Deel 2, beademing Flashcards
1
Q
Tracheostomale beademin
A
beademing rechtstreeks via de luchtpijp, via de hals
2
Q
- Niet-invasief beademing
A
via masker
3
Q
- Invasief beademing
A
via een tracheacanule
4
Q
Complicaties bij niet-invasieve beademing:
A
- Decubitus op de neusrug, geïrriteerde huid
- Kinderen jonger dan 8 jaar is er een risico op afplatting van het middengedeelte van het gezicht door druk van het masker op de benige structuur
- Door de mond-neusmasker kan er veel lucht in de maag terechtkomen.
5
Q
Complicaties bij invasieve beademing
A
- Kan voor verstopping zorgen → canule obstructie
- Bij verwisselinge van de canule is het belangrijk om dit snel te doen ivm snelle vernauwing
- Na verwisseling → bloedingen, infecties en subcutaan emfyseem
6
Q
canule
A
Een canule is een kunststof of metalen buisje dat via een opening in de hals rechtstreeks in de luchtpijp (trachea) geplaatst wordt. Door dit buisje vindt na de operatie de ademhaling plaats.
7
Q
Non invasieve → Voordelen
A
- Normale anatomie van de luchtweg en de afweer blijft intact
- Geen tracheaal uitzuigen nodig
8
Q
Non invasieve → nadelen
A
- Maar een gedeelte van de dag mogelijk
- Tijdens beademing niet kunnen praten/eten
- Luchtophoping in de tractus digestivus
- Masker gerelateerde problemen
9
Q
verzorging van een tracheacanule
A
- Eerst uitzuigen
- Verwisselen van de canule
- Verzorging en schoonmaken van de opening
10
Q
Invasieve → Voordelen
A
- 24 uur mogelijk
- Makkelijk aan te passen aan veranderingen bij de patiënt
- Tracheaal uitzuigen mogelijk
11
Q
Invasieve → nadelen
A
- Invasief complicaties van tracheostoma
- Meer afhankelijk van omgeving
12
Q
A
13
Q
A