Deel 8 Flashcards
the age
de leeftijd
the suit
het kostuum
the courage
de moed
the personnel
het personeel
the difficulty
de moeilijkheid
the profit
de winst
wise/way/manner
wijs
independent (worker)
zelfstandig
to sound
klinken
to come (by?)
langskomen
to apply (for a job)
solliciteren
to fight
vechten
to move
verhuizen
each other
mekaar
apart
uit elkaar
to lose sight of
uit het oog verliezen
Whoa!
Ho (maar)!
Come on!
Kop op!
Keep courage!
Moed houden!
Keep courage!
Moed houden!
Courage!
Sterkte!
Debt
De schuld
Depressed
Depressief
To lie
Liegen
To dissolve/to solve
Oplossen
The crisis
De crisis
The number
Het cijfer
The misery
De miserie
The situation
De situatie
The situation
De toestand
Rear
Achterste
Arrogant
Arrogant
Uppermost
Bovenste
Wet
Nat
Lowest
Onderste
Unhappy
Ongelukkig
Front
Voorste
To cure
Genezen
To experience
Meemaken
To celebrate
Vieren
To pass by
Voorbijgaan
To fear
Vrezen
As quickly as possible
Zo snel mogelijk
the bra
de beha
the disaster
de ramp
the hole
het gat
the blouse
de bloes
the bill
de rekening
the jacket
het jasje
the trousers
de broek
the belt
de riem