Caminos | Unidad 11B Flashcards
Wat voor weer is het?
Qué tiempo hace?
weersvoorspelling
el pronóstico del tiempo
betrekking hebben op
referirse a
weer
el tiempo
zon
el sol
mist
la niebla
onweer
la tormenta
bewolkt
nublado /-a
in de ochtenduren
a primeras horas
Middellandse Zee
el Mediterráneo
wolk
la nube
ochtend-
matinal
Cantabrische kust
la costa cantábrica
mogelijk met regenbuien
con posibilidad de chubascos
regenbui
el chubasco
rest
el resto
schiereiland
la Península
indidenteel
ocasional
Pyreneeën
los Pirineos
punt, plek
el punto
regio Madrid
la Comunidad de Madrid
wind
el viento
sterk
fuerte
westen
el oeste
Cantabrische Zee
el Cantábrico
temperatuur
la temperatura
graad
el grado
Het is goed / mooi weer
Hace buen tiempo.
Het is slecht weer.
Hace mal tiempo.
Het is koud.
Hace frío.
Het is één graad onder nul.
Hace un grado bajo cero
Het regent.
Llueve. (inf: llover)
Het sneeuwt.
Nieva. (inf: nevar)
kies uit
elija (inf: elegir)
Stille Oceaan
el Pacífico
met een maximale breedte van 430 km
con un máximo de 430 km de ancho
klimaatzone
la zona natural
woestijn
el desierto
droog
seco /-a
centraal
central
Middellandse Zeeklimaat
el clima mediterráneo
brengen, voeren
llevar
bos
el bosque
bedekt
cubierto /-a
sneeuw
la nieve
indrukwekkend
imponente
gletsjer
el glaciar
kolonie
la colonia
voldoende zijn
bastar
parel
la perla
bedrijvigheid, beweging
el movimiento
kopermijn
la mina de cobre
archeologisch
arqueológico /-a
doorgaan, verdergaan
continuar (yo continúo)
naar, tot aan
hacia
Maanvallei
el Valle de la Luna
attractie
el atractivo
winnen
ganar
casino
el casino
behouden
conservar
naast
al lado de
origineel recept
la receta original
conserven
la conserva
zeevruchten
los mariscos
beurs, markt
la feria
kolonisatie
la colonización
hengelen, vissen
pescar
omgeven (door)
rodear (de)
prachtig, wonderschoon
hermosísimo /-a
folklore
el folclore
oever
la orilla
veranderen
cambiar
