College 1: Introduction Flashcards
Zes basis NT’s
Serotonine, noradrenaline, dopamine, GABA, glutamaat, acetylcholine
Excitation-secretion
Elektrisch signaal vanuit de neuron wordt eerst omgezet in een chemisch signaal (dmv NT’s) om doorgegeven te worden aan de volgende neuron.
Proces:
- Elektrische impulsen openen VSSC’s
- Natrium presynaptische axon binnen
- AP langs axon naar de presynaptische spleet
- VSCC’s openen en calcium gaat axon terminal binnen
- Blaasjes geven inhoudt (NT’s) af aan presynaptische spleet
- NT’s binden aan ligand-gated ion channels en (als er voldoende is) zorgen dat in de postsynaptische neuron ionkanalen worden opengezet, waardoor een actiepotentiaal kan ontstaan en het signaal wordt doorgegeven.
Retrograde neurotransmissie
NT’s worden van postsynaptische neuron naar presynaptische neuron
Voorbeeld: edocannabinoïde NT, NO, NGF (nerve growth factor, gaat interactie aan met het genoom)
Volume neurotransmission
Door diffusie kunnen NT’s van de ene neuron naar de andere overlopen (overvloeien), alleen neuronen met receptoren van dit NT kunnen het signaal doorgeven. Hoe meer DA, hoe meer DA in de buurt terecht komt en hoe meer kans op volume neurotransmissie
Voorbeeld: hierdoor werkt medicatie vaak niet alleen op specifieke neuronen, maar alle neuronen met dezelfde receptoren voor hetzelfde NT (chemically adressed nervous system)
Autoreceptoren
Vorm van inhibitoire volume neurotransmissie: receptoren reageren op NT’s uit eigen neuron, zorgt voor regulatie want daardoor wordt afgifte van de neuron geremd, daardoor kans kleiner dat neuron weer gaat vuren
G-protein linked systems
Als ligand aan receptor bindt (hierdoor veranderd vorm van receptor), bindt G-eiwit aan de binnenkant van de cel aan de receptor. Het G-eiwit zal aan enzym systeem (E) binden, die een second messenger gaat produceren, maar kan ook andere eiwitten activeren of ionkanalen openen.
Sneeuwbaleffect
Van first messenger, naar second messenger en steeds verder in de cascade worden de producten steeds meer, waardoor er grote hoeveelheden van het eindproduct ontstaat (grotere kans dat hierdoor iets in werking wordt gezet)
Third messenger kinase
Wordt geactiveerd door calcium (bijvoorbeeld op cAMP) en fosforileert uiteindelijk het ligand ionkanaal/voltage ionkanaal/enzymen (critical protein), waardoor energie vrijkomt wat gebruikt wordt voor het proces wat dit onderdeel kan uitvoeren (bijvoorbeeld ionkanaal open)
Proces wat in gang wordt gezet is afhankelijk van critical protein, fosforilatie kan ook juist zorgen voor het inactief maken hiervan!
Third messenger phosphatase
Fosfatase (calcineurin) wordt geactiveerd door calcium en haalt fosfor van critical protein af, waardoor deze inactief wordt (ionkanaal dicht). Kinase en fosfatase worden allebei tegelijk geactiveerd, de balans tussen kinase en phosphatase beslist de chemische activiteit die in gang wordt gezet.
Zorgt voor omgekeerde proces van kinase (dus afhankelijk van critical protein)
Toepassing kinase in celkern
Kan een transcriptiefactor activeren, waardoor bepaalde genen worden afgelezen, waardoor mRNA ontstaat die zorgt dat het bijbehorende eiwit wordt geproduceerd
Snelle vs langzame signaal transductie
Binding van first messenger, de activatie van ionkanalen en vorming van second messenger is snel.
Langzaam: acitvatie van third en fourth messengers, activatie van early genes
Langzamer: activatie van late genes
Langzaamst: lange termijn effecten van late gen producten
CREB (cAMP response element binding eiwit)
Transcriptiefactor die in de celkern in staat is om expressie van ‘immediate genes’ te activeren
Hormone linked system
Hormoon bindt binnen de neuron aan een ‘hormone nuclear receptor complex’, deze oefenen na activatie de rol uit van transcriptie factor om bepaalde genen in het genoom af te lezen
Neurotrophin linked system
Leidt tot activatie van enzymen wat voornamelijk kinases zijn, een kinase activeert weer een ander waardoor uiteindelijk één van de kinase een fosfaat phosphate groep op een transcriptie factor in de celkern zet waardoor de bepaalde genen worden afgelezen
Proces Jun Fos
- Vroege transcriptie factoren worden geactiveerd door kinase, die aanzetten tot het aflezen van vroege genes cFos en cJun
- Van cFos en cJun worden de eiwitten Fos en Jun (fifth messenger) van gemaakt
- Fos en Jun vormen samen een sixth messenger transcriptie factor
- Dit complex bindt aan een laat gen, waardoor een laat gen product wordt geproduceerd.
Het kan een paar dagen duren totdat het eindproduct gemaakt is!
Enzymen
Eiwitten die zorgen voor de omzetting van een substraat (doordat substraat aan enzym bindt), maar verandert zelf niet van vorm
Voorbeeld: MAO (afbraak serotonine, zowel presynaptisch als in synaptische spleet)
MAO-A
Afbraak van serotonine, alleen in synaptische spleet
MAO-B
Afbraak serotonine bij hoge concentratie, zowel in presynaptische axon als synaptische spleet
Irreversible inhibitor
Stof die op een plek op een enzym gaat zitten waar substraat normaal bindt, en die niet meer loslaat. Wanneer er een substraat bij komt, is deze niet in staat de enzym inhibitor eraf te halen. Enzym heeft geen werking meer, behalve als er andere enzymen worden aangemaakt.