Chapter 9 Flashcards
1
Q
in the fifties
A
in de jaren vijftig
2
Q
in addition
A
daar komt bij
3
Q
whopping
A
maar liefst
4
Q
a lot looser
A
een stuk losser
5
Q
appreciate
A
op prijs stellen
6
Q
the most normal thing in the world
A
de normaalste zaak van de wereld
7
Q
indicate
A
aangeven
8
Q
hookup group, the
A
aanhaakgroep, de
9
Q
hook up
A
aanhaken
10
Q
to announce
A
aankondigen
11
Q
join us
A
aanschuiven
12
Q
absolute
A
absoluut
13
Q
activity, the
A
activiteit, de
14
Q
thus
A
aldus
15
Q
anthropologists, de
A
antropologe, de
16
Q
app, it
A
appje, het
17
Q
base on
A
baseren op
18
Q
best
A
best
19
Q
exist
A
bestaan
20
Q
offer
A
bieden
21
Q
indoors
A
binnenshuis
22
Q
camping,
A
camping, de
23
Q
the one/them
A
degene / diegene
24
Q
dead silent
A
doodstil
25
dinner, it
etentje, het
26
expat, de
expat, de
27
fact, it
feit, het
28
crazy
gek
29
handful
handvol
30
hecht
hecht
31
shopping
inkopen
32
isolate
isoleren
33
circle, the
kring, de
34
drop by)
langsgaan (bij)
35
annoying
lastig
36
ally, the
medestander, de
37
play along
meespelen
38
mix (with/of)
mengen (met / van)
39
middle, (it)
midden, (het)
40
in the midst
midden in
41
misunderstanding, it
misverstand, het
42
to blend
mixen
43
motto, it
motto, het
44
handle
omgaan met
45
unannounced
onaangekondigd
46
impolite
onbeleefd
47
unthinkable
ondenkbaar
48
at the bottom of
onderaan
49
unwritten
ongeschreven
50
Meet
ontmoeten
51
superficial
oppervlakkig
52
stand out
opvallen
53
arrange (by)
ordenen (op)
54
have a picnic
picknicken
55
plan
plannen
56
portion, the
portie, de
57
private domain, it
privédomein, het
58
audience
publiek
59
ranking, the
ranglijst, de
60
quarrel, the (with/about)
ruzie, de (met / over)
61
associated with
samenhangen met
62
scarce
schaars
63
atmosphere, the
sfeer, de
64
spontaneously
spontaan
65
strict
streng
66
strictly
strikt
67
return to)
terugkeren (naar)
68
fall back on
terugvallen op
69
before, from –
tevoren, van –
70
have time for
toekomen aan
71
add to)
toevoegen (aan)
72
of course
uiteraard
73
hence
vandaar
74
prevent
voorkomen
75
continual
voortdurend
76
provided with)
voorzien (van)
77
friendship, the
vriendschap, de
78
sometimes
weleens
79
worldwide
wereldwijd
80
whatsapp group, the
whatsappgroep, de
81
point (to/on)
wijzen (naar / op)
82
case, the
zaak, de
83
base on
baseren op
84
in the fifties)
in de jaren (vijftig)
85
in addition
daar komt bij
86
drop by
langsgaan bij
87
mix with/of
mengen met / van
88
in the midst
midden in
89
handle
omgaan met
90
organize by
ordenen op
91
appreciate
op prijs stellen
92
argue with/about
ruzie met / over
93
associated with
samenhangen met
94
return to
terugkeren naar
95
fall back on
terugvallen op
96
advance
van tevoren
97
have time for
toekomen aan
98
add to
toevoegen aan
99
provided with
voorzien van
100
point to/on
wijzen naar / op
101
indicate – indicated – indicated
aangeven – gaf aan – aangegeven
102
join – joined – joined
aanschuiven – schoof aan – aangeschoven
103
wonder – wondered – wondered
afvragen – vroeg af – afgevraagd
104
offer – offered – offered
bieden – bood – geboden
105
purchase – bought in – purchased
inkopen – kocht in – ingekocht
106
pass by – passed by – passed by
langsgaan – ging langs – is langsgegaan
107
to deal with – went to – has dealt with
omgaan – ging om – is omgegaan
108
stand out – stood out – has been noticed
opvallen – viel op – is opgevallen
109
hang together – hang together – hang together
samenhangen – hing samen – samengehangen
110
relapse – fell back – has relapsed
terugvallen – viel terug – is teruggevallen
111
to arrive – came to – has arrived
toekomen – kwam toe – is toegekomen
112
prevent – prevented – prevented
voorkomen – voorkwam – voorkomen
113
occur – occurred – has occurred
voorkomen – kwam voor – is voorgekomen
114
provided – provided – provided
voorzien – voorzag – voorzien
115
point – pointed – pointed out
wijzen – wees – gewezen
116
indicate
aan.geven
117
hook up
aan.haken
118
to announce
aan.kondigen
119
join
aan.schuiven
120
shopping
in.kopen
121
go along
langs.gaan
122
play along
mee.spelen
123
to deal with
om.gaan
124
stand out
op.vallen
125
coherent
samen.hangen
126
return
terug.keren
127
back.fall
terug.vallen
128
to.arrive
toe.komen
129
add
toe.voegen
130
prevent
voor.komen