College 5: Schizophenia and antipsychotics Flashcards
Positieve symptomen schizofrenie (SF)
Hallucinaties, wanen, verstoorde spraak en verstoorde communicatie, verstoord gedrag, catatonie (stereotype houding/bewegingen)
Negatieve symptomen SF
Alogia (disfunctionele communicatie), affective blunting (niet meer emoties kunnen reguleren/uiten), niet sociaal (sociaal teruggetrokken), anhedonia (minder plezier/minder erop uit gaan), avolition (minder doelgericht gedrag, bijvoorbeeld aankleden etc, hangt samen met DA)
Alogia
Beperking communicatie
Affective blunting
Beperking affect - emoties niet kunnen reguleren/uiten
Anhedonia
Beperking van plezier
Avolition
Beperking van motivatie - minder doelgericht gedrag, bijvoorbeeld aankleden etc, hangt samen met DA
Positieve symptomen komen naast SF ook voor bij
BP, schizoaffectieve stoornissen, psychotische depressie, Alzheimer/dementie, kinder psychose, drug-induced psychose
Negatieve symptomen komen naast SF ook voor bij
- Cognitief: autisme, Alzheimer/dementie
- Affectief: angst, depressie
- Agressie/hostiliteit: impulscontrole stoornis, borderline, drug abuse Alzheimer, ADHD
Locatie positieve symptomen
Meer in het middel van de hersenen
Locatie negatieve symptomen
Meer naar de buitenkant van de hersenen
Positieve symptomen
Mesolimbisch systeem
Affectieve symptomen
Ventromediale PFC
Negatieve symptomen
Mesocorticale PFC, nucleus accumbens
Cognitieve symptomen
Dorsolaterale PFC
Agressieve symptomen
Orbitofrontaal cortex, amygdala
DA gemaakt uit
Tyrosine (net als noradrenaline en adrenaline - zijn allemaal catecholamines)
Tyrosine door … omgezet in DA
TOH zet tyrosine om in Dopa, DDC zet Dopa om naar DA
DA in blaasjes gedaan door
VMAT2
Drie enzymen die DA kunnen afbreken
MAO A
MAO B
COMT
DA reuptake door
DAT
Welke DA receptoren zijn er
D1, D2, D3 en D4. D2 is het belangrijkst!
Twee vormen van D2 receptor
Postsynaptische receptor en autoreceptor.
Verschillende locaties en functies van autoreceptoren
Binding aan autoreceptor aan presynaptische axon zorgt voor minder grote afgifte van DA (dus DA regulatie). Autoreceptor aan dendrietkant zorgt voor minder grote kans van doorgeven AP.
DA komt dan wel van andere neuronen
Mesolimbisch dopamine circuit
Van hersenstam (VTA) naar limbisch systeem (nucleus accumbens). Positieve symptomen: neuron gaat van hersenstam naar mesolimbisch systeem, bij schizofrenie is dit circuit hyperactief, waardoor er meer DA wordt afgegeven in het mesolimbisch systeem. Hoe meer DA, hoe meer positieve symptomen
Mesolimbische Dopamine hypothese van de positieve symptomen bij schizofrenie
Mesocorticale dopamine circuit
Van hersenstam (VTA) naar PFC. Negatieve symptomen, cognitieve symptomen en affectieve symptomen - onderactivatie in deze gebieden. Dit circuit eindigt in de dorsolaterale PFC of de ventromediale PFC.
In deze gebieden is dus juist MINDER DA!
Symptomen bij DLPFC
Negatieve symptomen en cognitieve symptomen
Symptomen bij VMPFC
Negatieve symptomen en affectieve symptomen
Nigrostratiaal dopamine circuit
Motorische acties. Van substantia nigra naar basale ganglia/stratium. Dit circuit is ook betrokken bij Parkinson en dit circuit is belangrijk bij extrapyramide symptomen (EPS)
Bij te weinig DA: parkinsonachtige symptomen (tremor, rigiditeit, akinesie/bradykinesie)
Bij teveel DA: hyperkinetische bewegingen zoals tics
Activatie van dit circuit is bij SF normaal.
Tuberoinfundibular dopamine circuit
Van hypothalamus naar de anterior hypofyse. Reguleert prolactine afgifte. DA remt de afgifte van prolactine. Activatie van dit circuit is bij SF normaal.
Functie prolactine
Bij normale omstandigheden is de activiteit van deze dopamine neuronen verminderd bij een vrouw na de bevalling, waardoor prolactine wordt verhoogd en de melkproductie op gang komt. Als er door een laesie of door drugs een storing is in het tuberoinfundibulaire pad, kan prolactine ook stijgen, wat geassocieerd is galactorrhea (uitscheiding uit de borsten), amenorrhea (verlies van ovulatie/menstruatie) en andere seksuele problemen.
Deze problemen kunnen ontstaan als bijwerking van een aantal antipsychotica bij vrouwen (door verhoging DA ontstaat er hyperprolactinemie)
Thalamic circuit
Dopamine paden van de PDG, ventral mesencephalon, hypothalamus en PBN naar de thalamus. Betrokken bij slaap en filteren van informatie
Glutamaat
Aminozuur, excitatory NT. Wordt gerecycled in de gliacellen.
Glutamaat in blaasjes gedaan door
vGluT
Glutamaat reuptake door
EAAT
Postsynaptische receptoren van glutamaat
NMDA, AMPA en Kainate
Welke drie dingen moeten er gebeuren voordat een NMDA receptor open gaat
Door AMPA receptor wordt een AP doorgegeven: NA+ gaat de neuron binnen
1. Depolarisatie zorgt ervoor dat magnesium (die de NMDA receptor blokkeert), van NMDA af gaat
2. Glycine bindt aan NMDA
3. Glutamaat bindt aan NMDA
Zorgt ervoor dat NMDA kanaal open gaat, waardoor calcium naar binnen gaat - zorgt voor long term potentiation (voor lange termijn geheugen, synaptogenese).
Cotransmitters glutamaat
Glycine en D-serine
Cortico-brainstem glutamaat circuit
van corticale pyramide neuronen in de prefrontale cortex naar de hersenstam, reguleert neurotransmitter afgifte. Directe stimulatie van monoamine neuronen in de hersenstam in dit pad zorgt voor stimulatie van neurotransmitter afgifte. Daarnaast is er indirecte stimulatie van monoamine neuronen in dit pad via GABA interneuronen, die zorgt voor het blokkeren van de afgifte van neurotransmitters, waardoor de hoeveelheid neurotransmitters gereguleerd wordt.
Cortico-striatal glutamaat circuit
Van corticale pyramide neuronen in de prefrontale cortex naar het stratium. Dit pad eindigt bij GABA neuronen, die deel uitmaken van een ander complex van het stratium, de globus pallidus.