describe acquisition, extinction, spontaneous recovery, generalization, discrimination, and second-order conditioning. Flashcards

leerdoel hoofdstuk 6

1
Q

Wat is verwerving?
(acquisition)

A

Verwerving (acquisition) is het proces waarbij een associatie wordt gevormd tussen een geconditioneerde stimulus (bijvoorbeeld een metronoom) en een ongeconditioneerde stimulus. Dit is het leerproces waarbij een dier leert dat een bepaalde stimulus het verschijnen van voedsel voorspelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is extinctie?
(extinction)

A

Extinctie vindt plaats wanneer een geconditioneerde stimulus (bijvoorbeeld de metronoom) herhaaldelijk wordt gepresenteerd zonder de ongeconditioneerde stimulus (voedsel), waardoor het dier uiteindelijk leert dat de geconditioneerde stimulus niet langer een goede voorspeller van voedsel is. De geconditioneerde respons (bijvoorbeeld speekselvloed) verdwijnt geleidelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is spontaan herstel?
(spontaneous recovery)

A

Spontaan herstel treedt op wanneer, na een periode van extinctie, de geconditioneerde stimulus opnieuw wordt gepresenteerd en opnieuw een geconditioneerde respons oproept. Dit herstel is echter tijdelijk en vervaagt snel tenzij de CS weer wordt gekoppeld aan de US.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is generalisatie?

A

Generalisatie treedt op wanneer stimuli die vergelijkbaar maar niet identiek zijn aan de geconditioneerde stimulus ook de geconditioneerde respons oproepen. Dit is adaptief omdat het individuen in staat stelt te reageren op variaties in de CS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is discriminatie?

A

Discriminatie vindt plaats wanneer een dier leert onderscheid te maken tussen twee vergelijkbare stimuli, waarbij slechts één consistent geassocieerd wordt met de ongeconditioneerde stimulus. Dit vermogen stelt het dier in staat relevante van niet-relevante stimuli te onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is second-order conditioning?

A

Second-order conditioning gebeurt wanneer een geconditioneerde stimulus wordt geassocieerd met andere geconditioneerde stimuli die al geassocieerd zijn met de ongeconditioneerde stimulus. Dit fenomeen verklaart de complexiteit van geleerde associaties, vooral bij mensen, door te laten zien hoe een stimulus die indirect geassocieerd is met de ongeconditioneerde stimulus, toch een geconditioneerde respons kan oproepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat leidt tot de extinctie van een geconditioneerde respons?

A

herhaalde presentaties van de geconditioneerde stimulus zonder de ongeconditioneerde stimulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk leerproces helpt je om anders te reageren op vliegende insecten die steken dan op diegenen die niet steken tijdens het wandelen in het bos?

A

stimulusdiscriminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly