Diagnostiek Hfd 5 Flashcards

1
Q

Wat is systematische gedragsobservatie?

A

Een methode waarbij het gedrag en de relatie tussen mensen doelgericht en met specifieke methodes worden geobserveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is systematische observatie belangrijk binnen psychodiagnostisch onderzoek?

A

Het vermindert de subjectiviteit van de observator en creëert een focus voor betere interpretatie van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de twee soorten settings voor observaties?

A
  • Natuurlijke setting (bijv. klaslokaal)
  • Gecreëerde setting (bijv. spelobservaties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn zelfobservaties?

A

Observaties die door het individu zelf worden uitgevoerd, gericht op cognities, emoties en fysieke gewaarwordingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het doel van het vertalen van emotioneel geladen gedragsbeschrijvingen?

A

Om vage omschrijvingen om te zetten in specifiek, observeerbaar gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de drie typen informanten bij systematische observatie?

A
  • Ouder-kindobservatie
  • Leerkrachtobservatie
  • Zelfobservatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn enkele elementen van een succesvolle systematische observatie?

A
  • Concrete beschrijving van gedrag
  • Eenvoudige schema voor notities
  • Een cue voor registratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is time-sampling in systematische observatie?

A

Registratie op vaste, korte momenten om te noteren of gedrag zich voordoet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de drie aspecten die kinderen vanaf ongeveer 6 jaar kunnen observeren?

A
  • Wat denk je?
  • Wat voel je?
  • Wat doe je?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het ABC-schema in observatie?

A
  • A: antecedenten van gedrag
  • B: doelgedrag
  • C: consequenten van gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de vier componenten van de ouder-kindrelatie volgens Stern (1995)?

A
  • Interactief gedrag van de ouder
  • Interactief gedrag van het kind
  • Representaties van de ouder over de relatie
  • Verwachtingen van het kind over de interactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de Emotional Availability Scales (EAS)?

A

Een instrument om de interactie tussen ouder en kind te observeren, beginnend met vrij spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de rol van de hulpverlener tijdens observaties?

A

Hypothesen formuleren over de ouder-kindrelaties op basis van geobserveerde interacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de vuistregel voor de duur van een observatie?

A

Minimaal 20 minuten om dagelijkse interactiepatronen goed te observeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van de thermometer in emotieobservatie?

A

Om de opbouw van emoties visueel weer te geven en te helpen bij emotieregulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van functionele en disfunctionele gedachten?

A
  • Functionele gedachten leiden naar hulpvol gedrag
  • Disfunctionele gedachten leiden naar probleemgedrag.
17
Q

Wat zijn enkele instrumenten voor observatie in de klinische praktijk?

A
  • BOSCC
  • ADOS-2
  • DB-DOS
18
Q

Wat zijn de voordelen van systematische observatie met virtual reality?

A

Het creëert situaties die in het echt onveilig of onmogelijk zijn om gedrag te observeren.

19
Q

Wat is de rol van de context in systematische observatie?

A

Het biedt inzicht in hoe gedrag en omgeving elkaar beïnvloeden.

20
Q

Vul in: Systematische observatie kan helpen bij _______.

A

[emotieregulatie en gedragsproblemen]