College 12: Placebo Flashcards

1
Q

Placebo effect

A

Suggestie van verbetering geeft werkelijke verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nocebo effect

A

Suggestie van verslechtering geeft werkelijke verslechtering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verbale suggestie nocebo

A

Bij het nocebo effect voelt men meer pijn of jeuk, doordat er een suggestie wordt gegeven voor het toedienen van de nocebo dat men meer pijn of jeuk zal voelen (“95% van de gezonde proefpersonen voelt bij deze stof jeuk”). Deze mensen ervaren meer pijn bij dezelfde stof dan mensen die deze suggestie er niet bij krijgen. Dit heeft als implicatie dat wanneer een arts een medicijn of behandeling geeft en daarbij vertelt wat de risico’s of bijwerkingen kunnen zijn hiervan, dat dit onbedoeld kan leiden tot negatieve effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Jeuk vs pijn

A

Jeuk sterker dan pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom verbeteren patiënten naast de verbetering door behandeling

A
  • Spontane remissie: 24%
  • Regressie naar het midden (undefined error)
  • Biases (undefined error)
  • Ambiguiteit onderzoek (undefined error)
  • Onbekende co-interventies (undefined error)
  • Psychobiologische factoren (klein deel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Psychobiologische factoren waarom mensen verbeteren

A
  • Genen
  • Expectation (PLACEBO): angst of beloning
  • Learning (PLACEBO): klassieke conditionering, operante conditionering, sociaal leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderzoek eerst 2x2 design met pijn/jeuk nocebo, daarna placebo

A

Controle condities lage verwachting, nocebo hoge verwachting van negatieve uitkomsten. Significant effect van nocebo bij zowel jeuk als pijn (jeuk sterker dan pijn) in vergelijking tot controle. Daarna placebo: gaf bij zowel met als zonder positieve suggestie vermindering na verstrijken van tijd, dus geen effect van placebo
> Persoonlijkheidsfactoren geen invloed op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Operatie osteoporose

A

Percutane vertebroplastie: versteviging van wervel door inbrengen van cement, werkt beter dan conservatieve behandeling (fysiotherapie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom onderzoek osteoporose

A

Hierbij grote vermindering van klachten, maar ook bij conservatieve behandeling vermindering van klachten, onderzoeken of positieve suggestie nog meer vermindering in klachten zou geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SHAM operatie

A

Nep operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SHAM vs echte operatie

A

Placebo effect even sterk als echte behandeling, dus voegde geen extra effect toe - geen verschil tussen echte en neppe operatie
> na replicatie lijkt SHAM nog steeds niet effectiever dan de echte operatie
> Lokale verdoving zou de reden kunnen zijn dat SHAM wel een effect heeft: zenuwen worden gedurende 3 maanden geblokkeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Placebo in Pijn hoofdstuk

A

Placebo effect: endogene opioïde afgifte van descending neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Placebo in Drugs hoofdstuk

A

Anticipatie van een beloning zorgt al voor de afgifte van DA, beloningssysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hersencircuits angst

A

Amygdala > anterior cingulate cortex

Amygdala > orbitofrontaal cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pijnmodulatie

A

Van hogerop wordt informatie teruggestuurd naar het lichaam en is in staat om zo pijn te onderdrukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hippocampus - amygdala

A

Betrokken bij herbeleving, kunnen zowel negatief zijn (PTSS, nociceptie) als positief (placebo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Heeft het placebo effect te maken met de vermindering van angst of de activatie van beloning?

A

Verminderen angst = harm avoidance
Activatie beloning = reward dependence
Zou met allebei te maken kunnen hebben, ligt er maar net aan waar meer de focus op ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Werking antidepressiva

A

Kwart spontane remissie, kwart werkelijk effect antidepressivum, helft placebo!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hawthorne effect

A

Feit dat men aandacht kreeg maakte al dat men verbetering vertoonde, dit kan dus ook zorgen voor een effect bij bijvoorbeeld depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Doel van verwachting

A

Lichaam gereed maken voor wat er gaat komen en er zo beter mee om te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waardoor kan verwachting worden beïnvloed

A
  • Geheugen
  • Motivatie
  • Self-defeating thoughts
  • Hoop dat toekomst beter zal zijn dan het heden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

