Casus 4b Sensibiliteit en Reflexen bovenarm Flashcards

1
Q

Reflexen

A

Bicepsreflex
Tricpesreflex
Buikhuidreflex

Symmetrie
Mate van het reflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bicepsreflex

A

C5-C6

n. mucolocutaneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tricepsreflex

A

C7-C8

n. radialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sensibiliteit

A
Begin met het opnoemen om welke dermatomen en zenuwen het gaat. 
Aanrakingszin
Pijnzin
Vibratiezin
Bewegingszin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aanrakingszin

A

Laat de patient een watje op de huid voelen. Vraag de patient ja te zeggen wanneer hij voelt dat jij hem aanraakt.

Vraag de patient de ogen te sluiten. Test alle dermatomen en perifere zenuwgebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pijnzin

A

Breek het houten stokje door het midden. Laat het verschil tussen scherp en stomp voelen.

Vraag de patient de ogen te sluiten en te noemen als hij scherp of stomp voelt. Aan elk dermatoom moet tenminste 1x scherpe prikkel worden gegeven.

Gooi het stokje weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vibratiezin

A

Vraag aan de patient of hij de stemvork voelen.
Distaal testen: op vingerkootje. Vraag de patient de ogen te sluiten en te vragen wanneer de vibratie stopt.

Vergelijk links en rechts!!! Benoem het meest distale punt (DIP?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bewegingszin

A

Pak de zijkant van de middelvinger. Spreek af wat boven en beneden is. Laat de patient de ogen sluiten en herhaal bewegingen.

Beoordeel beide kanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly