Diagnostiek Hfd 16 Flashcards

1
Q

Wat is de rol van de omgeving in de ontwikkeling van een kind?

A

De omgeving beïnvloedt het
* functioneren van een individu,
* de emotionele,
* sociale en cognitieve vaardigheden van een kind ontwikkelen zich in interactie met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het belangrijk om het kind in de context van zijn omgeving te diagnosticeren?

A

Diagnostiek van het kind te midden van en in relatie tot anderen helpt
1. om te begrijpen wat er aan de hand is,
2. hoe de situatie is ontstaan en
3. wat nodig is voor verbetering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat beschrijft het transactioneel ontwikkelingsmodel?

A

Het transactioneel ontwikkelingsmodel beschrijft hoe het kind en zijn omgeving elkaar beïnvloeden en veranderen, wat leidt tot de ontwikkeling van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het transactioneel ontwikkelingsmodel?

A
  1. Het functioneren van een kind is afhankelijk van zowel het kind als zijn ervaringen.
  2. Individuele karaktereigenschappen bepalen de interactie met de omgeving.
  3. Het kind heeft een actieve rol in zijn ontwikkeling.
  4. De omgeving beïnvloedt hoe genen tot expressie komen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de cirkel van veiligheid en vertrouwen?

A

In een gezonde ontwikkeling kan het kind de opvoeder gebruiken als een veilige basis om de wereld te verkennen, wetende dat de ouder er is als het misgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is co-regulatie in de ouder-kindrelatie?

A

Co-regulatie is het proces waarbij ouders het kind helpen reguleren wanneer het stress ervaart, wat leidt tot patronen in de ouder-kindrelatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de patronen van onveiligheid binnen de ouder-kindrelatie?

A
  1. Vermijdende gehechtheid: weinig gehechtheidsgedrag, kind houdt anderen op afstand.
  2. Ambivalente gehechtheid: veel gehechtheidsgedrag, kind is onzeker door inconsistent gedrag van de ouder.
  3. Gedesorganiseerde gehechtheid: verstoring in de relatie, kind ervaart ouder als zowel steun als bron van angst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe beïnvloedt de kwaliteit van de ouder-kindrelatie de ontwikkeling van het kind?

A

De kwaliteit van de relatie beïnvloedt de
1. emotionele regulatie,
2. de mogelijkheid om relaties aan te gaan
3. en nieuwe ervaringen op te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de ontwikkelingstaken voor kinderen van 0-2 jaar?

A

De belangrijkste ontwikkelingstaak is het opbouwen van een veilige gehechtheidsrelatie, waarbij ouders sensitief en responsief moeten reageren op de behoeften van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de ontwikkelingstaken voor peuters (2-4 jaar)?

A

Peuters ontwikkelen autonomie, imitatie, taalvaardigheden, en leren samenspelen en conflicten hanteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de ontwikkelingstaken voor kinderen van 4-12 jaar?

A

Kinderen ontwikkelen empathie, leren werkhouding en doorzettingsvermogen, en ouders moeten hen ondersteunen in hun sociale interacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de ontwikkelingstaken voor vroege adolescenten (12-16 jaar)?

A

Adolescenten ontwikkelen zelfstandigheid, identiteitsvorming en leren omgaan met sociale relaties en verwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de ontwikkelingstaken voor late adolescenten (16-21 jaar)?

A

Identiteit ontwikkelt zich verder, en adolescenten leren rekening houden met sociale en emotionele gevolgen van hun gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de thema’s in de motherhood constellation?

A
  • Leven en groei
  • Primaire relatie
  • Ondersteunende omgeving
  • Identiteitsreorganisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de thema’s in de fatherhood constellation?

A
  • De wens om de moeder en baby te beschermen
  • Betekenis geven aan vaderschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van de diagnosticus in het gezinssysteem?

A

De diagnosticus kijkt naar de bredere context en hoe het gedrag van een kind een functie kan hebben binnen het systeem.

16
Q

Wat zijn de kenmerken van circulaire causaliteit in een gezinssysteem?

A

Er is een voortdurende wisselwerking en wederzijdse beïnvloeding tussen de personen in het systeem.

17
Q

Wat zijn voorbeelden van patronen binnen een gezinssysteem?

A

Coalitievorming
Triangulatie
Omleiding
Parentificatie
Loszandgezin
Kluwengezin.

18
Q

Wat zijn de contextuele factoren die invloed hebben op het functioneren van een gezin?

A
  • De grotere familie,
  • buurt,
  • school,
  • werk van ouders en
  • vrijetijdsbesteding van gezinsleden.
19
Q

Wat zijn de ernstige risicofactoren voor kindermishandeling?

A
  1. Problemen tussen ouders,
  2. psychische problemen bij ouders,
  3. een verleden van kindermishandeling,
  4. en problematisch alcohol- of drugsgebruik.
20
Q

Wat zijn de stappen van de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling?

A

Intercollegiale consultatie en gespreksvoering binnen het gezin zijn kernelementen.

21
Q

Wat zijn de middelen om zicht te krijgen op het kind binnen het gezin?

A

Diagnostische gesprekken met ouders, vragenlijsten, gestandaardiseerde interviews en observatieschalen.

22
Q

Wat is de rol van een genogram in de diagnostiek?

A

Een genogram is een notatiesysteem waarmee een familiestamboom wordt gemaakt om inzicht te krijgen in de context van het kind.

23
Q

Wat zijn de praktische richtlijnen voor diagnostici?

A
  1. Onderzoek vindt nooit plaats in een vacuüm; achtergrondinformatie is essentieel.
  2. Structureel registreren van gedrag in context is belangrijk.
  3. Wees bewust van de beperkingen van wetenschappelijk onderzoek.
  4. Onderlinge verschillen zijn net zo belangrijk als overeenkomsten.
24
Wat zijn risicofactoren in de ontwikkeling van ouderschap?
1. Gehechtheidsproblemen, 2. jeugdtrauma's, 3. onzekerheid in het ouderschap, en 5. psychopathologie bij ouders.