CCK

A

Cholecystokinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Werking CCK

A

Peptide in maagdarm kanaal die zorgt voor een verzadigd gevoel en voor de vertering van vet en eiwitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

CCK en angst

A

CCK heeft een stimulerend effect op de nervus vagus, is betrokken bij de regulatie van angst en is mogelijk betrokken bij het nocebo effect

25
Q

Antagonist CCK

A

Proglumide, vermindering van angst

26
Q

Hyperalgesie

A

Verhoging gevoeligheid voor pijn

27
Q

Analgesie

A

Verlaging gevoeligheid voor pijn

28
Q

Effect proglumide (CCK antagonist)

A

Blokkeert hyperalgesie, maar niet HPA-as activiteit

29
Q

CCK systemen en pijn

A

CCK systemen zorgen voor de onderdrukking van het opioïde circuit op verschillende niveau’s

30
Q

CCK zorgt voor

A
  • Deactivatie van mu-opioïden en dopamine receptoren in de nucleus accumbens
  • Induceren van angst
31
Q

Beloning

A

Afgifte DA in mesolimbisch dopamine systeem

32
Q

Placebo + Parkinson

A
  • 200% afgifte van DA!
  • Verbetering van motorische symptomen: hoe meer DA, hoe meer verbetering
  • Verbetering algemeen welbevinden
33
Q

Placebo

A

Nucleus accumbens

34
Q

Nocebo

A

CCKerge systemen

35
Q

Nocebo effect TV serie

A

Strawberries: zagen programma over virus bij alle symptomen, steeds meer mensen gingen verschijnselen vertonen, nocebo effect

36
Q

Klassieke conditionering IS

A

Eerst drankje met immunosupressor, daarna drankje zonder immunosupressor - IS reageert hetzelfde.

37
Q

Geconditioneerde hypoglycemie

A

Drankje + insuline, daarna drankje zonder insuline > lichaam reageert hetzelfde (bij ratten gevonden)

38
Q

Deep Brain Stimulation reïnforced expectation

A

Zowel patiënt als arts blindt of de electrode wel of geen stimulatie gaf. Tijdens het experiment was de elektrode aan, uit met suggestie dat hij aan stond of uit met de suggestie dat hij het niet deed.
Placebo: verbetering motorische functie
Nocebo: bradykinesie

39
Q

Hand vasthouden tijdens nocebo

A

Bij partner het meest effect, zowel vermindering van unpleasantness als bodily arousal

40
Q

Placebo bij Alzheimer

A

Placebo werkt minder goed, heeft ermee te maken dat de PFC minder actief is (degeneratie van de DLPFC, OFC en de ACC)

41
Q

Pijnstilling en Alzheimer

A

Werkt dus ook minder door verlies van verwachtingsmechanisme - ze vergeten snel dat ze een pil hebben genomen, waardoor ze geen effect verwachten.

42
Q

Placebo analgesie geblokkeerd door

A

Opioïde antagonist naloxone

43
Q

fMRI en placebo

A

Responsen gevonden in de pijn modulatie gebieden DLPFC en rostrale ACC.

44
Q

Farmacologische middelen innemen zorgt ervoor dat de hersenen opioïden, DA en CCK afgeven. Zorgt het farmacologisch effect of de verwachting voor analgesie?

A

Onderzoek bij blind inspuiten CCK antagonist had de CCK antagonist totaal geen effect (geen verwachting van effect), dus het effect van CCK antagonist is te wijden aan het placebo effect

45
Q

Bevindingen Bensing

A

Patiënt-arts interactie kan zowel een placebo als nocebo effect hebben op de effectiviteit van een behandeling. Lezen van bijwerkingen kan al een nocebo effect geven en vaak zitten er subtiele, negatieve factoren in de gespreksvaardigheden van een arts. Door het managen van de verwachtingen van de patiënt kan een arts bijdragen aan het genezingsproces.
Tegenwoordig wordt dit steeds moeilijker gemaakt door de verhoging van de druk om productie te leveren (beperkte tijd per patiënt)

46
Q

D25

A

25 x verdunt (1 mL/10 mL)

47
Q

Claimst van homeopathische middelen

A

Door het verdunnen en schudden van de plantaardige basisstof wordt de werkzame stof sterken en de bijwerkingen zwakker = placebo-effect! Zetten aan tot zelf-herstel.

