Chapter 7 Flashcards
at ease
op mijn gemak
get to work
aan de slag gaan
be able (to/to)
in staat zijn (om / tot)
lawyer, the
advocaat, de
complete
afronden
to block
afsluiten
ambition, the
ambitie, de
article, it
artikel, het
for example
bijvoorbeeld
moreover
bovendien
cadence, the
cadans, de
to communicate
communiceren
counterproductive
contraproductief
actually
daadwerkelijk
in addition
daarnaast
because
doordat
continue)
doorgaan (met)
go-getter, the
doorzetter, de
flat, of
flat, de
guest, the
gast, de
thought, the
gedachte, de
directly
gelijk
sound, it
geluid, het
steadily
gestaag
lot
heleboel
hinder
hinderen
cough
hoesten
integration
inburgeren
to fill in
invullen
sound, the
klank, de
gradually
langzamerhand
melody, the
melodie, de
milestone, the
mijlpaal, de
native speaker, the
moedertaalspreker, de
motivation, the
motivatie, de
museum, it
museum, het
imitate
nadoen
tendency, the (to)
neiging, de (tot)
obstacle, it
obstakel, het
dissatisfied (with/about)
ontevreden (met / over)