Describe how biology and evolution constrain learning. Flashcards

leerdoel hoofdstuk 6

1
Q

Hoe beperken biologie en evolutie het leren?

A

Leren via klassieke en operante conditionering is afhankelijk van het vormen van associaties, maar zowel timing als intensiteit van stimuli zijn niet de enige factoren; biologische en evolutionaire factoren spelen ook een rol bij wat geleerd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat toont onderzoek naar aangeleerde smaakaversies aan?

A

Onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde combinaties van stimuli waarschijnlijker geassocieerd worden dan andere. Bijvoorbeeld, dieren en mensen leren snel smaken te vermijden die geassocieerd worden met ziekte, zelfs als ziekte uren na het eten optreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom hebben dieren moeite met het leren van gedrag dat indruist tegen hun evolutionaire aanpassingen?

A

Dieren hebben moeite met het leren van gedragingen die tegen hun evolutionaire aanpassingen ingaan. Bijvoorbeeld, een wasbeer die muntjes leert in een spaarpot te doen, vertoont uiteindelijk voorkeur voor het wrijven van de muntjes tussen de poten, wat een aangeboren gedrag is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is biologische voorbereidheid?

A

Biologische voorbereidheid is het concept dat dieren genetisch voorgeprogrammeerd zijn om bepaalde objecten te vrezen, wat helpt verklaren waarom dieren geneigd zijn om potentieel gevaarlijke dingen te vrezen, zoals slangen of hoogtes, in plaats van objecten die weinig bedreiging vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe beïnvloedt biologische voorbereidheid het leren over potentiële gevaren en groepsbias?

A

Mensen leren makkelijker negatieve stimuli te associëren met leden van een outgroup, een neiging die mogelijk is ontstaan omdat outgroup-leden door de menselijke evolutie heen gevaarlijker zijn geweest. Dit benadrukt een predispositie om waakzaam te zijn voor cultureel gedefinieerde outgroup-leden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je vriendin was bang toen ze op een hoge brug stond en een ongewone bloem vond. Ze is nu bang voor hoogtes en hoge bruggen, maar niet voor ongewone bloemen. Waarom?

A

We zijn biologisch voorbereid om te leren sommige stimuli te vrezen, zoals hoogtes, meer dan andere, zoals bloemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het principe van equipotentialiteit?

A

Het principe van equipotentialiteit suggereert dat elk object of verschijnsel kan worden omgezet in een geconditioneerde stimulus wanneer het wordt geassocieerd met een ongeconditioneerde stimulus, of elk gedrag kan worden aangeleerd zolang het wordt versterkt. Met andere woorden, de factoren die ten grondslag liggen aan het leren van voorspellende associaties variëren niet voor verschillende soorten stimuli, versterkers of gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly