Alle Flashcards
wekker, de
alarm (clock)
zee, de
sea
verzorgd
neat
koe, de
cow
onderwijs, het
education
genieten
to enjoy
gedicht, het
poem
verkopen
to sell
controleren
to check
college, het
lecture
overgaan
to wear off
verschil, het
difference
beroep, het
profession
insteken
to insert
afrekenen
to pay
direct
direct
paspoort, het
passport
bijwerking, de
side effect
opzoeken
to look up
neef, de
cousin, nephew
tijdschrift, het
magazine
dringend
urgent(ly)
opeens
suddenly
tegel, de
tile
plek, de
place, spot
kleding, de
clothing
opletten
to pay attention
inderdaad
indeed
theorie, de
theory
bod, het
offer
slapen
to sleep
uitdrukken
to express
uitspreken
to pronounce
spelen
to play
sluiten
to close
programma, het (wasmachine)
cycle
zingen
to sing
rug, de
back
bewerken
to edit
spontaan
spontaneous
omdat
because
neus, de
nose
inmiddels
by now
medewerker, de
staff member
zeer doen
to hurt
recept, het (van de dokter)
prescription
weinig
little, few
momenteel
at present
afhankelijk
dependent
slechts
only
band, de (familie)
family tie
middelbaar (middelbare school)
secondary (secondary school)
pasfoto, de
passport photo
zwaar
heavy
mening, de
opinion
wandeling, de
walk
ziek
ill
rond (tijd: rond half drie)
round (round half past two)
nadenken (over)
to think it out, to consider
uitgeven
to spend
keel, de
throat
hout, het
wood
schoonzus, de
sister-in-law
daardoor
because of that
onderwerp, het
subject
enkel(e)
some, a few
muur, de
wall
klacht, de
complaint
meteen
right away
vooropleiding, de
(preliminary) training
gauw
soon
verhaal, het
story
ontstaan
arise, develop
trouw
faithful, loyal
eng
scary
duur, de
duration
hetzelfde
the same
lelijk
ugly
sinds
since
ouder, de
parent
omgaan met
to handle, to manage
verzorger, de
caretaker
koelkast, de
refrigerator
borst, de
chest
interessant
interesting
pijn, de
pain
arbeid, de
work, labor
toekomst, de
future
passen (geld)
to pay with the exact money
streep, de
line
karakter, het
character
rekening, de (bankrekening)
account
leraar, de
teacher
keuze, de
choice
leren
to learn
klaarmaken
to prepare, to finish
kok, de
cook, chef
been, het
leg
beker, de
cup
liefde, de
love
voet, de
feet
muziekinstrument, het
musical instrument
jongere, de
young person
binnenkort
soon, shortly
spier, de
muscle
koffer, de
suitcase
advertentie, de
advertisement
verlegen
shy
lukken
to manage
kunst, de
art
activiteit, de
activity
personeel, het
staff
knie, de
knee
gegevens, de
data, fact, personal details
veranderen
to change
hangen
to hang
praktijk, de
practice (clinic)
nicht, de
niece, cousin
stelen (gestolen)
to steal (stolen)
abstract
abstract
zowel … als
both … and
vraagprijs, de
asking price
aanzetten
to turn on
sparen
to save
temperatuur, de
temperature
verantwoordelijk
responsible
au
ouch
opschrijven
to write down
reserveren
to reserve, to book
aardig
nice
lucht, de
sky
intoetsen
to enter, to key in
vanzelf (dat gaat vanzelf over)
itself (that will cure itself)
overgevoelig
hyper-sensitive
los
loose
blijven
to stay
voorbereiden
to prepare
helder
bright
stap, de
step
zwager, de
brother-in-law
ontmoeten
to meet
staat, de
condition
kant
side
horen
to hear
literatuur, de
literature
aanvragen
to apply for
droog
dry
ideaal
ideal
radio, de
radio
bewust
aware
boodschap, de
message
Engels
English
doorgaan met
to continue
recht, het
the right
zo’n
such a, about
vroeger
in the past, in the old days
druk
busy
rij, de
row, line, queue
contant
in cash
opleiding, de
training, schooling
aanbieding, de
special offer
vergadering, de
meeting
accepteren
to accept
tante, de
aunt
belangstelling, de
interest
verwachten
to expect
beroemd
famous