48
Q

Homeopathische artsen

A

Geven zeer veel aandacht aan de patiënt, kan bijdragen aan genezing

49
Q

Rol hippocampus bij nocebo

A

De linker hippocampus blijkt een belangrijke rol te spelen in de cognitieve modulatie van de emotionele component van pijn. De hippocampus is ook direct gelinkt aan angst, de activiteit van de hippocampus wordt groter wanneer er angst geïndiceerd wordt door een naderende stimuli.

50
Q

Benzodiazepines en angst geinduceerde hypergesie

A

Hyperalgesia en hyperactivatie van de HPA-as (verhoging van ACTH en cortisol concentraties).

Benzodiazepines zijn in staat om zowel de angst geïnduceerde hyperalgesia als de HPA-as hyperactivatie te blokkeren. Bennedetti suggereert dat hierdoor angst een rol moet spelen bij hyperalgesia.

51
Q

Rol van DA en opioïden bij placebo/nocebo

A

Endorfines kunnen aangemaakt worden bij placebo effect, geven verhoging van DA in nucleus accumbens. Grote placebo reacties worden geassocieerd met meer dopamine en opioid activiteit in de nucleus accumbens. Nocebo: minder endorfines en dopamine in nucleus accumbens.

52
Q

Bevindingen Benzing

A

Een therapie kan een placebo-effect hebben wanneer de patiënt dit bewust of onbewust associeert met eerdere ervaringen. Voorbeeld: de arts communiceert op een empathische manier (neutrale stimulus) en dit gaat tijdens een behandeling samen met herstel van ziekte. Deze neutrale stimulus wordt dan een geconditioneerde stimulus en kan op zichzelf zorgen voor herstel van ziekte. Een geconditioneerde stimulus zou er echter ook voor kunnen zorgen dat een behandeling juist niet werkt, zelfs wanneer deze behandeling bestaat uit medicatie. Een arts moet dus altijd nagaan of een patiënt nare/negatieve ervaringen heeft met de gezondheidszorg die nadelige conditioneringseffecten zouden kunnen geven. Zulke conditioneringseffecten kunnen worden verminderd wanneer een arts positieve verwachtingen schept bij de patiënt.

53
Q

Sociaal leren en placebo

A

Sociaal leren is een vorm van leren waarin individuen in een maatschappij leren van elkaar door observatie en imitatie. Placebo effecten kunnen ook sociaal leren bevatten en verwachtingen van toekomstige uitkomsten kunnen een groot effect op sociaal leren hebben. Proefpersonen kregen een pijnlijke stimuli en een placebo behandeling nadat ze een demonstrator hadden geobserveerd die een pijnstillende werking hadden wanneer ze werden geconditioneerd met een groen licht. In de experimentele conditie werd er via het klassieke conditionering principe gewerkt, en werd de stimulus intensiteit minder bij het zien van een groen licht. In de verbale groep kregen de proefpersonen enkel verbale suggestie dat de pijnlijke stimuli minder werd bij een groen licht. Door sociaal leren ervaarde de placebo groep vermindering van de stimuli bij het groene licht.
Voorbeeld: Strawberries tv serie (nocebo)

54
Q

Angst geïnduceerde hyperalgesie effect

A

Aandacht op pijn. Verhoogde anticipatie en stijging van pijn veroorzaakt door CCK systemen (CCK = cholecystokinine)

55
Q

Angst geïnduceerde hyperalgesie effect kan worden voorkomen door

A

Proglumide

56
Q

Stress geïnduceerde analgesie effect

A

Aandacht op stressor, dus afleiding van pijn. Analgesie wordt veroorzaakt door de activatie van endogene opioïden (kunnen ontsnappen aan een roofdier), waardoor men dus minder pijn voelt.

57
Q

Hippocampus en nocebo

A

Linker hippocampus: cognitieve modulatie van het emotionele component van pijn.

58
Q

Klassieke conditionering placebo

A

Neutrale stimulus (CS) krijgt een fysieke reactie (CR) door assocatief leren. Bijvoorbeeld: drankje met immunosuppressief, daarna drankje zonder immunosuppresief.

Arts patiënt: empathische manier van praten (neutrale stimulus) gaat samen met herstel, waardoor het een geconditioneerde stimulus wordt. Dit kan op zichzelf zorgen voor nog meer verbetering.