engels Flashcards
gloednieuw
brand-new
brand-new
gloednieuw
apparaat, toestel
device
device
apparaat, toestel
alledaags, gewoon
everyday
everyday
alledaags, gewoon
onderzoeken
explore (to)
explore (to)
onderzoeken
verlengen
extend (to)
extend (to)
verlengen
boeiend, fascinerend
fascinating
fascinating
boeiend, fascinerend
zweven
float (to)
float (to)
zweven
menselijk
human
human
menselijk
zich laten meeslepen
get carried away (to)
get carried away (to)
zich laten meeslepen
uitvinden
invent (to)
invent (to)
uitvinden
uitvinding
invention
invention
uitvinding
gelegenheid
opportunity
opportunity
gelegenheid
gewoon
ordinary
ordinary
gewoon
mogelijk
possible
possible
mogelijk
risico
risk
risk
risico
wetenschap
science
science
wetenschap
shrink (to) - shrank - shrunk
krimpen - kromp(en) - gekrompen
krimpen - kromp(en) - gekrompen
shrink (to) - shrank - shrunk
solution
oplossing
oplossing
solution
space
ruimte
ruimte
space
ruimtevaartuig
spacecraft
spacecraft
ruimtevaartuig
doorslikken
swallow (to)
swallow (to)
doorslikken
tandenborstel
toothbrush
toothbrush
tandenborstel
heel klein
tiny
tiny
heel klein
oorspronkelijk
originally
originally
oorspronkelijk
nauwkeurig
accurately
accurately
nauwkeurig
apparently
blijkbaar
blijkbaar
apparently
backwards
achteruit
achteruit
backwards
breakthrough
doorbraak
doorbraak
breakthrough
vastgespen
buckle (to)
buckle (to)
vastgespen
plafond
ceiling
ceiling
plafond
beweren
claim (to)
claim (to)
beweren
wijzerplaat
dial
dial
wijzerplaat
helemaal
entirely
entirely
helemaal
vooruit
forwards
forwards
vooruit