Chapter 6 Flashcards
all together
met z’n allen
come upstairs
naar boven komen
to initiate something
iets in gang zetten
there’s nothing wrong with it
er is niks mis mee
don’t care much about it
niet zoveel op hebben met
it gets to you
het loopt je over de schoenen
in due time
op zijn tijd
Vocabulary
Vocabulaire
active
actief
to advise
adviseren
balance, the
balans, de
assessment, the
beoordeling, de
appraisal interview, it
beoordelingsgesprek, het
reachable
bereikbaar
decision, the
beslissing, de
argue
betogen
prove it
bewijs, het
brain, it
brein, het
chronic
chronisch
collective
collectief
combine with)
combineren (met)
computer screen, it
computerscherm, het
to concentrate, to concentrate (on)
concentreren, zich – (op)
connection, the
connectie, de
constant
constant
control, the
controle, de
because of that
daardoor
service, the
dienst, de
service-oriented
dienstverlenend
teach
doceren
blood flow, the
doorbloeding, de
to conduct
drijven
pressure, the
druk, de
empathy,
empathie, de
fit
fit
frequency, the
frequentie, de
Operate
functioneren
physically
fysiek
driven
gedreven
complaining, it
geklaag, het
rest assured
gerust
to trade
handelen
handle
hanteren
heart, it
hart, het
heart rate, the
hartfrequentie, de
brain/brain, the
hersenen / hersens, de
hopeless
hopeloos
help, the
hulp, de
ideal, (it)
ideaal, (het)
complicated
ingewikkeld
Innovative
innovatief
to commit, (oneself) – (for)
inzetten, (zich) – (voor)