Deel 2, hart Flashcards

hartproblemen

1
Q

Tetralogie van Fallot, 4 delen

A
  • Ventrikelseptumdefect (VSD): gaatje in het tussenschot van de linker- en rechterkamer
  • Vernauwde longslagader: toegang van de rechterhartkamer naar de longslagader is vernauwd
  • Scheef geplaatste aorta (overrijdende aorta): aorta staat scheef boven het tussenschot van de hartkamers en is aangesloten op de linker- en de rechterhartkamer.
  • Verdikte hartspier van de rechterkamer: verdikking komt doordat de rechterhartkamer door de vernauwde longslagader meer druk moet zetten om het bloed in de longslagader te pompen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ductus Botalli

A

Voor de geboorte is er een open verbinding tussen de aorta en de longslagader, Dit gaatje is voor de geboorte nodig om de foetus van zuurstof en voedingsstoffen te voorzien, want de longen werken niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

open ductus botalli

A

Normaal sluit dit binnen enkele uren tot 3 dagen na de geboorte. Als dit open blijft, spreken we van een open ductus botalli (ODB). Vooral bij vroeggeboren kinderen sluit dit niet altijd. Er stroomt dan zuurstofrijk bloed terug naar de longslagader. Dit is zinloos en zorgt ervoor dat het hart extra hard moet pompen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

prostaglandine

A

De oorzaak van de ODB is het hormoon prostaglandine. Dit neemt na de geboorte langzaam af en zo sluit dit gat. Bij te vroeg geborene is er veel prostaglandine, waardoor het niet snel genoeg sluit. Bij à terme baby’s is het een raadsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cyanotische afwijking

A

hartafwijking die gepaard gaat met een blauwe kleur van huid en slijmvliezen. Deze kleur ontstaat wanneer zuurstofarm bloed in de lichaamscirculatie komt.
- Blauw paarse verkleuring van de huis en slijmvliezen
- Verkleuring waarneembaar aan tong, lippen en nagelbed
- Tetralogie van fallot
- Transpositie van de grote arteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Decompensatio cordis, klinische verschijnselen

A
  • Tachypneu
  • Voedingsproblemen
  • Onvoldoende gewichtstoename
  • Cardiomegalie → vergroot hart
  • Tachycardie
  • Hepatomegalie → vergrote lever
  • Vochtretentie en oedeem
  • Ruisje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

atrium

A

De bovenste twee holtes noemen we boezems (atria)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

septum

A

tussenschot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ventrikels

A

De ventrikels of hartkamers zijn de holten in het hart waarmee door samentrekking van de hartspier het bloed de slagaders in gestuwd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pulmonalisklep

A

De pulmonalisklep is een van de vier hartkleppen. Deze klep bevindt zich tussen de rechterkamer (rechterventrikel) en de longslagader, die het bloed van het hart naar de longen voert. De klep zorgt ervoor dat het bloed alleen vanuit de rechterkamer naar de longslagader kan stromen en niet andersom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stenose

A

Een vernauwing van iets noemen we een stenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ventrikelseptumdefect (VSD)

A

Een opening in het tussenschot (septum) tussen de rechter- en linkerkamer van het hart, waardoor de rechterkamer extra wordt belast (28%). Dit is meestal niet-cyanotisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Atriumseptumdefect (ASD):

A

Een opening in het septum tussen de rechter- en linkerboezem van het hart, wat leidt tot extra belasting van zowel de rechterboezem als de rechterkamer (10%). Dit is meestal niet-cyanotisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

AtrioVentriculair septumdefect (AVSD):

A

Een open ductus arteriosus die normaal kort na de geboorte sluit, waardoor de rechterkamer extra wordt belast (10%). Dit is meestal niet-cyanotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Aorta(klep)stenose

A

Een vernauwing van de aortaklep, die leidt tot drukbelasting van de linkerkamer. Dit is meestal niet-cyanotisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Coarctatio Aortae:

A

Een vernauwing van de aorta, wat resulteert in drukbelasting van de linkerkamer. Dit is meestal niet-cyanotisch

17
Q

Pulmonalisstenose:

A

Een vernauwing van de pulmonalisklep, wat de rechterkamer extra belast (10% van de hartafwijkingen). Dit is meestal niet-cyanotisch, tenzij het heel heftig is

18
Q

Klinische verschijnselen hartfalen kind

A
  • Cyanose: Blauwe verkleuring van de huid en slijmvliezen door onvoldoende zuurstof in het bloed, wat wijst op een ernstige hartafwijking of pulmonale problemen.
  • Ademhalingsproblemen: Moeite met ademhalen, vaak door congestie van de longen als gevolg van hartfalen.
  • Stuwingsverschijnselen: Tekenen van ophoping van vocht in het lichaam, zoals gezwollen ledematen of een opgeblazen buik.
  • Cardiale problemen: Problemen gerelateerd aan de werking van het hart, zoals hartruis of onregelmatige hartslag.
  • Bleke huid: Een teken van slechte doorbloeding of anemie, vaak geassocieerd met hartproblemen.
  • Regelmatig en veel transpireren: Overmatig zweten, zelfs zonder inspanning, kan een teken zijn van het hart dat extra hard werkt.
  • Onrustig, snel prikkelbaar en afwijkend huilpatroon: - -
    -Gedragsveranderingen door ongemak of zuurstofgebrek.
  • Snel vermoeid, hijgen, kortademig: Moeite met inspanning en ademhalen door inefficiënte hartwerking.
  • Slecht drinken, voedingsproblemen waaronder spugen en voedingsretentie: Moeite met eten door vermoeidheid en ademhalingsproblemen.
  • Groeiachterstand: Vertraging in de lichamelijke groei door chronische ziekte en voedingsproblemen.
  • Neiging tot ondertemperatuur, matige tot slechte perifere circulatie: Slechte warmtebeheersing en doorbloeding, wat vaak voorkomt bij ernstige hartfalen.
  • Verminderde urineproductie: Tekenen van slechte nierdoorbloeding of vochtretentie door hartfalen.
19
Q

mogelijke behandelingen hartfalen

A
  • Eventueel operatieve correctie
  • Wegnemen klachten door medicamenteuze behandeling
  • Bewaking vitale functies
  • Observatie toename ademarbeid
  • Lichaamstemperatuur en kleur observeren
  • Bijhouden van de vochtbalans en het controleren van het lichaamsgewicht
  • Aanpassen voedingsvoorschrift en de zorg voor het def patroon - Zorg voor rust van het kind, eventueel door sondevoeding.
20
Q

decompensatio cordis

A
  • Betekent hartfalen, een situatie waarbij het hart niet voldoende kan rondpompen.
  • De pompfunctie van het hart is verminderd
21
Q

Persisterende ductus

A
  • De verbinding van de aorta en longslagader blijft open
  • Ibuprofen kan gegeven wordt om het te sluiten
  • Vermoeidheid, slecht groeien, hogere druk in de longen, kortademigheid, lukt niet om kinderen goed te beademen, groeien niet
22
Q

foramen ovalen

A

een opening tussen de hartboezems die na de geboorte niet is afgesloten met een flapje.