Chapter 10 Flashcards
Independently of
los van
to go along with something
ergens in meegaan
completely agree
het roerend eens zijn
to talk about something
te spreken zijn over iets
can’t find something
iets niet vinden kunnen
It doesn’t get any more fun.
Gezelliger wordt het er niet op.
app, by
app, de
automatic, the
automaat, de
night out
avondje uit
to offend
beledigen
insult, the
belediging, de
cocktail bar, the
cocktailbar, de
to conclude
concluderen
in cash
contant
crosscultureel
crosscultureel
dates, by
date, de
such
dergelijk
digital
digitaal
double
dubbel
force
dwingen
honor, the
eer, de
eternity, the
eeuwigheid, de
efficiency, the
efficiëntie, de
to focus on)
focussen (op)
gesture, it
gebaar, het
consequence, it
gevolg, het
habit, the
gewoonte, de
individualistic
individualistisch
impression, the
indruk, de
to introduce
introduceren
introductory group, the
introductiegroep, de
influence, the (– have (on))
invloed, de (– hebben (op))
coffee machine, the
koffieautomaat, de
love
lief
lend oneself – to
lenen, zich – voor
massively
massaal
master student, de
masterstudent, de