Chapter 4 Hoofdstuk 4 Flashcards
langzaam
slow
de vriend
the friend
mijn vriend
my (boy) friend
het schatje
the darling
organiseren
to organise
de familie
the family
het etentje
the dinner
het feestje
the party
een eindje
a small distance
het jongetje
the little boy
het spel
the game
de vriendin
the (girl) friend
de hoek
the corner
de kroeg
the café
het biertje
the glass of beer
de woning
the house
de pauze
the break
het papier
the paper
de bril
the pair of glasses
een kwart
a quarter
het zeeniveau
the sea level
de Nederlander
the Dutch
de helft
(citizen) the half
religieus
religious
bijna
almost
bestaan (uit)
to consist (of)
een vijfde
one fifth
het water
the water
driekwart
three quarters
de bloembol
the flower bulb
de wereld
the world
spannend
thrilling
de bal
the ball
rond
round