reversal learning
Leren dat een eerder beloonde stimulus of respons niet langer
wordt beloond.
Somatic-markerhypothese
Een voorstel dat emotionele en lichamelijke toestanden
die verband houden met eerder gedrag, worden gebruikt om de besluitvorming te
beïnvloeden.
Iowa goktaak
Een taak waarbij deelnemers moeten leren om risicovolle keuzes te
vermijden (netto verlies genereren) ten gunste van minder risicovolle (en meer
lonende) keuzes.
▌Sociapathie
: Een persoonlijkheidsstoornis geassocieerd met onverantwoordelijk en
onbetrouwbaar gedrag dat niet persoonlijk voordelig is; een onvermogen om
duurzame verbintenissen of relaties aan te gaan; egocentrisch denken; en een
duidelijke mate van impulsiviteit.
Delay discounting
De neiging dat toekomstige beloningen minder subjectieve
waarde hebben dan dezelfde beloning die nu wordt ontvangen.
Multiple-demand netwerk
Een reeks hersengebieden in de laterale prefrontale en
pariëtale lobben die worden geactiveerd door een groot aantal taken ten opzichte
van de basislijn.
Vloeiende en gekristalliseerde intelligentie
▌Vloeiende intelligentie: Flexibel denken en probleemoplossend denken in nieuwe
situaties, onafhankelijk van opgedane kennis.
▌Gekristalliseerde intelligentie: Het vermogen om eerdere expertise en kennis te
gebruiken.
Neuro-economie
Het gebruik van neurowetenschappelijke methoden en
theorieën om economische besluitvorming te verklaren.
▌Ultimatumspel
Een spel met twee spelers waarin een speler een geldverdeling
▌Monitoring
Het proces van het relateren van informatie die momenteel in
gedachten wordt gehouden, terug naar de taakvereisten.
Volgehouden aandacht
: Gericht blijven op de taakvereisten gedurende een
bepaalde periode.
Error-related negativity
Een gebeurtenisgerelateerde potentiële component in EEG
die kan worden gedetecteerd op de hoofdhuid wanneer er een fout wordt
gemaakt.