Ch 3 Shock Flashcards
Definitie Shock
Abnormaliteit in het circulatoir systeem dat resulteert in inadequate orgaan perfusie en weefsel oxygenatie. Definitieve diagnose is enkel mogelijk door een combinatie van labwaarden en klinische bevindingen.
Stappenplan shock
- Het herkennen van shock.
1b. Direct starten met behandeling - De oorzaak identificeren
2b. De behandeling hierop aanpassen
Letsel boven het diafragma - soort shock
C3-4-5 keeps the patient alive
Neurogene shock; vermindering sympathische stimulering en daarmee vasodilatatie.
Hoofdletsel
Enkel neurogene shock wanneer er sprake is van beschadiging van de hersenstam
Ruggenmerg letsel
Shock d.m.v. gecombineerde vasodilatatie en hypovolemie, zeker wanneer er sprake is van andere letsel.
Cardiale output
het bloedvolume dat per minuut door het hart wordt rondgepompt. Hartfrequentie x slagvolume
Slagvolume
de hoeveelheid bloed die het hart verlaat bij elke slag. Wordt bepaald door: preload, myocardiale contractiliteit en afterload.
Preload
Het volume veneus bloed dat terugstroom in de linker en rechter harthelft.
Bepaald door: veneuze capaciteit, volume status en verschil tussen gemiddelde veneuze systemische druk en rechter atriale druk. Het drukverschil bepaalde de veneuze flow.
Twee componenten van veneus systeem
reservoir bestaande uit:
- De hoeveelheid bloed die in het veneuze reservoir aanwezig blijft wanneer de druk gelijk is aan nul. Deze component draagt niet bij aan de gemiddelde systemische veneuze druk.
- Veneus volume dat bijdraagt aan de gemiddelde systemische veneuze druk. In totaal zit 70% van het totale aantal bloedvolume binnen het veneuze systeem.
Compliantie veneuze systeem
Relatie tussen veneus volume en veneuze druk.
De drukgradiënt zorgt voor veneuze flow en daarmee de terugkeer naar het hart. Bloedverlies verminderd het veneus bloedvolume en daarmee verminderd de veneuze druk gradiënt en daarmee veneuze bloed terugkeer. De hoeveelheid veneuze return bepaald de compliantie van de myocardspier vezellengte. De spiervezel lengte is gerelateerd aan de contractiliteit eigenschappen.
Afterload
Perifere vasculaire weerstand. de weerstand tegen de voorwaardse bloedstroom.
Eerste meetbare circulatoire teken van shock
Tachycardie. Stijging van hartfrequentie om de cardiac output te verhogen.
Progressieve vasoconstrictie
Van cutane, spieren en viscerale circulatie om bloedflow naar nieren, hart en hersenen te behouden.
Endogene catecholamines vrijlating
Toename van perifere vasculaire weerstand -> toename van diastolische bloeddruk en vermindering van polsdruk.
Effectieve manier van shock herstel
Herstel veneuze terugvloed door het lokaliseren en stoppen van de bloeding. Volume overlading (isotonisch) zorgt voor herstel nadat de oorzaak is gevonden en aangepakt
Lactaat productie
compensatie van aerobe naar anaerobe verbranding, waarbij lactaat vrijkomt en daarmee metabole acidose ontstaat.
Isotone vloeistof
een oplossing waarvan het aantal opgeloste deeltjes per liter gelijk is aan die van een andere oplossing. De concentratie aan glucose en elektrolyten in infusie vloeistof is gelijk aan die van de lichaamscellen.
Shock behandeling (korte beschrijving)
focus op het omkeren van de shock staat door de bloeding te stoppen en adequate oxygenatie, ventilatie en vloeistof resuscitatie toe te dienen.
Vasopressine
contra indicatie bij eerste behandeling bij bloedingsshock, verminderd nog meer de weefsel doorbloeding.
Bloeddruk ter indicatie voor shock
Geen juiste eerste maat, wordt eerst gecompenseerd tot de patiënt voor 30% bloed heeft verloren.
Shock symptomen
Pols frequentie, polsdruk (verschil tussen diastole en systole), polskarakter, ademhalingsfrequentie, doorbloeding van de huid.
Eerste tekenen: tachycardie en cutane hypoperfusie/verminderde doorbloeding van de huid.
Patiënt met deze combi wordt beschouwd als in shock tot het tegendeel bewezen is.
Definitie tachycardie
Zuigeling: > 160 bpm
Peuter: > 140 bpm
Schoolleeftijd tot pubertijd 4-12j: > 120 bpm
volwassenen: > 100 bpm
Gemaskeerd bij gebruik van bètablokkers of ICD.
Hb
Wanneer kort na trauma gemeten en laag: pre-existente anemie of ernstig bloedverlies. Niet betrouwbaar na trauma.
Base-excess/lactaat waarde betrouwbaardere waarde voor shock.
Base-excess
Het overschot aan base dat in het bloed aanwezig is. Specifieker gesteld wordt de base excess berekend als de hoeveelheid base die aan een liter bloed moet worden toegevoegd om de pH naar 7.40 te brengen.
Een afwijkende waarde geeft slechts aan in welke mate sprake is van een metabool component bij een zuurbase stoornis.
Laag BE: (negatief) metabole acidose
Hoog BE: (positief) metabole alkalose
Cardiogene shock
Myocard disfuctie door stomp cardiaal trauma, cardiale tamponade, longembolie of myocard infarct.
Cardiale tamponade - sympt, shock soort
Symp: Tachycardie, insufficiënte response op vloeistoftherapie, harttonen gedempt, halsvenen gedilateerd en hypotensie.
EB: T(r)I(ple) H
Obstructieve shock; bloed in het pericard zakje verminderd de contractiliteit en output van het hart. Bv door: Penetrerend trauma.