A2 H2 Flashcards
de oppositie
opposition
gebeurtenis ,de
event
het** **lidmaatschap
membership
hetrijbewijs
driving-licence
het** **stadskantoor
council offices
legitimatiebewijs, het
identity papers, card
kwijt
lost
handig
handy, practical
bovendien
besides, moreover
aantekenen
to note
ergens (kan ik u verder nog ergens mee helpen?)
anywhere, somewhere (can I be of any further assistance?)
verbinden
to combine, to connect
overdag
by day, during the daytime
bibliotheek, de
library
pasfoto, de
passport photo
verschillend
different
het** **weten
knowledge
ophalen
to collect, to pick up
de reden
reason, cause
de keuze
choice, alternative
het** **werkwoord
verb
aanvragen
to apply for
de sleutel
key
openen
to open
liggen (waar liggen de formulieren?)
to lie (where are the forms?)
aanwezig {adj.}
present
zoals
such as
de** **aangifte
statement
verzamelen
to collect
wereld
global
ontvangen
to receive
de beurt
turn, rank
het** **huisvuil
garbage
saldo, het
balance
burgerzaken {pl}
civil affairs
gekocht
bought, purchased
de pakketzegels
package stamps
het werkwoord
verb, phrasal verb
opzoeken
to look up
buitenland, het
foreign countries
plattegrond, de
design, plan
postzegel, de
stamp
wereld ,de
world, earth
hetzelfde
the same
het** **postkantoor
post office
de afdeling
department
het** **milieu
environment
rekening, de (bankrekening)
account
paspoort, het
passport
brief, de
letter
brievenbus, de
mailbox
de ambtenaar
official, officer
lid, het
member
want {conj.}
because, for, since
bezorgen
to bring, to fetch
aangetekend
registered
telefoneren
to phone
versturen
to dismiss, to turn away
zwaar
heavy
nodig hebben
to need
de ambtenares
public servant
het** **gemeentehuis
city hall, town hall
weten
to know
de conclusie
conclusion
verschil, het
difference
sturen
to send
dus {adv.}
so, thus, accordingly, consequently, hence
doos ,de (dozen)
box, container
zo’n
such a, about
de vuilnisbak
bin, garbage can
de opsomming
enumeration
balie, de
counter, desk
de tegenstelling
contrast, contradistinction
de conjunctie
(verbindingswoorden)
conjunction
(connecting words)
openbaar
public
worden
to become
agenda, de
agenda
het** **gevolg
result, consequence