Chapter 16 Hoofdstuk 16 Flashcards
braden
to grill
barsten
to burst
laden
to load
de grap
the joke
kapotgaan
to break
het programma
the program
bedanken
to thank
begroeten
to greet
gehoorzamen
to obey
gebeuren
to happen
vertrouwen
to trust
verknallen
to screw up
verpakken
to pack
verwijderen
to remove
verzekeren
to insure
verzorgen
to take care of
raar
strange
herkennen
to recognize
ervaren
to experience
erkennen
- to recognize (a document / authority)
ontdekken
- to admit to discover
ontkennen
to deny
ontploffen
to explode
onthullen
to reveal
de verdachte
the suspect
de bom
the bomb
wakker worden
to wake up
het wijntje
the glass of wine
vanochtend
the morning
het stukje
- the price
scheiden
to divorce
de bejaarde
the elderly person
eerder
earlier
de opdracht
the assignment
voorbereiden
to prepare
de voorbereiding
the preparation
de spreekbeurt
the (public) speech
de beurt
the turn
naar voren (komen)
to come forward
de klompenmakerij
the clog factory
de klomp
the clog
de makerij
the factory
de klompenmaker
the clog maker
de arbeider
the worker
stevig
sturdy, firm
het ambacht
the handicraft
bestaan
to exist
zoveel
as much/many, that much
het hout
the wood
de zaag
the saw
de houtzagerij
the sawmill
het blok
the block
de boomstam
the tree trunk
kopiëren
to copy
drogen
to dry
wachten (op)
to wait (for)
meewerken (met)
to cooperate
toch
- nevertheless
bijzonder
specia
belangrijk
important
specialiseren (in)
to specialize (in)
dagelijks
daily
het dagelijkse leven de hoofdpersoon
everyday life the main character
wereldberoemd
de dienstmeid
world famous
de pijp
the pipe
het spreekwoord
the household
het gebouw
the building
de meester
- the male teacher 2. the master