Caminos | Unidad 9B Flashcards
identificeren
identificar
uitleggen
explicar
ons, onze
nuestro /-a
aangepast
adaptado /-a
bezittelijk voornaamwoord
el posesivo
jullie
vuestro /-a
in heel Spanje
en toda Españna
eenvoud, ongekunsteldheid
la naturalidad
het enige
lo único
Kerstmis
la(s) Navidad(es)
halfbroers en -zussen
los medio hermanos
centrum, midden
el centro
zijde
el lado
combineer
combine (inf: combinar)
tonen
mostrar
(zich) voorstellen, indenken
imaginar (se)
inhoud
el contenido
vertaling
la traduccíon
…. uit het begin ….
…. de principios de ….
eeuw
el siglo
Europees
europeo /-a
geboortecijfer
la tasa de natalidad
geboren worden
nacer
laag
bajo /-a
echter
sin embargo
weggaan
irse
spoedig, snel
pronto
woning
la vivienda
jongeren
los / las jóvenes
werkloos zijn
estar sin trabajo
vormen
formar
paar, stel
la pareja
in vergelijking met
en comparación con
samenleving
la sociedad
scheiding
el divorcio
0,5 promille
0,5 por mil
wet
la ley
hoog
alto /-a
buiten ( … om)
fuera (de)
huwelijk
el matrimonio
noch, en ook niet
ni
vrijgezel, alleenstaand
soltero /-a
samenwonen
convivir
ettelijke; heel wat
bastantes
samen
juntos / -as
aspect
el aspecto
verslag
el informe
scheiden
divorciarse
steeds minder kinderen
cada vez menos niños
trouwen
casarse
verrassen
sorprender
reageren
reaccionar
vreugde
la alegría
verdriet
la pena
Werkelijk? Echt?
De verdad?
Serieus?
En serio?
Dat kan niet waar zijn!
No puede ser!
Wat zeg je me nu?
Qué me dices?
Ongelooflijk!
Increíble!
Mijn God!
Dios mío!
Wat een geluk!
Qué suerte!
Wat ben ik daar blij om!
Cuánto me alegro!
Zonde! , Wat jammer!
Qué pena!
Wat spijt me dat!
Cuánto lo siento!
