CH 11 - Geriatrisch trauma Flashcards

1
Q

Verminderde fysiologische reserve

A

= verminderde adaptieve en homeostatische mechanismen die een verhoogde gevoeligheid voor de stress van letsel veroorzaken. Zie tabel.
Verminderde celfuncties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pre-existente condities die trauma beïnvloeden (5)

A

Cirrose, coagulopathie, COPD, ischemische hartziekten en DM. Pt’en met een of meer van deze condities hebben twee maar zoveel kans op overlijden dan pt’en zonder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

A - veranderingen (6) en management (3) ouderen

A

Veranderingen:

  • Artritis/degeneratieve veranderingen mond en cervicale wervelkolom- kan openen van de mond en cervicale bewegingen bemoeilijken.
  • Macroglossie
  • Verminderde luchtwegreflexen.

Management:

  • Tandloos; bemoeilijk omsluiting tijdens kap beademing, is gemakkelijker bij intubatie. Plaats gaasje tussen tandvlees en wand op betere fixatie van kap te bewerkstelligen.
  • Let op goede maat van laryngoscoop en tubes.
  • Verminderde medicatie dosis van sedatieven (o.a.barbituraten) 20%-40% om het risico op cardiovasculaire depressie te verlagen.
  • Kunstgebit; kan loslaten en de luchtweg kan obstrueren. Laat in situ bij kap beademing wanneer er geen sprake is van obstructie, verbeterd omringing van de kap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rib fracturen - ouderen

A

Verminderde bot densiteit en verminderde compliantie longen en thoraxwand.

Primaire complicatie is pneumonie (30% risico).

Beh: pijnstilling en pulmonale hygiëne. Let op verdovende middelen gebruik, dit kan voor delier en respiratoire depressie zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Traumatisch hersenletsel - ouderen

A

Moeilijk te onderscheiden van dementie, delier en depressie.

Let op bij antiplaatjes en anti-coagulantia gebruik en het ontstaan van bloedingen. (Protrombine, plasma en vitamine K)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pelvis fracturen - ouderen

A

Mortaliteit 4x hogere vergeleken met jongeren. Pt heeft vaak osteoporose (of osteopenie).
Snel bloedproducten toedienen, kans op bloeding groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veelvoorkomende oorzaken en symptomen bij ouderen mishandeling (6)

A

Fysiek, seksueel, verwaarlozing, psychologische, financieel en materiaal exploitatie en rechtenschending. Vaak meerdere vormen gecombineerd.

Symptomen: slechte hygiëne, dehydratie.

Ga de symptomen/fysieke na met de VG, discrepanties kunnen wijzen op mishandeling. Haal patiënten uit de mishandelde omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Management strategie bij ouderen

A

Overleg vroegtijdig met patiënt en familie over haalbare behandeldoelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Val - trauma mechanisme

A

Veelvoorkomende oorzaak van traumatisch hersenletsel.

Risicofactoren: leeftijd, fysieke achteruitgang, VG met eerder vallen, medicatie, dementie, onstabiele balans, visueel/cognitief en neurologische achteruitgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Penetrerend trauma

A

Is de 4e meestvoorkomende oorzaak van traumatisch overlijden bij ouderen > 65 jaar. Vaak gerelateerd aan zelf toegebrachte schotverwonding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

B - ouderen

A

Veranderingen in de complicatie van de longen en thorax. Verhoogd ademarbeid bij ouderen -> hoog risico op respiratoir falen.

Onderdrukking van hartfrequentie; hypoxie is moeilijk te diagnosticeren doordat compensatie met toename van hartfrequentie langer duurt/bij medicatie gebruik wordt onderdrukt.

Afwijkingen in bloedgas en kliniek is moeilijk omdat respiratoire/ventilatie afwijkingen ook pre-existent al aanwezig konden zijn.

Zie tabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

C - ouderen

A

Response op hypovolumie kan bestaat uit toename van systematische vasculaire weerstand en niet zichtbaar zijn in de hartfrequentie/cardiale output (bv door medicatie gebruik).

Hypotensie moeilijk te diagnosticeren omdat veel oudere anti-hypertensiva gebruiken. Denk bij RR 110/xx al aan hypotensie.

Let voor de diagnostiek van hypoperfusie op: base deficiëntie, lactaat en de shock index.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

C - ouderen (3)

A

Response op hypovolumie kan bestaat uit toename van systematische vasculaire weerstand en niet zichtbaar zijn in de hartfrequentie/cardiale output (bv door medicatie gebruik).

Hypotensie moeilijk te diagnosticeren omdat veel oudere anti-hypertensiva gebruiken. Denk bij RR 110/xx al aan hypotensie.
Let voor de diagnostiek van hypoperfusie op: base deficiëntie, lactaat en de shock index.

Ouderen met circulair falen moeten behandeld worden alsof zij een bloeding hebben. Denk aan aanvullende diagnostiek als CVD/ECG.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

B - veranderingen (6) en management (3) ouderen

A

Veranderingen:

  • Toename kyfoscoliose
  • Verminderde functionele reserve capaciteit
  • Verminderde gaswisseling; hypoxie is moeilijk te diagnosticeren doordat compensatie met toename van hartfrequentie langer duurt/bij medicatie gebruik wordt onderdrukt.
  • Verminderde hoestreflex
  • verminderde mucocillaire opschoning van de luchtweg.
  • Veranderingen in de complicatie van de longen en thorax. Verhoogd ademarbeid bij ouderen -> hoog risico op respiratoir falen.

Management:

  • Gelimiteerde luchtweg reserve dus diagnosticeert respiratoir falen in een vroeg stadium; moeilijk omdat respiratoire/ventilatie afwijkingen ook pre-existent al aanwezig konden zijn.
  • Snelle behandeling inzetten bij rib#
  • Let op goede applicatie van mechanische ventilatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

C - veranderingen (3) en management (3) ouderen

A

Veranderingen:

  • pre-existentie hartziekten/hypotensie; moeilijk te diagnosticeren omdat veel oudere anti-hypertensiva gebruiken. Denk bij RR 110/xx al aan hypotensie.
  • Hypovolumie compensatie is anders; kan bestaat uit toename van systematische vasculaire weerstand en niet zichtbaar zijn in de hartfrequentie/cardiale output (bv door medicatie gebruik).
  • Cardiale medicatie gebruik

Management:

  • Kijk naar bewijs voor hypoperfusie: base deficiëntie, lactaat en de shock index.
  • dien gebalanceerde resuscitatie toe en dien snel bloedproducten toe bij tekenen van shock
  • Maak gebruik van geavanceerde en frequente monitoring (CVD/ECG)

Ouderen met circulair falen moeten behandeld worden alsof zij een bloeding hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

D - veranderingen (4) en management (2) ouderen

A

Veranderingen:

  • cerebrale atrofie; dura mater degeneratie waardoor hogere kans op epiduraal bloeding.
  • Frequent anti-coagulantie/antiplaatjes therapie waardoor grotere kans op intra-craniale bloedingen.
  • degeneratieve wervelkolom ziekten
  • aanwezigheid van pre-existente neurologische of psychische ziekten.

Management:

  • Laat laagdrempelig CT-scan maken om hersen- en wervelkolom letsel te diagnosticeren.
  • gebruik vroege omkeer van anticoagulantia en of antiplaatjes therapie.
17
Q

E - veranderingen (4) en management (3) ouderen

A

Veranderingen:

  • Vermindering van subcutaan vet,
  • Vermindering elasticiteit van de huid,
  • Artiritis skelet veranderingen,
  • Ondervoeding.

Management:

  • Snelle evaluatie, verwijder snel harde plank en nekkraag. Verminderd kans op decubitus en delier.
  • Verbind benige uitsteeksel wanneer noodzakelijk.
  • Preventie van hypothermie.