A2 H7 Flashcards
1
Q
ooit
A
one day
2
Q
repareren
A
to repair
3
Q
tenminste
A
at least
4
Q
verdienen
A
to earn
5
Q
vertalen
A
to translate
6
Q
vliegtuig, het
A
airplane
7
Q
blijken
A
to appear
8
Q
onderzoek, het
A
research, inquiry
9
Q
afhankelijk
A
dependent
10
Q
bestaan uit
A
to consist of
11
Q
bestelling, de
A
order
12
Q
bewerken
A
to edit
13
Q
blad, het
A
magazine
14
Q
direct
A
direct
15
Q
enthousiast
A
enthusiastic
16
Q
huishouden, het
A
housekeeping
17
Q
streng
A
strict
18
Q
uiteindelijk
A
eventually
19
Q
voorbereiden
A
to prepare
20
Q
werkzaamheden, de
A
activities, duties
21
Q
zoals
A
as, like
22
Q
inhouden (betekenen)
A
to mean
23
Q
klaarmaken
A
get ready, prepare, cook
24
Q
medewerker, de
A
staff member
25
Q
personeel, het
A
staff
26
Q
raar
A
strange
27
Q
rond (tijd: rond half drie)
A
round (round half past two)
28
Q
vergadering, de
A
meeting
29
Q
vervolgens
A
then
30
Q
verzorger, de
A
caretaker